quarantatre

205 13 3
                                    

Mijn vader staat in de deuropening en houd Silvano onder schot. 'Padre' roep ik.

Ik spring uit bed, gris de deken mee en ren naar hem toe. Sandro doet snel zijn boxer aan, pakt onze kleding en rent achter me aan. Ik sla snel de deken om me heen. Mijn vader duwt mij en Sandro achter zich. Stefano staat achter hen en omhelst mij. 'Ben je oké' vraagt hij.

'Sei entrambi d'accordo' vraagt hij snel aan Sandro.

We knikken tegelijk. Hij neemt ons mee naar beneden. Daar zijn Emi, Cristiano en de andere Stefano. Er zijn nog vijf andere mannen. Ook zij werken voor mijn vader. Sandro omhelst me even. Mijn vader komt aanlopen. Meteen omhelst hij me. 'Ben je oké' vraagt hij.

Ik knik, 'ja.'

Hij glimlacht en kijkt Sandro aan. 'Hai fatto qualcosa per lei?' -Heb je iets gedaan bij haar-

'Naturalmente nessuna capo, sarei vostra figlia non può mai fare qualcosa.'-Natuurlijk niet baas, ik zou uw dochter nooit wat aan kunnen doen-

'Andiamo a casa presto, quindi tua madre ...' -Laten we maar snel naar huis gaan, dan zal je moeder...

Hij kan zijn zin niet afmaken want zijn telefoon gaat. Hij pakt zijn telefoon en neemt met een frons op. Valerio' zegt hij kort.

Zijn ogen worden groot en hij kijkt mij aan. 'Val' vraagt Stefano bezorgd.

Mijn vader hangt op en zegt: 'Il lavoro è iniziato.' -de bevalling is begonnen-

'Poi dobbiamo andare ora' roept Stefano.

We lopen snel naar een speedboot die aan de kust ligt. Mijn vader houd mij en Sandro dicht bij zich. Hij vraagt ons hoe we ons voelen en wat er is gebeurd?

Ik vertel heel rustig wat er is gebeurd. Ik zie dat hij zijn woede in moet houden. Als we op land zijn laat hij me eerst aankleden voordat we met een helikopter naar huis gaan. Alleen Stefano, Sandro, mijn vader en ik gaan. Stefano en mijn vader besturen de helikopter. Ik kruip tegen Sandro aan.

Als we er zijn rennen mijn vader en ik naar binnen. We rennen de trap op naar de slaapkamer van mijn ouders. Sandro en Stefano rennen vlak achter ons. Als we nog maar een paar meter van de kamer verwijderd zijn zien we mijn grootvader staan. 'Tina' zegt hij.

'Nonno' zeg ik.

Hij omhelst me voordat hij me naar binnen laat gaan. Mijn moeder ligt uitgeput op bed. Mijn nonna zit op de rand van het bed. Ik zie nog snel dat er een wit wiegje in de hoek staat. Bij het wiegje staat Eloisa. Ze kijkt mij aan en glimlacht. Sandro komt ook de kamer inlopen. Hij loopt naar Eloisa en omhelst haar. Ik loop naar mijn grootmoeder. 'Nonna' zeg ik.

Ze glimlacht, 'hallo Tina, hoe voel je je?'

'Prima' zeg ik terwijl ze me omhelst.

Als ze me loslaat zegt mijn moeder opeens: 'Tina?'

Ik kijk naar haar. 'Hey mam.'

Ze gaat rechtop zitten en trekt me in een omhelzing. Ze huilt dikke tranen. 'Hoe gaat het? Ben je gewond?'

'Nee mam, ik ben oké. En jij?'

'Ik ben ook oké, ga maar kijken bij die twee.'

'Twee' vraag ik, 'een tweeling.'

Ze glimlacht, 'ja. Je hebt een broertje en zusje. Cirino en Cinzia. De zon en de maan.'

Ik gniffel en ze geeft een kus op mijn voorhoofd. Ik sta op en loop naar het wiegje. Mijn broertje en zusje slapen zo te zien. Mijn broertje draagt een blauw rompertje en een blauw mutsje. Mijn zusje heeft een roze rompertje en een bijpassend roze mutsje. 'Gefeliciteerd Tina' zegt Eloisa zacht, 'with the gemello.' -tweeling-

'Grazie' zeg ik zachtjes.

family partyWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu