~Hoofdstuk 20: De Sterrenhemel~

319 28 2
                                    

Ik staar naar mezelf in de spiegel

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.

Ik staar naar mezelf in de spiegel. Ik kijk naar mijn as zwarte haar, dat net boven mijn heupen eindigt. Ik haal langzaam mijn vingers erdoorheen. Het is deels nog nat, vooral de puntjes, doordat ik net uit de douche ben gestapt. Kleine druppels glanzen in het licht, wanneer ik mijn vingers uit mijn haar haal.

Het is lang.

Langer dan vroeger denk ik.

Nadat ik wakker werd in het ziekenhuisbed, heb ik mijn haren niet meer geknipt. En in de tijd dat er is verstreken, is mijn haar tot net onder mijn heup gekomen als ik het los laat hangen.

Maar ik wil het niet laten knippen, ik wil het zo houden. Ik vind deze lengte mooi. Als ik het korter zal knippen, zal het waarschijnlijk pluizen. Net zoals het nu doet, nu het nat is.

Ik richt mijn blik weer op de spiegel. Donkerbruine ogen kijken me aan. Waarom heeft Pax me uitgenodigd om met hem naar de bioscoop te gaan? Als een date? Of vriendschappelijk?

Ik verbreek het oogcontact met de priemende donkerbruine ogen. Ik loop naar mijn kledingkast en doe hem open. Zoekend kijk ik mijn kledingkast rond, op zoek naar een passende outfit.

Pax heeft me enkel gezegd dat hij om half zeven voor mijn deur zal staan, om dan samen naar de bioscoop te gaan. Ik kijk naar de klok en zie dat het al kwart voor acht is.

Ik moet opschieten.

Ik wil Pax niet laten wachten, alleen omdat ik niet kan kiezen wat ik aan moet trekken.

Snel pak ik de bovenste trui van boven, wat een bordeauxrode kleur heeft met een diepe decolleté, maar door aan de touwtjes van de trui te trekken wordt de decolleté minder zichtbaar. En ik pak een zwarte broek, die losjes en comfortabel zit van mijn stapel met broeken.

Ik check kort of mijn deur echt op slot zit en zodra ik zie dat dat inderdaad het geval is, doe ik mijn handdoek om de hendel van de deur en kleed me snel om.

Net wanneer ik de deur van het slot afhaal, hoor ik de bel gaan. Haastig loop ik de trap af, met mijn ene hand op de leuning. Onderaan de trap aangekomen, zonder te vallen, loop ik naar de gang toe om de voordeur open te doen. Wazig zie ik het figuur van een enkel persoon door de deur heen schijnen.

Pax.

Ik loop snel de laatste passen naar de deur en slinger hem open. Pax, die de deur heeft horen opengegaan, draait zich om naar mij en glimlacht naar me.

"Klaar om te gaan?"

"Ja...oh wacht-", ik snel de trap weer op en open mijn deur, waarna ik naar mijn onopgemaakte bed toeloop en mijn kussen optil.

De steen.

Ik doe hem in mijn broekzak en loop snel weer terug naar de deur die op een kiertje staat. Ik werp een korte blik op mijn kast, waar - verstopt door mijn kleren - een lang ijzeren zwaard staat. Het blad is aan beiden kanten scherp en het heeft een gouden knop, waar de kopt van een leeuw is ingegraveerd.

De Steen der VerwoestingWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu