~Hoofdstuk 24: Herinneringen~

383 27 5
                                    

Ik loop naar huis

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.

Ik loop naar huis. Ik heb tijd nodig om mijn hoofd te legen, alleen. Er is te veel vandaag gebeurd en het is nog maar middag. Ik heb het Mitch eindelijk verteld, maar ik had niet gedacht dat het zo zou uitlopen.

Een grote last is van mijn schouders gevallen, maar het is vervangen door een andere. Eentje die zegt dat ik zelf fout was, dat ik degene ben die hier fout zat. Dat ik hem niet had moeten negeren op mijn beurt, alleen om hetzelfde terug te doen. Dat ik toen hij tegen mij wilde praten hem had moeten aanhoren en hem moeten vergeven.

Een deel in mij, dat Mitch nooit voor iets kwalijk nam, zegt dat ik verkeerd heb gehandeld. Maar dat is niet zo, hoop ik.

Ik schud mijn hoofd om mijn gedachtestroom te stoppen. Ik moet er niet meer aandenken. Het heeft geen zin, het bezorgt me alleen maar hoofdpijn en schuldgevoel. Het is gebeurd, ik kan de tijd niet terugdraaien. Dus ik moet accepteren wat ik heb gedaan en doorgaan.

Ik steek mijn sleutel in het slot en duw de deur zachtjes open. Zachtjes schop ik mijn schoenen uit en steek mijn hoofd om het hoekje naar de woonkamer.

Samantha.

Ze zit rustig te lezen en heeft een ronde leesbril op. Haar hoofd schiet naar waar ik sta en snel haal ik mijn hoofd weg. Ik adem uit. Er is geen kans dat ik nu zonder dat zij het doorheeft mijn kamer kan bereiken. Of ik moet via het raam in mijn kamer.

Ik schud snel mijn hoofd om die gedachte. Geen haar op mijn hoofd dat ik ga klimmen om in mijn kamer te komen. Waarschijnlijk zal ik vallen of me openhalen.

"Leila, ben jij dat?" Samantha roept me van de woonkamer. Betrapt.

Ik steek mijn hoofd weer om de hoek en zie dat ze haar boek op de bijzettafel naast haar sofa heeft gelegd. Haar leesbril ligt op het puntje van haar neus en ze buigt naar voren met haar hoofd, zodat ze mij - zonder door haar leesbril te hoeven kijken - aan kan kijken.

"Wil je hier komen?", ze werpt me een kleine glimlach toe.

Ik loop na nog een laatste blik achter me te hebben geworpen de woonkamer in. Ik houd mijn blik op mijn tenen gefixeerd. Samantha klopt op de sofa naast haar, waar ik zoals ze me vraagt ga zitten.

"Ik weet dat je nog school hebt, Leila. En ik weet ook dat je niet ziek bent, want je hebt je immers niet afgemeld bij de receptie. Ik zal er nu niets overzeggen en het door de vingers zien, maar school is belangrijk Leila," zegt ze.

Ze kijkt me afwachtend aan - op het moment dat ik mezelf ga verdedigen, maar ze zucht enkel en kijkt me met een teleurgestelde uitdrukking op haar gezicht aan, wanneer ze ziet dat ik niks zeg en enkel knipper met mijn ogen. Het is de waarheid, dat weten zij en ik evengoed. Ik ben te moe om mezelf eruit proberen te praten, want ik weet dat het toch geen zin heeft en misschien als ik haar alleen laat praten, is ze sneller met me klaar en kan ik naar mijn kamer.

"Ik maak me zorgen om je Leila. Je bent niet meer de vroegere jij, toen je voor het eerst binnenkwam. Je was rebels, stoer en niet bang om iets te zeggen. Wat is er gebeurd met die spontane Leila?", vervolgt Samantha.

De Steen der VerwoestingWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu