66

350 33 20
                                    

'Kijk dan

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.

'Kijk dan. Deze? Vind je deze wel mooi?'

Ze had heel haar leven lang gerend van de tijd.

Het was het enige wat ze deed. Kon ze er niet van rennen, dan vergat ze het wel; dan dronk ze de tijd weg, sliep ze de tijd weg, filterde ze de tijd weg in onvatbare gedachtengangen of mensen die haar aanstonden of domme dorpsfeesten waar ze even iemand anders kon spelen. Zolang die tijd maar weg bleef. Zolang ze maar kon doen alsof. Zolang ze maar als een blinde kon kijken naar haar toekomst.

Haar handen beefden. Ze voelde zich misselijk. Ze durfde niet op te kijken.

Herdis knipte ongeduldig in haar vingers. 'Nova.'

'Strak.' Haar stem was slechts een zucht. Haar lichaam gloeide koortsachtig. 'Te strak.'

'Hij ziet er niet te strak uit.' Zei Herdis. Ze liep naar Nova toe. Haar ogen gleden over haar heen. 'En je eet ook weinig.'

'Hij zit te strak.' Snauwde Nova naar haar, en toen ze opkeek, ving ze een flits van zichzelf op in de spiegel en was het alsof de donder haar raakte. Ze werd abrupt misselijk.

'Je hebt gewoon last van die onzekere-bruid zenuwen.' Herdis lachte en trok de enorme witte jurk recht. Nova leunde slapjes tegen de poot van het bed aan. Ze leek niet eens op zichzelf. 'Je moet gewoon aan je houding werken. Zo'n jurk is niet gemaakt om in te staan zoals jij staat.'

Haar mond voelde droog. Ze voelde zichzelf als een uitgeknepen vaatdoek; leeg, slap, futloos. Haar hele lichaam was als een zak botten die ze sindsdien elke dag moest meeslepen. Er beefden tranen in haar keel.

'Je ziet er hartstikke mooi uit.' Herdis glimlachte. Ze had dezelfde huid als haar zoon; zo bleek en gaaf als porselein. Nova werd er nog misselijker van. 'Je zal de mooiste bruid zijn die het land heeft gekend.'

De wereld begon voor haar ogen te tollen. De jurk leek haar lichaam te verstikken. Ze kon zich niet bewegen, ze kon niet ademen, niet slikken; ze zat opgesloten en kon alleen maar staren naar haar spiegelbeeld - naar dat bleke, magere kind dat verdronk in lagen witte stof. Ze was alles behalve mooi. Ze haatte haar spiegelbeeld; ze haatte zichzelf.

'Kom op.' Herdis liet haar los en staarde haar vanachter haar aan in de spiegel. 'Je mag wel een beetje lachen, weet je. Alle meisjes in dit land zouden een moord doen om in jouw schoenen te staan.'

'Ik hoop dat ze mij vermoorden.'

Herdis lachte. Er klonk een kleine, bittere ondertoon in haar lach. 'Altijd even positief. Dat moet je van je moeder hebben.'

'Jij weet niks over mijn moeder.'

Herdis hield haar hoofd schuin en stapte bij Nova weg. Ze vouwde haar uniform op. 'Jouw moeder en ik waren goede vrienden vroeger.'

Nova snoof cynisch. Ze zakte op haar bed neer. De jurk plofte op. 'Mijn moeder kon jou niet uitstaan.'

'Dat heeft ze me nooit verteld.' Ging Herdis stoïcijns verder.

PerimusWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu