Hoofdstuk 30

219 14 2
                                    

POV Tony
Het is ontzettend saai op het eiland. Het enige wat je kan doen is naar de slapende Clare kijken, met de volwassenen praten over dingen die je toch niet snapt, langs het strand lopen, het eiland verkennen en nadenken. Het eiland is zo'n beetje honderd bij honderd meter, dus er valt niet echt iets te verkennen, met de volwassenen praten gaat niet werken, langs het strand lopen en nadenken doe ik al, de hele tijd. Ik verveel me echt dood. Ik mag niet oefenen van Will, omdat hij bang is dat iemand het merkt. Maar toch is dat hetgene dat ik ga doen. Ik pak stiekem mijn boog en een paar pijlen en ga het bos in, het enige bos op dit hele eiland. Ik zoek een geschikt plekje om te oefenen en kijk om me hheen. Niemand te zien, dus dat betekent dat ik alleen ben en in alle rust kan oefenen. Ik kerf met mijn mes een doel in de boom en span mijn boog.

POV Silferina
Ik zit al een hele tijd hier, en ik verveel me echt kapot. Ik schop steentjes tegen de tralies aan om de stilte te doorbreken, maar meer kan ik niet echt doen. Mijn plan is perfect, mits de rovers doen wat ik denk dat ze gaan doen en Leo meewerken wil. Alleen dan kan het werken. De deuren gaan open en Leo komt weer binnen, met een dienblad. Op dat dienblad staat niet heel veel, alleen een half brood en een waterig papje. "En?" fluister ik, terwijl hij het door het luik schuift. "Ik mag je niet begeleiden, maar we komen vanavond al aan." Mooi, op dat Leo me niet mag begeleiden na dan. "Moet je me dan ook weer eten geven?" "Denk het." "Laat maar, ik zie wel." Ik zet even het plan op een rijtje. "Wat moet ik doen?" vraagt Leo. Die werkt dus mee. Ik grijns. Die rovers hebben geen schijn van kans.

POV Tony
Na een hele tijd te hebben geoefend denk ik dat het er wel weer in zit. Ik kan nog schieten zoals ik altijd kon en met mijn messen gaat het ook goed. Ik veeg het zweet van mijn voorhoofd. Dan hoor ik geklap. Direct draai ik me om. Clare staat tegen een boom aan, met verband rond haar middel en haar hoofd. Later bleek dat daar ook bloed zat, en aangezien ze net buiten levensgevaar was wilde de kapitein geen risico's nemen. Ze klapt nog steeds. Ik glimlach en ga naast haar staan. "Hoe lang stond je daar al?" "Lang genoeg om te zien dat jij degene bent die ik zoeken moet. Jij bent helemaal geen gewone zoon van een boer, maar een grijze jager. Ik heb belangrijke informatie voor je." zegt ze geheimzinnig. Ze gaat op de grond zitten en klopt op de grond naast haar. Ik ga ook zitten en kijk haar nieuwsgierig aan. "Wat dan?" vraag ik haar. Ze kijkt vlug om zich heen om te kijken of er niemand is en haalt diep adem. "Op een dag, de eerste dag op zee, werden diverse kinderen bij de John Ruhl geroepen en was ik een van hen. Ik moet samen met Pollo, de jongen die de grijze jaagster heeft verraden. Eerst werd ons uitgelegd wat de bedoeling van de rovers was. Ze moesten voor volle maan, over drie dagen, duizendeneen kinderen verzamelen. Die opdracht hadden ze een paar maanden geleden gekregen. Het gemakkelijkst was natuurlijk om kinderen uit verschillende landen te nemen, dus gingen ze dat ook doen. John Ruhl werd aan Araluen gekoppeld omdat hij daar ook vandaan kwam. Wat er met ons gebeurde was niet belangrijk voor ze, maar ze kregen er een enorm bedrag voor. Toen dat was uitgelegd werd ons op het hart gedrukt dat als we de informatie die volgde verder vertelden, we meteen dood werden gemaakt, op wat voor een manier dan ook. Toen dat gezegd was vroegen ze ons te spioneren. Spioneren in de zin van alle opstand vertellen zodat dde rovers ze konden onderdrukken. Pollo zei direct ja, al helemaal na de belofte van vrijheid. Ik wilde niet, dus zei ik nee. Daarna vertelde ik het de grijze jaagster, waarna ik verraden werd door Pollo die blijjkbaar toch niet sliep en in de zee gegooid. Wat er met de grijze jaagster gebeurt weet ik niet, maar in leven blijven zal ze niet als ze niet uitkijkt. Daar heb ik net aan de haaien kunnen ontsnappen en ben aangespoeld, waarna jij me redde, volgens mijn oom dan." Ze glimlacht. "Dankzij jou zie ik mijn vader nog terug. Ik wilde iets terugdoen, maar wist niet wat ik doen moest. Tot ik je zag oefenen." Ze kijkt me aan. "Jij hoort bij de grijze jaagster hè? Jij gaat ervoor zorgen dat de kinderen geen gruwelijke dood kunnen krijgen en hun ouders, als die nog leven, terug gaan zien, toch?" Hoop, dat hoorde je in haar stem. Ze hoopte dat het zo was, en de informatie bij de goede persoon was aangekomen. Ik knik. "Leerling, ik been een leer,ing-grijze-jagger, net als Silferina, de grijze jaagster die jij de hele tijd noemt. We worden zelfs allebei bij dezelfde persoon opgeleid, de beroemde Will Verdrag." zeg ik trots. Clare kijkt me verbaasd aan. "Echt?" Ik knik. Clare glimlacht opgelucht. "Gelukkig maar, ik bedoel, straks vertel ik het aan iemand die er helemaal niks mee te maken heeft." Ik grijns. "Dat zou nogal vervelend zijn, niet?" Clare knikt. "Heel erg zelfs." Ik kijk naar de lucht, die ondertussen begon te verkleuren. De avond viel. "We moeten gaan, denk ik." Clare knikt, maar als ze weg wil lopen houdt ik haar even tegen. "Vertel niemand dat ik als grijze jager op het schip ben, oké? Het kan de missie in gevaar brengen." Clare knikt begrijpend. "Ik zal mijn mond houden." Ik glimlach opgelucht. Dan rennen we samen naar het kamp, waar iedereen al ongeduldig op ons aan het wachten was. Tijdens het rennen ben ik vlug de tent van mij en Will in gelopen om mijn wapens weg te leggen, maar wel zodat niemand het zag. Dan kom ik aan bij het kampvuur, hongerig en smachtend Will het nieuws te vertellen dat ik van Clare had gehoord. Will wenkt me en ik ga naast hem zitten. "Waar was je?" Ik glimlachh. "Vertel ik je zo wel." zeg ik geheimzinnig. Will kijkt me verbaasd en nieuwsgierig aan. Hij vuurt vragen op me af, maar ik blijf glimlachen en zwijgen, terwijl ik mijn eten opeet. Will krijgt niks te horen, tot we alleen zijn. Stiekem vind ik dit hartstikke leuk, mensen nieuwsgierig maken.

De grijze jaagster, Boek 1: EmaraWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu