Hoofdstuk 13

241 12 0
                                    

POV Silferina
"Auw!" Ik word een kooi met kinderen in gegooid. Ik wrijf over mijn hoofd. Zeven tegen een is niet eerlijk, maar ik heb er drie kunnen doden. Mijn messen heb ik nog. Niet dat ik er op dit moment wat aan heb, maar ik heb ze nog wel. Net de paar seconden toen ik wist dat ze me zouden overmeesteren heb ik ze met schede en al in mijn laars gestopt. Ze fouilleerden me niet eens. Ik kijk in twee groene, bezorgde ogen. "Gaat het?" zegt een lief stemmetje. Ik schud mijn hoofd, wat koppijn oplevert. "Ik ben Hanna." Ik kijk haar geschokt aan. "Dochter van Jos en Nim?" Ze knikt. Ze heeft blond haar, groene ogen en een fijn gezichtje. Twaalf, volgens mij was ze twaalf. In deze situatie maakt leeftijd even niet uit, lijkt me. "Hoe ken jij mijn ouders?" "Ik heb ze geholpen met ontsnappen, ze maken het fijn en zijn veilig in kasteel Redmont." Hanna zucht van opluchting. "En Smiel?" "Die wou je de hele tijd zoeken, maar is ook veilig. Hij maakt zich gek van zorgen." Hanna glimlacht. "Zo is hij. Lief." Ze staart dromerig voor zich uit. Ik glimlach. Liefde.... Ik denk aan Tony. Zal hij verdrietig zijn omdat ik het niet heb kunnen volhouden? Als ik hem echt goed ken zal hij woedend zijn, me achterna willen. Maar ook heel heel verdrietig. Het huilen staat me nader dan het lachen. Ik hou op met denken over Tony, maar dan denk ik weer aan andere personen. Will, Jenny, Madelyn, baron Arald, Jenny van de herberg, zullen die me ook missen? En Danser, Danser! Ik krijg tranen in mijn ogen. Die wou me beschermen, maar werd verdreven. We werden uit elkaar getrokken. Het enigste dat ik daarna hoorde was gehinnik, alsof ze pijn had. Dat maakte me woedend, wat mijn fout werd. Ik liet me overmeesteren. "Jij bent toch een grijze jager? Wat doe je dan hier?" vraagt Hanna. Ik glimlach. "Ik ben een leerling-grijze jager. Jaagster. Ik ben oud genoeg om mee te gaan. Waar gaan we eigenlijk heen?" Hanna haalt haar schouders op. "Volgens mij gaan ze alle landen langs, verkopen ons in landen waar dat is toegestaan en halen er weer kinderen op. Waar we nu weer heen gaan weet ik niet, maar we gaan wel Araluen uit." Hanna krijgt tranen in haar ogen. "Ik krijg ons hier wel uit. Dat beloof ik je. We gaan die rottige rovers verslaan!" Hanna knikt, met tranen in haar ogen. De meesten in deze kooi letten niet echt op, maar bij het woordje verslaan keken ze me verbaasd en bewonderend aan. Hoe ik ons hier uit krijgen ga weet ik nog niet, maar ik zal het zeker doen. Deze kinderen moeten geen slaven worden, en al helemaal niet gevangen zitten in de wetenschap dat hun ouders dood zijn. Of anders.

POV Tony
Op aandringen van Will ga ik toch naar het oogstfeest. Ik heb er helemaal geen zin in, maar volgens Will moet ik afleiding hebben. Ik kan niet meer opletten bij de training, mis de hele tijd en heb een keer Will bijna vermoord, zo scheef was mijn gooi. Toen besloot Will dat het even genoeg was voor vandaag en ben ik op mijn kamer gaan zitten, soms huilend maar vooral in gedachten. Waar zou Sil nu zijn? Hoe is het met haar? Maakt ze het goed? Heeft ze misschien Hanna ontmoet? Misschien is ze dood. Die gedachte maakt me weer aan het huilen. Ik ben heel kwetsbaar, en huil soms zelfs door alleen haar naam. Ik denk dat het mijn schuld is, dat ze nu weg is. Ik had sneller moeten zijn. Ik had mee moeten helpen met de rovers verslan, dan hadden we misschien nog een kans. En anders waren we op zijn minst samen. Ik zucht. "Tony?" De deur gaat open. Will stapt naar binnen. Ik kijk hem met betraande ogen aan. "Ik weet dat je haar mist. Ik mis Silferina ook. Maar je moet je er even overheen zien te zetten. Je moet met een blij gezicht het oogstfeest oplopen!" Will komt naast me zitten. "Na het oogstfeest weet ik of ik achter haar aan mag gaan. Of we Silferina mogen zoeken. Als het mag, waarvan ik voor het grootste deel zeker ben, gaan we morgen direct." Ik kijk hem hoopvol aan. "Beloofd?" "Beloofd." Ik glimlach. Achter Sil aan, dan gaan we haar zoeken. En als we haar vinden... Ik word helemaal vrolijk bij de gedachte. Dan kan ik haar zeggen hoeveel ik van haar hou.

POV Silferina
Ik mis nu wel het oogstfeest. Dat vind ik best wel jammer. Er zitten vijftien kinderen in deze kooi. We zitten niet vastgeboeid, maar wel in een kleine kooi. Iedereen heeft net genoeg ruimte om te staan, zitten of opgerold liggen. De meesten hier zijn twaalf of ouder, maar er zitten ook drie kleintjes bij. Ik snap niet hoe ze de kinderen verdelen over de kooien, maar volgens mij dumpen ze de kinderen in een kooi met ruimte. En laten het daar dan ook bij. Een paar gezichten ken ik bij naam. Een blond meisje met blauwe ogen is Anna, een zwartharig jongetje met bruine ogen heet Kilan en een klein meisje van ongeveer vijf jaar heet Hester. Verder ken ik Hanna natuurlijk. Hanna slaapt. Het is avond, en de meeste kinderen slapen vroeg. Soms word je eruit gehaald om een zwaar klusje te doen. Ik ben nog niet aan de beurt geweest, maar Kilan wel. Hij sliep direct toen hij weer de kooi in kwam. Ik kijk naar de sterren. Laat het met Will, Tony, Jenny en iedereen verder die ik ken goed zijn. Laat ze en fijn leven verder hebben, als ik nooit meer terugkom.

POV Tony
Ik sta voor de deur van de eetzaal. Binnen hoor ik gelach. Ik zucht, doe de deur open en stap naar binnen. Ik heb mijn kap maar over mijn hoofd heen getrokken, anders zagen ze mijn rode ogen, die ik gekregen heb door het vele huilen. "Tony!" Jenny roept me en wenkt. Ze slaat op de stoel naast haar. Aan de andere kant zit Madelyn. De stoel naast mijn stoel is leeg. Tranen komen weer in mijn ogen. Nee, nu niet. Maak nu plezier, straks mag je weer huilen. Ik ga zitten,met de kap nog steeds over mijn hoofd. "Hoe is het?" Mijn keel zit op slot. "Goed." weet ik er na een tijdje uit te krijgen. Mijn keel is dik van het huilen. Ik heb dan ook heel veel en heel lang moeten huilen. "Mooi zo." Begin niet over het onderwerp, begin er niet over. "Waar is Silferina?" Het werd stil aan tafel. Tranen komen mijn ogen weer in. Niet nu, niet nu. Lucinda fluistert iets tegen Claires en giechelt. "Liefdesverdriet?" zegt ze lachend. Niemand reageert. Ik barst in huilen uit. Lucinda is geschrokken. Het was niet de bedoeling dat ik zou gaan huilen vandaag, maar ik kon het niet meer volhouden. Half snikkend vertel ik het verhaal. Jenny slaat een arm om me heen. Madelyn kijkt Lucinda boos aan en knuffelt me. Tranen stromen over mijn wangen, ik kan ze niet opkroppen. Ik voel dat Jenny me rustig meeneemt naar buiten toe. Ze doet de kap af en kijkt me bezorgd, met een gezicht vol tranen aan. "Het komt wel goed." Ik schud mijn hoofd. "Jawel. Je kent Sil, ze komt er wel uit. Ze overleeft het wel, daar is ze sterk genoeg voor!" zegt Jenny bemoedigend. Volgens mij probeert ze zichzelf ook te troosten, en als diplomatenleerlinge moet ze dat goed kunnen. Madelyn knikt instemmend. "Ook al ken ik Silferina nog niet zo superlang, ik weet dat het haar lukt om weer veilig ergens op te duiken." Ik zal het moeten geloven, maar ben toch dankbaar. Ik heb weer een beetje hoop.

De grijze jaagster, Boek 1: EmaraWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu