Hoofdstuk 17

230 20 0
                                    

De rest van de avond wordt er vrij weinig gezegd. Ik ga snel naar bed en probeer te slapen, wat wonder boven wonder ook nog lukt. De volgende morgen wordt ik wakker gemaakt door mevrouw Geertje, zoals ze vroeger ook altijd deed. Snel stap ik uit bed en trek een van mijn oude jurken uit de kast (zie foto). Gelukkig hangen er nog een paar. Het is een jurk voor een bejaarde, maar dat maakt me nu niet heel veel uit. Dat is ook de reden waarom de jurk nog bij mijn ouders thuis ligt. Snel loop ik naar beneden en zie dat iedereen al aan tafel zit voor het ontbijt. "Waar is Jeroen?" Vraag ik nieuwsgierig. Sulvi zucht. "Wil je ophouden over die Jeroen? Hij is een knechtje, die zorgt wel voor zichzelf." Ik kijk mijn zusje boos aan en besluit er niet op te reageren. In plaats daarvan kijk ik naar het dienstmeisje dat het ontbijt uitstalt op de tafel. "Die jongen is in de keuken. Hij eet met de rest van het personeel." Het liefste had ik hem hierbij aan tafel gehad, maar daar ga ik maar niet over zeuren. Mijn moeder kijkt me bedenkelijk aan. "Maar wat brengt jou hier?" Ik verslik me en begin hysterisch te hoesten. Sulvi rolt haar ogen en focust moeder. "Die Gerard is een gestoorde gek. Hij sloeg Duna en was van plan mij ook te slaan. Alleen maar omdat hij niet van onverwachte gasten houd. Die vent is getikt." Mijn vader maakt een afkeurend geluidje. "Sulvi, ik wil niet dat je zo over hem praat. Hij is een erg gerespecteerd man hier in de omstreken." Sulvi kijkt vader boos aan. "En mishandeld uw dochter, de dronkelap." Mijn vader slaat zijn hand op de tafel. "Genoeg! Sulvi praat niet zo onbeschoft." Eindelijk ben ik uitgehoest en kijk mijn vader woest aan. "Onbeschoft? Wilt u onbeschoft zien? Dit is onbeschoft!" Ik trek mijn jurk iets opzij en onthul mijn paarsblauwe, gezwollen schouder. Ik zie Elduines naar adem happen en besluit het nog een tandje erger te maken. "Of is dat niet onbeschoft genoeg?" Ik duw mijn haar iets naar boven en onthul de blauwe plek naast mijn oog, op de haarrand. "Of dit." Ik draai mijn arm en laat een flinke blauwe plek op mijn bovenarm zien. Ik zie mijn moeder geschrokken kijken. "Schatje, wat heb je gedaan?" Ik kijk haar kwaad aan. "Ik heb niks gedaan. Dat heeft Gerard gedaan toen hij weer eens een keertje dronken was." Ik kijk naar mijn jongste zusje. "Heyle, wil je even de tafel verlaten?" Het meisje knikt en verlaat snel de kamer. Ik kijk mijn ouders om ste beurten aan. "En dit heeft hij met zijn voet gedaan." Ik ontbloot de huid onder mijn linkerschouder en een grote blauwe plek, in de vorm van een schoen, verschijnt. "En weten jullie waarom? Omdat ik per ongelijk in het verboden gedeelte van het huis was gekomen. En weten jullie waarom dat het verboden gedeelte is? Omdat hij het niet zo op prijs stelt gestoord te worden terwijl hij een stel hoeren vermaakt." Moeder kijkt alsof ze elk moment kan overgeven en vader kijkt me heel chagrijnig aan. Elduines ontwijkt mijn blik en ik zie tranen in zijn ogen staan en Sulvi zit met open mond naar me te kijken. Zij is de eerste die de stilte verbreekt. "Verdorie Duna! Dat had je veel eerder moeten vertellen! Hoe lang doet hij je dit al aan?" Ik kijk haar nors aan en draai met mijn ogen. Sulvi's mond zakt nog verder open. "Al meer dan een half jaar? Vanaf het begin van jullie huwelijk?" Ik haal mijn schouders op. Ik zie iedereen geshockeerd kijken en besluit dat ik het beste meteen alles kan onthullen. Ik open mijn mond en laat zien dat ik een van mijn tanden bovenin mis. Het valt niet heel erg op omdat het erg aan de zijkant is. "Die." Ik wijs naar het gat. "Heeft hij eruit geslagen." Elduines kijkt me verdrietig aan. "Waarom zei je niets eerder?" Ik haal bedroeft mijn schouders op. "Hij is een gerespecteerd man. Wie zou mij geloven?" Moeder kijkt op. "Waarom nu wel?" Ik kijk even snel naar Sulvi. "Omdat het nu niet alleen om mijn leven ging." Elduines kucht een keertje. "Leven? Vrees je voor je leven?" Ik haal mijn schouders op en doe alsof het niets uitmaakt. Ik sta op en haal Heyle weer op en zet haar op haar stoel. "We gaan lekker ontbijten." Zeg ik vrolijk tegen het kleine meisje. Ze knikt behoedzaam maar begint toch te glimlachen.

We eten in stilte, het lijkt of niemand iets durft te zeggen. Wanneer we klaar zijn en willen opstaan lijkt Elduines de moed te hebben gevonden om eindelijk iets te vragen. "Maar deden de mensen om je heen niets?" Ik wijs richting de keuken. "Jeroen deed wat. Hij lapte me op als ik weer bloedde, troostte me als ik weer huilde en dreigde Gerard te vermoorden als ik bang was. Hij is mijn beste vriend." Sulvi kijkt nu een beetje schuldig naar beneden. "Sorry dat ik zo naar deed over Jeroen." Ik haal mijn schouders op. "Moet je tegen hem zeggen." Ze kijkt me raar aan. "Ja, dag! Hij is een stalknecht!" Ik schud geïrriteerd mijn hoofd. "Dan niet." Sulvi kijkt me weer voorzichtig aan. "Maar  jij en hij, zijn niet..." Ik schud nog geïrriteerder mijn hoofd. "Oh." Mompelt ze. Oké, misschien vertel ik nu niet de gehele waarheid, ik heb hem ten slotte wel 1 keer gekust en andersom ook. Maar dat is maanden geleden! En gaat hun niets aan. Ik ga met Heyle naar haar kamer en speel met de poppen. Ze heeft er nu 3, ze heten Dunna, Sullief en ikke. Ze hoopt nog op een jongetjespop die ze dan Eluindus gaat noemen. Even vergeet ik al mijn zorgen en ben ik in dit spel Dunna, geen Duna. Dus geen drama, geen verdriet, geen pijn, geen angst, alleen maar blijheid. En ik hoop dat dit spel werkelijkheid wordt, maar weet wel beter.

Duna - Bloedband - Boek 2Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu