Hoofdstuk 32

182 18 1
                                    

Ik haal diep adem en vervolg, samen met Jeroen, de weg naar mijn ouders. Maar we worden, natuurlijk, weer tegengehouden. Het is Elduines. "Sulvi kwam net naar me toe en was heel vrolijk. Ze zat maar te ratelen, maar ik begreep er niet heel veel van. Maar jou naam kwam er vaak in voor..." Zegt hij. Ik bijt op mijn wang. "We zijn eigenlijk op weg naar vader en moeder. Jeroen wilt vader om mijn hand vragen." Elduines' ogen worden groot. "Hij?" Vraag hij verbaast en wijst naar Jeroen. Jeroen grinnikt even nerveus en ik knik. "Oh." Elduines lijkt niet te weten wat hij moet zeggen. "Ik houd van hem." Zeg ik. In Elduines' hoofd ontstaat kortsluiting en hij lijkt het niet te snappen. "Maar Gerard dan?" Ik trek mijn wenkbrauw op. "Die is dood." Zeg ik. "Nog maar pas!" Zegt hij. Ik rol met mijn ogen. "We hoeven ook niet meteen te trouwen." Elduines kijk Jeroen aan. "En jij kan wel goed voor haar zorgen?" Jeroen knikt. "Ik heb goed werk bij heer Phillip en daarbij houd ik heel veel van Duna." Totaal in de war loopt Elduines weg, midden in ons gesprek. Ik schud mijn hoofd en probeer mijn lach in te houden. Die jongen snapt er helemaal niets van. Ik haal mijn schouder op naar Jeroen en die kijkt verbaast terug.

"Maar jij houd dus van Duna. Maar jij was toch de staljongen? De stalknecht?" Elduines komt er weer aanlopen en Jeroen knikt. Elduines fronst zijn wenkbrauwen. "Maar Duna, ging je vreemd met hem?" Ik schrik van mijn broertjes vraag en schud nee, met een rood hoofd. "Oh." Mompelt Elduines weer. Hij maakt aanstalten om weer weg te lopen, maar draait zich toch weer naar ons toe. "En jullie zijn niet bang voor het geroddel?" We schudden allebei ons hoofd. "Oh." Mompelt hij weer en trekt me vervolgens voorzichtig in een knuffel. "Veel geluk met moeder en vader te overtuigen. Dat hebben jullie wel nodig." En nu loopt hij wel weg. Ik grinnik om Elduines. "Kom, we gaan naar mijn ouders."

"Geen denken aan!" De stem van mijn moeder klinkt hard en haar woorden steken me als dolken. Ze ziet er weer overdreven uit, ze heeft weer haar hele gezicht, haren en borstkas onder gepoedert en heeft het voor elkaar gekregen een halve fruitmand in haar haren te stoppen. Een tros druiven heeft ze in haar kapsel! Volgens haar is het 'de mode van de toekomst' en lopen alle vrouwen en over 100 jaar er zo bij. Maar ik ben het gewent aangezien ze zich al zo kleed voor zolang ik me kan herinneren. Vroeger was het minder uitbundig, maar in verloop van de jaren kwamen er steeds meer dingen bij.

Ik kijk mijn vader aan, misschien vindt hij het wel een goed idee. Mijn vader kijkt me hoofdschuddend aan. "Duna, denk even na. Meisje, je leeft in een droomwereld en ziet alles door een roze waas." Ik schud koppig mijn hoofd en pak Jeroens hand. "We houden van elkaar." Zeg ik. Mijn moeder rolt met haar ogen. "Ha! Denk jij nu echt dat hij van je houd? Hij gebruikt je, zie dat dan!" Ik schud mijn hoofd. "Hij is er voor me geweest." Mijn moeder lacht. "Lieverd, je bent 19 jaar. Jij weer niet wat je wilt. Je bent in de war. Je echtgenoot is net overleden en daarom denk je dat je van hem houd. En hij maakt er gebruik van." Ik schud kwaad mijn hoofd. "Niet!" Een traan van boosheid rolt over mijn wang en ruw veeg ik het weg. "Vader, ik houd van hem." Probeer ik nog bij mijn vader. Hij schud zijn hoofd. "Schatje, je bent in de war. Net zoals dat je dacht dat Gerard je mishandelde en dat hij vreemd ging." Ik bal mijn vuisten. "Dat deed hij, allebei." Mijn vader probeert me een aai over mijn haren te geven, maar ik duik weg. "Ik wil met Jeroen trouwen." Sis ik. Mijn vader zucht. "Jij leeft in een sprookjeswereld. Het is mijn taak om je te beschermen tegen slechte mannen." Ik lach vreugdeloos. "Ja, die taak nam u bij Gerard ook zo serieus." Mijn vader kijkt me boos aan. "Duna, ik accepteer dit niet. Zo praat je niet tegen mij." Ik buig mijn hoofd en mompel een excuus. "En nu," zegt mijn vader, "gaan jij en ik het onder 4 ogen bespreken." Ik knik en loop met mijn vader mee.

Ik sluit de deur achter me. "Vader, u moet me geloven. Hij is goed voor me." Mijn vader schud zijn hoofd. "Liefje, hoe weer je dat hij het niet om je geld doet? Of je status?" Ik kijk mijn vader aan. "Hij heeft een goede baan bij oom Phillip. Daar verdient hij veel geld mee. Hij hoeft het niet voor het geld te doen. En status maakt hem niets uit." Mijn vader denkt na en kijkt vervolgend bezorgt voor zich uit. "Het spijt me om je droombubbel kapot te maken, maar het kan zijn dat hij bang is dat hij bij Phillip wordt ontslagen als hij bij je weg gaat. En daarbij, heeft hij jongere broertjes of zusjes?" Ik knik, met een beangstigend gevoel. "Het zou kunnen zijn dat hij status niet zo belangrijk vindt, maar dat hij zijn broertjes of zusjes een hogere status wilt geven zodat ze kunnen trouwen met een beter iemand." Ik voel letterlijk mijn hart breken. Zou Jeroen mij gewoon gebruiken? Zou hij mij een makkelijk slachtoffer vinden? Ik probeer mijn tranen te bedwingen, maar ik krijg het niet voor elkaar. Wat nu als hij me helemaal niet leuk vindt? Het zou niet zo gek zijn: wie wilt er nu met een weduwe met psychische problemen? En daarbij ben ik helemaal niet knap, mooi of bijzonder. Mijn vader lijkt niet goed te weten wat hij moet doen en aait even over mijn haren en loopt vervolgens weg. Ik laat mezelf op de grond zakken en leg mijn hoofd op mijn knieën. De tranen stromen over mijn wangen en al gauw wordt mijn hele jurk nat.

Ik hoor voetstappen en de deur gaat open. Ik kijk op, maar zie door mijn tranen niet goed wie er in de deuropening staat. "Hallo?" Mompel ik door mijn tranen heen.

Duna - Bloedband - Boek 2Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu