~Hoofdstuk 9: Pax~

363 31 1
                                    

Ik loop rustig over het strand met mijn slippers in mijn hand

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.

Ik loop rustig over het strand met mijn slippers in mijn hand. Het water raakt mijn voeten net niet aan, omdat het eb is. Ik voel het zand onder mijn voeten kriebelen. De golven deinen rustig op en neer en de lucht is helderblauw.

Ik loop naar het water toe. Elke keer als ik op het strand ben, voel ik de aantrekking met het water en het wordt alleen maar sterker wanneer ik in het water ben.

Het water lijkt me te roepen, te wenken. En elke keer wanneer mijn huid in contact komt met het zoute water, voel ik alles te vergeten. Het voelt alsof ik in een hallucinatie zit, een fijne slaap.

Ik steek het uiteinde van mijn tenen voorzichtig in het water. Het voelt koud aan, maar tegelijkertijd ook warm.

Ik slaak een diepe zucht van verlichting. Ik heb nu zoveel zin om te gaan zwemmen, om het water om mijn hele lichaam te voelen. Maar ik ben niet goed voorbereid en heb geen kleren meegenomen.

Het was een impulsieve actie van mij om naar het strand te gaan. Halverwege school heb me ziekgemeld en ben weggegaan, niet dat ik echt ziek ben. Maar dat weet de meneer achter de receptie niet, het is dezelfde man die ons bij onze aankomst zo openlijk had ontvangen.

Hij vroeg nog of hij Mitch moest omroepen om me naar huis te brengen, maar dat heb ik snel afgewezen. Ik heb even tijd voor mezelf nodig, om even na te denken en te produceren van wat er de afgelopen maanden is gebeurd.

Mijn hele leven is in één klap omgegooid.

Na de pauze zou ik een toets hebben, waarvoor ik niet heb geleerd. Ik zou Mitch alleen nog maar verder teleurstellen als hij mijn cijfer ziet. En dat wil ik niet. Ik wil me niet meer schuldig voelen.

Dus ben ik voor de toets weggegaan.

Ik weet niet hoe ik op het strand terecht ben gekomen, maar dit is de plek waar ik mijn rust kan vinden. Er is niemand in de wijde omtrek te vinden.

Ik ben alleen.

Een tring gaat plotseling af. Mijn hand graait naar mijn broekzak, waar mijn telefoon in zit. Theo en Samantha hebben ons beide een telefoon gegeven, waardoor we met elkaar kunnen bellen en hen ook kunnen bellen.

Ik kan me geen lievere mensen inbeelden. Ze geven ons zoveel en wij kunnen er niks voor terug geven. En dan nog geven ze ons dingen.

Kort zie ik op mijn display Mitch staan, waarna ik opneem en het apparaatje bij mijn oor houdt.

"L?", Mitch zijn stem galmt door het apparaat. De bezorgdheid is goed te horen.

Altijd de bezorgde Mitch.

Het zou me niets verbazen, dat het mannetje achter de receptie zo snel mogelijk Mitch heeft ingelicht. En heeft gezegd dat ik me heb ziekgemeld.

"Ja?"

"Moet ik naar huis komen? Ik hoorde van de receptie dat je je ziek hebt gemeld."

Ik wil direct nee zeggen, maar dat klinkt te opvallend. Dus zeg ik: "Nee hoor. Blijf jij maar op school, ik weet dat je geen lessen wilt missen." Ik kuch zachtjes.

De Steen der VerwoestingWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu