27. James

94 6 0
                                    

Ik was een drijver, net als Sophie. Het was geen partijtje, we speelden maar op één doel. Ik snapte het spel nog steeds niet precies, maar de bedoeling was dat je scoorde. Ik hoefde alleen maar de mensen die aan de bal waren in elkaar te slaan met een Beuker en dat kon ik. Sophie deed haar best nog een beetje aardig te spelen, ze wilde geen mensen vermoorden. Toen zeiden ik en Fred dat ze een watje was en lagen we op de grond. Niks ernstigs, we zaten binnen een paar minuten alweer op onze bezems, misschien verdiende we het ook wel een beetje. Sophie nam me even apart na het spelen, geen idee waarom.

'Nog sorry van het geheugen wissen, je daagde me uit. Al weet je dat waarschijnlijk niet meer... Wat weet je nog wel?' vroeg ze smooth, niet smooth genoeg, ze had blijkbaar een geheim verklapt.

'Dat de rest wegging, je nam de drank en ik ging je ondervragen over de dagen dat je weg was,' antwoordde ik fronsend, 'Ik weet de antwoorden niet meer... tenminste niet degene die je toen zei.'

Ze wist dat ik loog.

'Welk antwoord weet je nog, James? Ik weet dat je je meer herinnerd dan je zegt,' zei Sophie.

'Je was ontvoerd, door Dooddoeners,' zei ik.

'Meer antwoorden weet je niet meer?' vroeg ze.

'Nee,' antwoordde ik en dit keer geloofde ze me. Ze wist het meestal als ik loog, maar ik kon erg goed liegen.

Ik had niet zoveel meer gehoord, wat er was gebeurd daar alleen. Dat ze gemarteld was, dat ze een Teken had en dat ze iets wilde verbergen. Maar wat wilde ze verbergen? Wat?! Ik kon het me niet meer herinneren.

'Misschien moet je het tegen pap zeggen,' zei ik voorzichtig.

'Heb ik al gedaan. Morgen moet ik mee voor verhoor,' zei ze nijdig.

'Nou, het is niet zo dat je iets te verbergen hebt,' zei ik onschuldig, ze wierp me een vuile blik toe.

'Je hebt gelijk, natuurlijk. Maar ik haat het om eerlijk te moeten zijn, vooral tegen mensen die ik amper ken,' zei Sophie geërgerd.

'Ga je het nog tegen de rest zeggen?' vroeg ik, ik was slechter in de waarheid achterhouden dan Sophie. Al kon ik het wel, als ik wilde.

'Nee, ik wil ze niet bang maken. Misschien dat het slim is om het tegen Roxanne te zeggen, anders probeert ze het er misschien in het bijzijn van de kinderen uit me krijgen. Misschien dat iedereen het wel weet na dat gesprek van morgen,' ze zuchtte.

'Sophie!' pap kwam eraan.

'Ik heb een brief naar het ministerie gestuurd. Parvati gaat je verhoren! Ik bedoel, mevrouw Patil. Ze is erg aardig en zal het je niet al te moeilijk maken. Het komt allemaal goed, wees maar niet bang,' zei hij opgewekt. Alsof Sophie ooit bang was, wacht... misschien was ze dat ook wel. Ik keek een keer in haar ogen en probeerde ze te lezen, ik was slecht in gevoelens lezen. Toch leek haar ogen in ieder geval zenuwachtig. Sophie Shaw zenuwachtig? Nee echt niet. Ik moest wel heel slecht in het lezen van mensen zijn.

'Ik geloof ook wel dat het goed komt, bedankt. Hoe laat moet ik er morgen zijn?' vroeg Sophie.

'Een uur of 9, ik ga met je mee. Ik moet dan toch naar mijn werk. Je kan waarschijnlijk niet Verschijnselen, of wel?' antwoordde hij.

'Beter dan andere kinderen, ik kan ondertussen Bijverschijnselen met mijn moeder,' antwoordde Sophie.

'Je moeder is toch een snul?' vroeg ik, misschien ongepast. Ik leek Albus wel, shit.

'Dat klopt. Een van de weinige dingen die ze kan is bijverschijnselen en kleine stukjes zelf. Ik heb geleerd om samen met haar te kunnen Verschijnselen,' beantwoordde Sophie mijn vraag.

hp: next generation, next adventuresWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu