Op de derde dag, begon het te regenen.
Om Kissa heen was het donker. Drie dagen en nog altijd hadden ze de bossen niet kunnen ontsnappen. Het bos was gewoonweg omgesmolten; omgesmolten tot een woud dat vervolgens omgesmolten was tot een wildernis. Op dit moment, was Kissa omringd door eeuwenoude bomen, door omgevallen boomstammen, mos, lianen, struiken, enorme planten en doorns die haar enkels geschaafd hadden. Mist sloop over de bodem. De zon brak nauwelijks door het bladerdak heen boven haar hoofd. Het was koud, vochtig weer. Die zon die steeds zo fel op het water van de Ravenpas had geschenen, leek hier nergens te vinden te zijn. De eerste regendruppels vielen in het vuur dat voor Kissa knetterde.
Het sidderde.
'Alle zeegoden. Dit meen je niet.'
Verderop stonden de paarden te snuiven en te briesen. Ze waren de hele ochtend al onrustig geweest, en Rasmus had gezegd dat dat kwam door het ruwe landschap. Ze waren al kliffen tegen gekomen, steile heuvels, enorme, omgevallen boomstammen en beekjes die zich met veel kracht van de hellingen afwierpen. Ze hadden net besloten te rusten; Per - één van de wachters - had een vuur voor hen aangemaakt. Hij zuchtte nu.
'Ik zweer; als dit woud niet echt vervloekt is, dan weet ik het ook niet meer.'
Lavabo en de jongen - genaamd Vidar - zaten wat verderop. Kissa was er achter gekomen dat Vidar net zo arrogant was als Lavabo. Ze wist nog steeds niet wie hij nou precies was en wat hij met Lavabo te maken had, maar ze had de twee wachters, Per en Leif, wel beter leren kennen. Ze waren aardig; zij, de twee wachters en Rasmus leken het best oké met elkaar te kunnen vinden. De oude man, Vitum Onyx en de derde wachter spraken vooral met elkaar. De oude man bleek ergens familie te zijn van Vitum Onyx - dat had ze van Per gehoord. De man stamde uit de Varza familie, had hij gezegd, maar Kissa kende die familie niet. Vitum Onyx leefde aan de andere kant van het land; in Opiala wist men maar weinig over hem - weinig naast zijn drakenhandel. Kissa gokte dat de derde wachter een wachter was die in dienst was van Vitum Onyx zelf, als een soort persoonlijke schildwacht. Per en Leif waren in dienst van de Legumino familie.
En het feit dat juist Lavabo's personeel Lavabo niet leek te mogen, zei al genoeg.
'Misschien komen de heksen ons wel halen.' Lachte Rasmus. 'Die houden niet van vuur.'
'Die zitten alleen in de bergen.' Zei Per. Hij was lang, breed en had een grof gezicht met een grote neus. Asblonde krullen sprongen uit zijn hoofd. 'Hier zitten alleen de waanzielen en aardmannen.'
'O, kom op.' Rasmus kneep zijn ogen samen. 'Je gelooft al die dingen toch niet echt?'
De regen begon harder tegen de bladeren aan te beuken. Kissa voelde dat er een paar druppels naar beneden lekten, dat ze op haar drupten in hun ijzige kou. Het vuur begon harder te sissen. Lavabo sloeg de kap van zijn mantel over zijn hoofd.
Per rolde zijn ogen. 'De enigen die het niet geloven, zijn de mensen die hier niet vandaan komen. Mijn hele dorp werd geteisterd door waanzielen toen ik nog in het woud leefde.'
JE LEEST
Perimus
FantasyPerimus is één van de grootste rijken die de wereld kent. Het is het mystieke middelpunt van de aarde; daar waar draken verhandeld worden, mensen van over de hele wereld bijeen komen, waar kusten zijn met honderden machtige schepen en fortuinen kunn...