Hoofdstuk 17

216 12 0
                                    

POV Silferina
Met behuilde ogen word ik wakker. Iedereen slaapt nog, behalve Hanna. Die zit zachtjes te snikken. "Hanna?" Ze draait zich naar me om en komt naast me zitten. Ik sla een arm om haar heen. "Wat is er?" vraag ik zachtjes. "Ik mis Smiel. En papa en mama. Zijn ze echt veilig? Heel zeker?" Ik knik. "Ik, Will en Tony hebben ze veilig naar kasteel Redmont gebracht. Daar zullen ze op je wachten." Ze schudt haar hoofd. "Dan kunnen ze voor eeuwig kunnen blijven wachten. Ik kom nooit meer terug." Ik kijk haar doordringend aan. "Nee Hanna. Ik ga iedereen hier er veilig uit krijgen. Iedereen. Iedereen zal weer vrij zijn, dat beloof ik." "Doe geen beloftes waar je je niet aan kan houden." "Ik ga me hieraan houden! Ik zweer." Ik kijk haar diep in de ogen aan. "Echt?" Ik knik. "Ja." Tevreden gaat ze naast me zitten. Ik begin weer plannen te bedenken. Hoe krijg ik de kinderen hier eigenlijk uit? Hoe wou ik dat doen gaan? Ik zucht. "Gaat het?" Hanna kijkt me bezorgd aan. Ik knik. "Ik bedenk al dagen een plan om de kinderen hier weg te krijgen, maar kan niks bedenken. Of er moeten kinderen doodgaan, wat ik niet wil, of er moet ergens een leger staan, die de kinderen er veilig uit kan krijgen. Dat is er ook niet." Hanna kijkt bedroeft naar de grond. Ik kijk door de scheur in het doek. De zon komt op. "Moeten wij straks buiten lopen?" Hanna schudt haar hoofd. "Over drie dagen pas weer. Terwijl jij bewusteloos was hebben de kinderrovers een nieuw schema gemaakt. Iedere kar moet nu een hele dag lopen, ook de kleintjes." Boos schop ik tegen de kooirand. In de hoek zitten is ideaal voor schoppen, je kunt met je rug tegen de ene rand aan zitten en tegen de ander schoppen. Hanna staart voor zich uit. Ik kijk weer door de scheur. De zon begroet me met zijn warme stralen. Het zal een warme, zware dag worden. En toch moet er een hele groep buiten gaan lopen. Boos schop ik weer tegen de rand. Ik moet een plan bedenken, maar hoe krijg ik alle kinderen hier levend uit?

POV Tony
Will wekt me. Ik heb de hele nacht geslapen. "We hadden afgesproken dat ik ook wacht op me nemen zou. Nu heb jij de hele nacht door moeten waken. Straks word je nog moe." zeg ik boos tegen Will. "Ik kan heus wel tegen een stootje hoor. Jij lag zo lief te slapen. Ik dacht: laat hem maar liggen. Je moest trouwens huilen in je slaap." O. "Ik had een nare droom gehad." zeg ik. Will knikt. "Heb ik ook wel eens." Ik zucht. Maar niet zo erg als deze. Ik was in een donkere kamer. Aan de andere kant van de kamer zat Sil, vastgebonden. Ik wilde naar haar toe lopen, maar de kamer werd groter. Sil werd steeds verder van me vandaan getrokken. Ik kreeg een trap en zag hoe een rover met een mes op haar af kwam. Ik zag de bange ogen van Sil en rende op de rover af. Maar de rover was sneller dan ik dat was en rende steeds verder, op Sil af. Aan het einde van mijn droom was hij bij haar en stak toe. Ik hoorde een gil en zag Sil liggen, dood. Toen werd ik wakker gemaakt door Will. Ik krijg weer tranen in mijn ogen als ik aan de droom denk. Ik heb wel vaker nachtmerries gehad, maar dit was toch echt de ergste nachtmerrie die ik ooit had gehad. Ik ruim mijn spullen op, zadel Bellado en wacht tot Will klaar is voor vertrek. Als we op weg zijn kan ik het toch niet laten om te vragen. "Wie is eigenlijk onze geheimzinnige helper?" Will schiet in de lach. "Vergeten te vertellen. Onze geheimzinnige helper is Halt, mijn oude mentor. Hij is op aandringen van hemzelf hiernaartoe gestuurd om het probleem van de kinderrovers te onderzoeken. Maar waar weet ik niet meer." zegt hij als hij uitgelachen is. O. Fijn. Ik weet niet zo goed wat ik van Halt vinden moet. Als hij verhalen ging vertellen over wat hij allemaal heeft meegemaakt voordat hij met pensioen ging, hing Silferina altijd aan zijn lippen. Ik was te druk bezig met andere dingen, denk ik. "We gaan dus naar Halt? Maar wat kan hij doen? Hij is gepensioneerd." zeg ik. Wil knikt. "Hij weet meer over de schuilplaatsen van de kinderrovers. Zoals ik al zei, op aandringen heeft hij een opdracht gekregen. Die opdracht luidt: vind meer uit over de kinderrovers die het land teisteren. Ik had die opdracht ook gekregen en deed het samen met hem, tot ik me bedacht dat er nog nieuwe leerlingen kwamen. Ik pakte mijn spullen reed naar kasteel Redmont, waar ik net op tijd aankwam." O. Nouja, ik kan niet alles weten.

POV Silferina
Die rovers zijn echt gemeen. Ik heb al een heleboel kinderen zien vallen door mijn scheur. Geen enkele bewaker deed er wat aan, en als iemand anders helpen wilde werd diegene uitgescholden. Elke keer stond ik op het punt naar buiten te springen en ze dood willen maken. Ik zit met knarsende tanden in de kooi. Ik moet een plan bedenken, maar hoe krijg ik iedereen hier levend uit? Hester zit met Stan te spelen. Ze doen 'Ik zie ik zie wat jij niet ziet' zo te zien. "Ik zie ik zie wat jij niet ziet en de kleur is groen met bruine vlekken." zegt Hester. Ik glimlach. Ze bedoelt het doek, die is groen gevlekt, maar lijkt ook bruine vlekken te hebben. " Silferina's mantel?" Hester schudt haar hoofd. Ik glimlach en kijk naar buiten. Er is weer een kindje gestruikeld. De glimlach verdwijnt van mijn gezicht. Het kindje staat niet meer op. Dood is het niet, het kreunt. Niemand helpt, uit angst om uitgescholden te worden. Kreunend blijft het op de grond liggen. Ik spring op, ren naar de deur en rammel ermee. "Silferina, wat doe je?" vraagt Hester. Ik beuk tegen de deur. Die geeft geen krimp. "Silferina, je kunt niet helpen." Hanna kijkt me ernstig aan. "Dus? Ik wil wel helpen." antwoord ik. De deuren gaan op een kiertje. Volgens mij heb ik hem open gekregen. Hanna, Hester, Anna en Stan kijken me verbaasd aan. Ik krijg een idee.

De grijze jaagster, Boek 1: EmaraWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu