Nerveus loop ik samen met mijn broertje, zusjes en Jeroen terug naar huis. Ik probeer de brok in mijn keel weg te slikken, maar het lukt niet. Ik voel mijn handen trillen en mijn benen slap worden. Ik adem diep in en stap het huis binnen, klaar voor het antwoord van mijn ouders. Klaar om te horen of ik terug naar mijn agressieve man moet, of bij mijn familie mag blijven. Ik kijk mijn ouders aan, beide kijken heel serieus. We zijn met ons drietjes in de kamer, de rest wacht buiten de deur, in de gang. Ik slik nog een keer. Mijn vader gebaart dat ik moet gaan zitten en voorzichtig laat ik mezelf neerzakken op een stoel. Mijn moeder opent haar mond om wat te zeggen en ik voel paniek opkomen. Ik ben niet klaar voor het antwoord! Ik wil niet terug! Ik voel mijn ogen waterig worden en knipper driftig de tranen weg. "We hebben net met Gerard gesproken." Begint mijn moeder met praten. Ik heb het opeens ijskoud. "Volgens hem ben je in de war. Hij heeft me van de klungelige ongelukjes van jou verteld. Dat je van de trap valt, over de zoom van je jurk struikeld, tegen stoelen aanbotst. Meisje, volgens mij verbeeld je het, zie jij dingen die er niet zijn." Ik schud driftig mijn hoofd en een traan ontsnapt en rolt over mijn wang en landt op mijn jurk. "Nee, hij liegt. Vraag Sulvi, die heeft ook een uitbarsting van hem gezien." Mijn vader kijkt me medelijdend aan. "Dat heeft Gerard ook uitgelegd." Ik kijk mijn vader boos aan. "Wat heeft hij dan gezegd?" "Hij heeft uitgelegd dat jullie ruzie hadden, dat jij hem beschuldigd had van vreemdgaan, hem uitschold en jij dreigde weg te lopen. Uit verdriet dronk hij een beetje te veel en toen Sulvi opeens kwam, schrok hij. Hij dacht dat jij weg wou gaan met haar en wat bleek? Zijn grootste nachtmerrie werd werkelijkheid." Ik sla met mijn hand op de tafel. "Nee! Leugens! Vraag het Sulvi! Hij is altijd dronken, agressief en gewelddadig! Vraag maar aan Jeroen!" Mijn moeder kijkt me aan alsof ik net heb gezegd dat alle konijnen 's nachts uit het bos komen en meubels verschuiven. "Die stalknecht? Je denkt toch niet ik ik die serieus neem?" Wanhopig kijk ik naar mijn ouders. "Oké, luister niet naar Sulvi en niet naar Jeroen en niet naar Thomas. Maar geloof mij alstublieft! Ik smeek u, ik vertel de waarheid. Ik wil niet terug!" Mijn moeder kijkt me hooghartig aan. "Stel je niet zo aan. Jij gaat gewoon terug naar je echtgenoot. Gerard mist je en je doet zijn hart zeer." "Nee, ik doe zijn hart niet zeer. Hij doet mijn lichaam zeer! Geloof me!" Ik sta op en kijk mijn ouders woedend aan. "Ik ga niet naar hem! Dan loop ik wel weg." Mijn moeder staat ook op en kijkt me dreigend aan. "Maak jezelf niet zo belagelijk. Met dit kinderachtige gedrag beschaam je de hele familie. Wat moeten de andere mensen wel niet van mij denken? Ze zouden denken dat ik mijn kinderen niet goed opvoed." Ik kijk mijn moeder vals aan. "Dit gaat niet om u! En eerlijk gezegd boeit het me niets wat anderen van u denken. Daarbij heeft u mij helemaal niet opgevoed, dat deden de gouvernantes." Mijn vader komt tussenbeide en pakt mij stevig bij de arm. "Zo praat je niet tegen je moeder. Bied je excuses aan." Ik kijk boos naar beneden. "Het spijt me moeder." Mijn vader laat mijn arm los en omhelst mijn moeder. "Ik heb medelijden met Gerard." Fluistert mijn moeder net hard genoeg zodat ik het ook hoor. Ik hou mijn tranen niet meer binnen en storm al huilend de kamer uit.
In de gang staat Jeroen mij op te wachten. Hij slaat zijn armen om mij heen en ik laat me tegen hem aanzakken. Ik huil zijn schouder nat en hij wrijft zachtjes over mijn rug. "Ik heb het ook gehoord. Ik heb het bevel om jou mee terug te nemen. Ze hebben je spullen al meegenomen." Ik kijk naar Jeroen op met een betraand gezicht. Met zijn duimen veegt hij mijn wangen droog. "Ga maar afscheid nemen van je familie en van mevrouw Geertje." Ik knik en loop naar boven.
Een halfuurtje later heb ik van iedereen afscheid genomen, zelfs van vader en moeder. We bestijgen de paarden, het derde paard is al door Gerard meegenomen en ik kijk nog een keertje om en zwaai maar mijn familie. "Je hebt nu een keuze." Verbaast kijk ik naar Jeroen. "Wat?" Vraag ik verward. "Je zou terug kunnen gaan naar mijnheer Gerard..." Ik kijk sip naar beneden. "Of." Vraag ik zacht. "Of je loopt weg." Met een ruk kijk ik op en staar ik verbijsterd naar Jeroen. "Ik loop wat?" Hij haalt zijn schouders op.
"Of je loopt weg."
"Waar zou ik heen moeten?"
"Weet ik niet, je zou overal heen kunnen gaan."
"Maar..."
"Dan ga ik met je mee."
"Jij?"
"Dan vluchten we samen."
"Maar we hebben geen geld."
"Dan gaan we werken."
"Waar? Wie zou mij willen als werkster?"
"We kunnen het proberen."
"En dan sterven van de honger en de pest."
Ik schud mijn hoofd. "Dat kan ik je niet aandoen." Jeroen schud koppig zijn hoofd. "Ik wil niet dat je weer naar die halvegare, agressieve, gevaarlijke malloot gaat." Ik stop mijn paard en kijk naar Jeroen. "Maar die halvegare, agressieve, gevaarlijke malloot is wel mijn echtgenoot. Door God verbonden en daardoor tot de dood ons scheid." Een traan rolt over mijn wang en boos wrijf ik het weg. Stomme tranen, waarom huil ik nu elke keer? Jeroen brengt zijn paard centimeters van mij vandaan en reikt met zijn hand naar wang. De warmte van zijn vingers ontspant me een beetje. Hij buigt naar me toe en even later voel ik zijn lippen op de mijne. Ik buig voorover en ga mee in de kus. "Laten we alsjeblieft samen weglopen." Fluistert Jeroen tegen mijn lippen aan. Ik trek terug en ga weer recht op mijn paard zitten. Verdrietig kijk ik naar de grond. Ik hoor Jeroen hard en gefrustreerd zuchten en ik hoor hem wegrijden. "Ik hou van je." Fluister ik zachtjes. Ik schrik van mijn eigen woorden en schud mijn hoofd. Dit kan niet. Ik kan niet van een stalknecht houden! Ik spoor mijn paard aan en probeer Jeroen bij te halen.💕💕💕💕💕💕💕
Hallo iedereen! Leuk dat je mijn verhaal leest.
Ik heb al meer dan 400 reads!
Daarvoor heel erg bedankt.
Ook bedankt voor de stemmen en reacties!
Love you all!
X Riez-_-
JE LEEST
Duna - Bloedband - Boek 2
Historical FictionDe gouden eeuw. Duna is net 18 jaar geworden, haar vader vindt dat het tijd is om te trouwen en zoekt een echtgenoot voor haar. Maar het is de verkeerde! Hij is gemeen, agressief en altijd dronken. Het leven voor Duna wordt nog ingewikkelder wannee...