☆Hoofdstuk 39☆

148 8 0
                                    

Dit is onze kans! Jubelt Kayla. Die is ook weer wakker

P.O.V Sarah
Ik steek mijn hand op.
"Ja, meisje? Heb je nog nooit eerder gezien. Ben je nieuw hier?" Ik knik
"Ja. Ik ben Sarah, op zoek naar een school, en ik kom hier even een paar dagen rondkijken."
Een paar jongens staren naar me. Ew..
"Maar ik wou graag een aanvulling doen op uw verhaal. Mag Dat?"
Hij knikt. "Brand maar los"
"Nou, voor de rest praten wolven via lichaamstaal. Een teken van respect is bijvoorbeeld je blik afwenden als de Alfa je aankijkt, of je staart tussen de benen leggen. Lichaam laag houden betekent hetzelfde. Woede, daarentegen, geeft het tegenovergestelde. Ontblote tanden, grommen, en het lichaam groot maken zijn enkele voorbeelden."
Vervolgens leg ik mijn hand op mijn mond. Kayla was weer bezig. In plaats van gelach, hoor ik applaus. Verbaasd kijk ik op. Een lach op mijn gezicht.
Ik lach een beetje awkward naar Noah, en hij lacht terug. Vervolgens gaat de docent door met zijn uitleg over communicatie van dieren.

Na een halfuur gaat de bel, en gaan we door naar het volgende uur.
Wiskunde. Geweldig.

Ik weet niet wat ik moet doen. Een jongen zit de hele tijd naar me te knipogen. What the hell?

*tijdsprong*
(Het is nu 22:00, en Sarah en Noah zijn aangekomen bij Noah's huis na een vermoeiende dag school.)

Noah neemt me mee naar een bos. Hij doet er een beetje verdacht over. Hij lijkt blij, en opgewonden. Ik volg hem en we komen uit op een grote open plek met een enorme boomstam in het centrum. Het is prachtig. Bij springt op de boomstam, en valt er gelijk ook bijna weer af. Al dat mos erop maakte de boomstam glad. Ik moet lachen. Hij rent weg, en roept dat ik moet wachten. Geduldig ga ik op het gras zitten, maar sta gelijk bijna op. Het gras is nat van het dauw. Ik besluit er schijt aan te hebben, en plof mijn kont neer op het natte gras. Na een paar minuten wachten raak ik echter wel ongerust. Ik klim de stam op, en zie hem. Zwevend in de lucht, opgetild door de klauw die zijn borst heeft doorboord. De klauw is afkomstig van het monster. Mijn Demoon. Hij grijnst, alsof dit dus heel grappig is. Vervolgens snijdt hij langzaam, maar zeker Noah's keel door. "Weet je nog?" Hij krijgt er plezier in. "WAT weet ik nog?" Roep ik. "DE EERSTE KEER DAT JE IEMAND DOODDE. DAT BEDOEL IK"
Die ene man, in het territorium van die rare gast met zijn zweep! Dat verdiende hij. Als ik hem niet had gedood, had hij me kunnen verkrachten. Ik kan er soms nog steeds niet van slapen.
"Wat is daarmee?" Schreeuw ik.
"Hij was ONSCHULDIG. Hij deed dit om zijn geld te verdienen. Hij had nog niemand gedood. Een reine ziel."
Mijn hart lijkt te stoppen met kloppen. Ik heb een onschuldige gedood. Is dat echt waar?
"Ja. Het is echt waar." De demoon schudt Noah van zich af, en loopt naar me toe. Ik zak door mijn knieën.
"Je weet wat er nu gebeurt" zegt hij, hij heeft bijna medelijden. Ik knik. Ik spring van de stam af, en probeer wanhopig een uitgang te vinden. Het lukt me niet. De demoon komt langzaam dichterbij, en als hij mij steekt in mijn buik, word ik gillend wakker.
Noah kijkt me verschrikt aan. Ik kan niet ademen! Mijn keel zit dicht.
Noah begint te roepen.
"MAM! ZE HEEFT EEN PANIEKAANVAL!"
de moeder komt aangerend, met een natte handdoek. Ik duw haar weg, en zoek een beetje ruimte. Er is hier maar één oplossing voor.
.
.
.
.
HALLO IK SCHRIJF HEEL ONREGELMATIG SORRY HEB NU WEL EEN BEETJE EEN IDEE WAT ER ZAL GEBEUREN DOEI XX
XX YOGIRL SILKE💋🐺💯

That One WolfWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu