De muziek sleepte iedereen de tijd door en uren gleden tergend langzaam voorbij. Kissa kwam tot de conclusie dat ze feesten haatte; deze feesten althans. Ze liep als een hondje achter Vitum Onyx aan en liet zich de hele avond met dubbele opmerkingen vernederen door alle arrogante mensen waar de Vitum zich niets van aan trok. Het dansen van de mensen hier kwam neer op een paar minuscule pasjes die netjes afgemeten waren en aangezien Kissa geen idee had wat die pasjes waren, hield ze zich zo ver mogelijk bij het dansen vandaan. De wijn zorgde er voor dat de mensen steeds harder lachten om elkaars grappen, maar niemand liet zich zo gaan als toen in de herberg. Het was gewoonweg saai, en uiteindelijk glipte zelfs de Vitum van haar weg toen ze vast zat in een gesprek met een vrouw die vooral veel dingen op Kissa's uiterlijk aan te merken had. Kissa had daarna besloten om ook niet meer achter hem aan te lopen en was neer gezegen op één van de sofa's helemaal in de hoek van de balzaal. Tegenover haar sliepen twee mannen die iets teveel op hadden. Ze keek naar de dansende mensen; hun pasjes, de manier waarop hun jurken rondzwierden - zo sierlijk dat er geen plezier van af leek te spatten.
Lavabo en Nova dansten ook. Ze waren er erg goed in; Kissa gokte dat ze het vaker deden. Hun passen waren gelijk op elkaar afgestemd en die struikelende foutjes die ze soms bij andere mensen zag, waren niet te vinden bij hen. Ze glimlachten naar elkaar en Kissa zwoer dat ze Lavabo nog nooit zóveel uur achter elkaar vriendelijk had zien kijken. Ze waren als een wit, fonkelend licht tussen al die mensen in die donkere kleuren. Ze stalen alle aandacht; dat was duidelijk te merken.
Kissa peuterde aan de beker wijn die één van de dienstmeisjes in haar handen had gedrukt. Ze hield niet echt van de smaak van wijn; het was alsof het haar hele mond abrupt uitdroogde bij elke slok. Ze miste de kruidendranken van haar moeder, miste de mensen uit de Karkassen, die allemaal zo simpel leefden en zich niet in enorme jurken hesen waarin je niet eens kon lopen. Ze wist wel dat het haar droom hoorde te zijn om hier te zijn, dat ze blij moest zijn dat de Vitum haar deze kans geschonken had, dat ze zich moest voelen als een prinses, maar ze deed het niet. Ze voelde zich opgesloten in een koker die haar hele middenrif samen trok en haar ademhaling belemmerde. Ze begreep het gewoon niet; begreep niet hoe deze mensen leefden, wat hun manier van doen was. Ze voelde zich een buitenstaander terwijl ze aan de zijde van een Vitum zelf stond.
'Ja, oké; ga jij nu maar met al die belangrijke mensen praten. Mijn voeten martelen me.'
Die woorden werden gevolgd door een aangename lach en toen Kissa haar ogen ophief, zag ze dat Nova iets verderop stond en haar arm nu uit die van Lavabo haakte. Lavabo lachte, zei iets tegen haar dat Kissa niet kon verstaan en kuste haar hand. Nova moest om zijn woorden grijnzen en gaf hem toen een kleine stomp tegen zijn schouder. Hij liet haar hand los alsof hij hem nooit wilde loslaten en liet haar toen achter. Nova staarde hem nog even na met een glimlach, draaide zich toen om en liet haar gehele blik vertrekken.
Ze leek plotseling zo chagrijnig als een kat die een bad had ontvangen.
'Verdomde gladjanus.'
Ze zuchtte geërgerd, zeeg naast Kissa neer op de sofa en zakte verveeld onderuit. Kissa keek een beetje vragend naar haar opzij.
JE LEEST
Perimus
FantasyPerimus is één van de grootste rijken die de wereld kent. Het is het mystieke middelpunt van de aarde; daar waar draken verhandeld worden, mensen van over de hele wereld bijeen komen, waar kusten zijn met honderden machtige schepen en fortuinen kunn...