Hoofdstuk 12

219 22 0
                                    

Jeroen heeft ergens een natte doek vandaan gehaald en dept nu mijn gezicht schoon. Ik weet dat ik er niet uit zie, mijn wang is blauw en dik, ik heb een dikke, kapotte lip en mijn ene oog is helemaal bloeddoorlopen. Aan die kant huil ik ook bloed, het doet pijn en ziet er misselijkmakend uit. Ook is mijn oog dik en blauw, waardoor ik het niet goed open kan doen. Nadat hij mijn gezicht heeft schoongemaakt en een paar natte doeken op de pijnlijke plekken heeft gedaan, wilt hij opstaan. Ik pak hem bij zijn hand en houd hem tegen. "Blijf alsjeblieft bij me." Fluister ik. Hij knikt en gaat weer zitten, ik verschuif een beetje en leg mijn hoofd op zijn schoot. Ik weet dat dit niet gepast is en dat Jeroen zich waarschijnlijk ongemakkelijk voelt, maar ik ben nu even egoïstisch. Jeroen leg aarzelend een hand op mijn bovenarm, ik krimp in elkaar. Hij trekt zijn hand snel terug en bekijkt mijn paarsblauwe huid. "Heeft hij je ergens nog meer pijn gedaan?" Ik knik en laat mijn onderarm zien een voetafdruk is duidelijk zichtbaar. Ook trek ik mijn rok omhoog en laat ik mijn knie en bovenbeen zien, daar is ook een voetafdruk te zien. "En op mijn buik." Fluister ik. Ik voel dat hij zich aanspant en zijn handen tot vuisten vouwt. Jeroen aait mijn gezicht, goed oplettend dat hij me geen pijn doet. Ik sluit genietend mijn ogen. Zo blijven we in stilte zitten, nou ja, hij zit en ik lig. "Je hebt ook een blauwe plek op je schouder." Mompelt hij opeens. Ik voel voorzichtig op mijn schouder en merk dat het inderdaad zeer doet. "Waarschijnlijk toen hij me tegen de muur smeet." Fluister ik terug. Ik teken met mijn vinger figuurtjes op zijn knie. "Je kan niet bij hem blijven." De woede is duidelijk in zijn stem te horen. Ik schud mijn hoofd. "Moet helaas, ik ben met hem getrouwd." "Hij vermoord je." Ik haal mijn schouders op. "Maakt je dat niet uit?" Vraagt hij ongelovig. "Wat dan nog?" Zeg ik vermoeid. Ik weet dat het depressief klinkt, maar zo voel ik me op dit moment ook. Ik kan mijn familie hier niet uitnodigen, ik mag niet naar ze toe en ik wil al zeker geen kinderen van die engerd! Wat zou ik anders moeten? Hij is in de stad een gerespecteerd man, niemand zal geloven hoe hij me behandeld. Niemand zal me geloven.

Jeroen haalt een plukje haar uit mijn gezicht en schuift het achter mijn oor. "Moet ik andere kleren voor je pakken?" Ik kijk naar de kleren die ik nu aan heb. Mijn mooie jurk, verpest door al het bloed. Die kan net zo goed worden weggegooid. Ik knik. "Dat zou fijn zijn." Hij wilt opstaan maar ik gaan niet aan de kant. "Pak dat anders straks." Ik wil niet alleen blijven. Jeroen laat zich weer op het bed zakken. Hij tekent rondjes op mijn gezicht met zijn vinger, het is erg kalmerend en fijn. "Hoe oud ben je eigenlijk?" Vraag ik vanuit het niets. Jeroen grinnikt even. "Bijna 20 jaar. Volgende week word ik 20 jaar. Jij?" Ik draai mijn hoofd naar boven, richting zijn gezicht. "Ben je volgende week jarig?" Hij knikt. "Welke dag?" "Donderdag." Ik denk even na. "Dat is al over 5 dagen!" Hij knikt. "En hoe oud ben jij?" Ik bloos even, ik had zijn vraag compleet genegeerd. "18 jaar." Ik draai me weer op mijn zijkant en ga verder met het tekenen van figuurtjes op zijn knie. "Heb jij broers of zussen?" Vraag ik. "Lekker nieuwsgierig ben jij." Ik grinnik even. "Ik heb 1 oudere broer en 2 zusjes." Weet ik dat ook weer. "Ik heb 1 broertje en 2 zusjes." Daarna is het weer stil.

De deur wordt geopend en een jongetje van ongeveer 15 jaar komt naar binnen. Hij wijst naar me. "Wie is dat?" Ik grinnik even. "Dit is mevrouw Duna." Zegt Jeroen. "En dit is Rens." De ogen van Rens worden groot en hij verschiet van kleur. "Oh, sorry, mevrouw... Ik wist niet... Wat doet u hier... Wat is er met u gebeurt?" Stottert hij onhandig. Ik denk even na. "Van de trap gevallen?" Het is meer een vraag dan een antwoord, maar Rens lijkt het niet te merken. Ik hoor Jeroen boos zuchten en duwt me van zich af. "Ik haal nieuwe kleren." Hij loopt de kamer uit en slaat de deur achter zich dicht. Rens gaat tegenover mij op een ander bed zitten. "Ik wist niet dat Jeroen zo goed met u bevriend is." Ik glimlach flauw en probeer te ontdekken waarom de wetenschap dat Jeroen nooit over mij praat me steekt. "U moet zich goed pijn hebben gedaan, dat moet een flinke val zijn geweest." Ik bijt op mijn lip. "Tja, lange jurken zijn erg onhandig." Rens kinkt driftig en kijkt een beetje ongemakkelijk om zich heen. Ik voel me ook niet op mijn gemak en ik hoop dat Jeroen snel weer terugkomt. Niet veel later gaat de deur weer open en verschijnt Jeroen met een pakketje kleren in zijn handen. "Ik kon zo snel niets moois vinden, dus ik heb gewoon een donkerblauwe jurk gepakt." Ik knik. "Bedankt." Hij laat de jurk hangen en ik zie dat de jurk een hele hoge hals heeft, vormloze lange mouwen die met een koord bij de polsen samenkomt, een simpel koord om de middel en een enkellange rok heeft. Ik denk dat mijn moeder een rolberoerte krijgt als ze me in deze jurk zou zien. Ze zou mij nog liever in de bebloede jurk zien, dan in deze. Gelukkig is moeder er niet en ik heb niet heel veel zin om nog langer in de bebloede jurk rond te lopen. Ik ga moeilijk staan. "Rens, zou jij even de kamer willen verlaten? Jeroen zou jij me willen helpen het korset los te maken en daarna ook vertrekken. Dan kan ik me omkleden." Rens knikt snel en verlaat de kamer. Jeroen helpt me uit de jurk en maakt het korset los. Daarna vertrekt hij ook en ik doe mijn onderrok uit, samen met mijn korset. Ik laat de simpele jurk over mijn hoofd glijden en ik kom tot de conclusie dat deze jurken erg fijn zitten. En het is handig dat ik deze jurken in mijn eentje kan aantrekken. Ik haal diep adem en stap ook de kamer uit, mijn jurk, onderrok en korset in mijn handen houdend. "Ik moet terug naar binnen, ze zullen zich wel zorgen maken." Rens knikt driftig en Jeroen pakt mijn spullen uit mijn hand. "Ik loop wel mee."

Duna - Bloedband - Boek 2Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu