"Waarom?" Fluister ik. "Waarom heeft hij Jeroen ontslagen?"De tranen rollen over mijn wangen. Sanne kijkt me voorzichtig aan. "Omdat hij je heeft geholpen toen je wegliep." Ik begin nog harder te huilen, dat kan blijkbaar nog harder. "Het is mijn schuld. Hij haat me!" Thomas schud zijn hoofd. "Jeroen haat u niet. Hij maakt zich zorgen om u. Wij ook. Wat is er gebeurd?" Zegt hij rustig en wijst naar mijn bebloede nachtjapon en mijn bebloede bed. Ik kijk de oude man aan, al zie ik niet heel scherp door al die tranen. "Ik... Hij... Hij!" Weer begin ik hysterisch te huilen. Verkracht. Het woord voelt even vies als de daad, even pijnlijk ook. Mijn bloedeigen echtgenoot heeft me verkracht. Thom kijkt zijn vader vragend aan. Thomas neemt de leiding. "Thom, neem jij Sanne mee. Ik blijf bij mevrouw Duna." Thom pakt Sanne bij de hand en leid haar de kamer uit. Thomas gaat moeilijk op de grond naast mij zitten, zijn oude lijf kraakt aan alle kanten. Ik leun naar hem toe en leg mijn hoofd op zijn schouder. Vermoeid zak ik tegen hem aan. "Hoe moeten we Jeroen weer terugkrijgen?" Vraag ik, mijn stem kraakt van het vele huilen. Ik voel dat Thomas zijn schouders ophaalt. "Ik ben maar de butler, naar mij word niet geluisterd." Ik kijk omhoog, richting Thomas' gezicht. "Ik ben maar de echtgenote, naar mij word zeker niet geluisterd." Thomas kijkt schuin naar beneden, naar mijn gezicht. "Dan zit er weinig anders op dan het te accepteren." Ik frons en kijk weer vooruit. Ik wil Jeroen terug, hij is het lichtpuntje in mijn leven, het goedmakertje van mijn bestaan.
Dus, dat klinkt heel eng. Maar hij is de reden waarom ik überhaupt nog leef, anders had ik het allang opgegeven en was ik 'van de trap gevallen'. Op mijn hoofd. Ze zouden dan denken dat ik weer eens over een van mijn jurken was gestruikeld. Weer een domme, onhandige Duna-actie. Oké, ik heb misschien iets te veel nagedacht over mijn mogelijke doodsoorzaken. Een andere is 'per ongelijk' het arme gedeelte in de stad inwandelen, met dure kleren en een grote zak geld natuurlijk. Of direct na het eten zwemmen in het meertje en dan kramp krijgen. En anders 'toevallig' bij iemand op bezoek gaan die de pest heeft, ik wist toch niet dat die ziekte besmettelijk was... En anders de verkeerde planten eten, tja, in het bos staan levensgevaarlijke planten.
Ik schud mijn hoofd lichtjes. Zelfmoord is een grote zonde, ik zou in de hel belanden! God zou me dat nooit vergeven. Ik kijk doelloos voor me uit. God... In zijn naam ben ik getrouwd met die psychopaat, hij heeft het goedgekeurd. Terwijl hij wist hoe die klootzak was! Ik voel een enorme woede jegens God opkomen, maar stop het zo snel mogelijk weg. Ik kan niet boos op hem worden, stel dat ik daarom naar de hel word gestuurd! Toch blijft het gevoel knagen.
Ik voel dat Thomas omhoog komt en ik til mijn hoofd op. Met veel moeite komt hij overeind en ik ga ook staan. Ten minste, dat probeer ik. Ik kan niet staan door de pijn tussen mijn benen, de steken in mijn buik, mijn barstende hoofdpijn. En daarbij doet mijn nek ook nog steeds erg veel pijn en is waarschijnlijk gezwollen en blauw. Ik merk dat ik aan mijn oksels omhoog wordt gesjord door Thomas. Met zijn ondersteuning loop ik de kamer uit en de kamer naast de mijne in. Een logeerkamer. "Ga hier maar liggen mevrouw Duna. Dan wordt uw bed verschoont. Ik zal een andere nachtjapon voor u pakken. En Sanne roepen. Die zal u helpen met het omkleden." Ik knik, ik vind alles best. Ik ben gebroken, gebroken door Gerard. Mijn ziel is geknakt. Ik ga gewillig in bed liggen en later laat ik me door Sanne gewillig omkleden en laat ik me gewillig door haar, met een washandje, wassen. Het interesseert me allemaal niet meer. Wanneer Sanne klaar is, laat ik me gewillig instoppen en sluit ik gewillig mijn ogen. De slaap wilt echter niet komen. Nors open ik mijn ogen weer en staar ik naar het plafond. Ik sluit mijn ogen opnieuw en probeer in dromenland te komen. Ik faal er weer jammerlijk in. Ik kan niet slapen van de pijn, mijn hele lichaam doet pijn. Zo onderhand had ik wel gedacht te zijn gewend aan de pijn, blijkbaar niet. Maar dat weegt niet op tegen de emotionele pijn, wat ben ik toch een aansteller. Ik schud gefrustreerd mijn hoofd. "Niemand mag merken dat ik ben gebroken." Mompel ik zachtjes, maar vastberaden. "Ik zet een masker op." Een stalen masker glijd over mijn gezicht en ik staar emotieloos naar het plafond, wachtend op het moment dat ik in slaap val. Na uren gebeurt dat eindelijk, en in al die uren heb ik me geen centimeter bewogen.
De volgende dag wordt ik wakker met ontzettend veel pijn, overal. Ik voel mijn gezicht pijnlijk vertrekken, maar roep mezelf snel halt toe. Het stalen masker glijd over mijn gezicht. Ik strompel uit bed en verbijt de pijn. Zo normaal mogelijk loop ik naar mijn eigen kamer en zoek een jurk uit. Ik kies een sobere jurk (zie foto). En ik smeer extra veel make-up op mijn gezicht. Ook besteed ik veel aandacht aan mijn kapsel en uiteindelijk heb ik een mooie knot in mijn haren, met plukjes langs mijn gezicht zodat het een speelt effect geeft. Ik roep Sanne en zij komt verbaast de kamer binnenrennen. Ze kijkt fronsend naar mij, maar ik zie nergens een lampje bij haar branden, dus ik negeer de blik. "Kan je me helpen met mijn schoenen?" Langzaam knikt ze en komt als een slak naar mij toegelopen. Ze bestudeerd mijn emotieloze gezicht en knielt vervolgens om mijn schoen aan te doen. Daarna gaat ze weer staan, kijk me nog een keer verdacht aan en loopt de kamer uit. Ik bekijk mezelf nog een keer in de spiegel en ben blij met het resultaat, geen rode ogen, geen blauw plekken in mijn hals, niks. Ik stap de gang op en wandel de trap af. Ook Thomas kijk mij verbaast aan. Ik houd mijn kin omhoog. Ze zijn zo gewend aan de breekbare, zielige Duna. Nu zien ze de sterke Duna, met een stalen masker.
JE LEEST
Duna - Bloedband - Boek 2
Fiksi SejarahDe gouden eeuw. Duna is net 18 jaar geworden, haar vader vindt dat het tijd is om te trouwen en zoekt een echtgenoot voor haar. Maar het is de verkeerde! Hij is gemeen, agressief en altijd dronken. Het leven voor Duna wordt nog ingewikkelder wannee...