'Nee, mag ik niet zeggen.'
'Maar je weet het wel, of niet soms?'
Die ochtend waren ze met een groep van elf mensen uit de Robijnenburcht vertrokken. Het was toen zo vroeg geweest dat de zon nog niet eens was opgekomen. Het was duidelijk dat Kissa gezocht werd, want de wachters van Vitum Onyx hadden haar een mantel gegeven en hadden haar gezegd om haar kap niet af te doen tot ze de stad uit waren. Kissa dacht dan ook dat alles voorbij zou zijn bij de poorten van de stad, maar de wachters daar leken simpel omgekocht te kunnen worden met een paar gouden munten. Nu hing de zon de laatste uren van de late middag uit tussen een paar loofbomen door. De paden waren kalm, de dag was warm. Muggen zoemden rond Kissa's oren.
'Ja.' Zei Nova. 'Heb het jaren geleden moeten doen.'
'Ging het goed?'
Nova knikte. 'Bij mij wel.'
'Het is gewoon een kippenei, of niet soms? Er zit niets in.'
Nova keek voor zich uit. Ze lachte zwakjes. De zon scheen in haar ogen. 'Geen idee.'
Kissa droeg het ei in een kleine leren buidel om haar nek die ze had gekregen van één van de wachters. Het was bedoeld geweest om haar munten in te houden, maar aangezien Kissa geen munten had, had ze besloten om het ei er in te leggen. Leah reed voor hen.
'Want als er iets in zit, dan hoor je het warm te houden, toch? Dan moet je het uitbroeden. Als ik het alleen maar bij me moet houden, dan zit er niets in.'
Nova haalde haar schouders op. 'Misschien moet je het wel warm houden dan.'
Kissa keek geschrokken naar Nova opzij.
Nova bleef met dezelfde, neutrale blik kijken.
'Aan jou heb ik ook niks.'
'Klopt.'
'We stoppen hier voor de nacht!'
Ze waren bij een gedegen dorpje aangekomen dat gevestigd was tussen een paar hellingen in. Het strekte zich op dit moment voor hen uit; het leek best groot vergeleken bij de andere dorpjes die ze tot nu toe tegen waren gekomen. Kissa zag een beekje, een molen, een paar torens van iets dat leek op een klein kasteel en de daken van de huizen. Daartussen sprongen een paar bomen uit. Rook kringelde uit de schoorstenen. Het was er niet rustig; er liepen overal mensen met karren, met paarden en ossen en een hoop bagage. Meerdere paden liepen het kleine dalletje in.
'We lopen op schema - normaal bereiken we dit dorp pas tegen de avond.' Zei Nova.
'Stoppen jullie hier altijd?'
Ze knikte. 'Haast iedereen doet dat. Het is een handelaarsdorp; de meeste mensen die je hier ontmoet, blijven niet langer dan een paar dagen.' Het kiezelpad knerpte onder de hoeven van hun paarden. 'Normaal als we zo vroeg zijn, gaan we door naar het volgende dorp, maar we moeten een paar leerlingen ophalen.'
JE LEEST
Perimus
FantasyPerimus is één van de grootste rijken die de wereld kent. Het is het mystieke middelpunt van de aarde; daar waar draken verhandeld worden, mensen van over de hele wereld bijeen komen, waar kusten zijn met honderden machtige schepen en fortuinen kunn...