74

361 27 4
                                    

~•~ DE EERSTE VERGADERING ~•~

De intreding van de Vitum zonder achternaam had scheuren in het land doen ontstaan die voorheen niet mogelijk hadden geleken. Het was niet zo simpel als de kant die voor haar was en de kant die tegen haar was: meningen waren versplinterd tot een mozaïek die het land verdeelde. Het was niet uit te sluiten dat de intreding van de Vitum oproer veroorzaakte; of dat nou positief of negatief was.

Maar niemand had nog redenen gehad om zijn mening te onderbouwen.

Het was niet zeker of de Vitum goed of slecht zou zijn, of ze hun vooroordelen konden vaststellen, of ze konden hopen.

Iedereen wachtte op beslissingen.

Op keuzes.

Op de toekomst.

Kissa ook; maar ze wachtte die ochtend vooral op een stoel om in te zitten.

Ze zag het al vanaf haar eerste oogopslag in de ruimte. De vergaderruimte was gevestigd in een ronde, grote torenkamer - een beetje zoals die in het Opium. Er waren brede ramen aan weerszijden van de ruimte gevestigd die een helder daglicht op de enorme kaart op de tafel in het midden van de ruimte wierpen. Er stond een sikkelvormige tafel omheen, precies dezelfde als in het Opium. Daar aan zaten de drie Vitums, samen met hun belangrijkste raadsleden of hun vrouw. Kissa kwam de ruimte binnen en merkte meteen op dat er geen stoel voor haar was gepakt.

Eerst liet ze zich niet kennen. Iris zag het ook en trok haar mond aarzelend open, maar toen Kissa niet sprak, deed zij het ook niet. Kissa stapte de cirkelvorm in. Ze bleef staan.

Ze zag de kleine, vermaakte fonkeling in Vitum Legumino's ogen, die eerst deed alsof hij haar aanwezigheid niet opmerkte met de eerste stap die ze naar binnen deed en iets bleef overleggen met een officier die zijn troepen leidde. Herdis merkte haar wel op. Ze meed oogcontact.

Kissa wilde niet eens met haar keel schrapen; zelfs dat plezier gunde ze hem niet.

'O.' Vitum Legumino deed alsof hij haar nu pas opmerkte. 'O, het lijkt er op...' zijn ogen gleden over de tafel heen, 'het lijkt er op dat er geen stoelen zijn gepakt voor jou. Wat dom! Macht der gewoonte, denk ik. Meestal zitten we hier met zijn drieën, aangezien Vitum Onyx ook nooit zo spraakzaam was.'

'Ook?'

Vitum Legumino keek haar even aan. Ze kon niet geloven hoe kinderachtig deze volwassen mensen zich konden gedragen.

'Ja.' Zei hij, alsof dat logisch was.

'Volgens mij heb je me nog geen enkele keer laten of horen spreken, dus ik zou dat een loze aanname noemen.' Zei Kissa, waarna ze een blik ontving van Iris, die ze tactisch negeerde.

Vitum Legumino kneep zijn ogen lichtjes samen. 'Hm. Oké.' Verder zei hij niets. Hij gebaarde. 'Er staan nog stoelen in de hal. Pak er één.'

Kissa zag het al zo voor zich; hoe zij, als "Vitum" in hun ogen, met haar eigen stoel zou moeten slepen, haar eigen stoel aan hun tafel moest zetten als de overbodigheid die ze voor hen was. Even aarzelde ze, maar uiteindelijk gaf ze toch aan haar eigen ego toe en wilde ze de ruimte uit lopen om een stoel te pakken.

Vitum Encalyptus stond echter al op. 'Je laat een dame toch niet met haar eigen stoelen slepen, Mallord?' Hij schudde zijn hoofd en toen Vitum Legumino zijn kaken op elkaar beet, knipoogde hij naar Kissa en liep hij bij zijn plaats vandaan. 'We hebben blijkbaar andere etiquetten in het zuiden.'

Kissa bleef met een kleine grijns op haar plek staan terwijl Vitum Encalyptus met zijn grote gedaante twee stoelen tegelijk pakte. Vitum Legumino bleef haar aankijken; met stekende, fonkelende ogen vol verwrongen haat. Iloise fluisterde iets naar haar man. Ze keken met een kleine afkeur op Kissa neer.

PerimusWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu