~Hoofdstuk 18: Een hartbrekende kus~

376 33 0
                                    

Het is maandag

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.

Het is maandag.

Ik ben vroeg wakker - voor de afwisseling - en besluit naar school te gaan. De afgelopen weken ben ik niet meer naar school gegaan en ik ben het zat om de hele dag niks te doen en me te vervelen.

Ik weet niet hoe ik op het idee ben gekomen om weer naar school te gaan, maar het klinkt goed.

Ik gooi met een glimlach de deken van me af en loop naar de badkamer. Snel poets ik mijn tanden en kijk in de spiegel voor me. Een meisje met zwart lang haar en donkerbruine ogen met zwarte spikkels staart me aan. Ze heeft een brede bouw en een rond gezicht.

Dat ben ik.

Ik kijk mezelf aandachtig aan. Ben ik mooi? Zouden anderen mij mooi vinden?

Twijfels borrelen in mij op hoe langer ik voor de spiegel blijf staan. Ik verbreek met een ruk het oogcontact en richt mijn blik op de vloer. Mijn adem is ongelijkmatig en snel.

Sinds wanneer maakt het me iets uit wat mensen over me denken? Sinds wanneer zou ik mezelf veranderen om iemand anders tevreden te stellen? Ik moet mijn onzekerheden weg krijgen, ik wil weer dezelfde Leila zijn die zich er niets van aantrok wat anderen van haar dachten.

Want als ik mijn onzekerheden zie en imperfecties, zouden anderen dat dan ook zien?

Ik knoop vormt zich in mijn buik, als ik terug naar mijn kamer loop. Ik open mijn kledingkast en zoek naar kleren die leuk zijn. Een setje dat anderen leuk zouden vinden.

Stop!

Ik begin weer. Ik begin mezelf weer af te vragen wat anderen leuk zouden vinden. Maar de echte vraag is: wat vind ik leuk? Want dat is hetgeen wat echt belangrijk is, maar waarom is het dan zo moeilijk? Waarom kan ik mijn oude ik niet terugkrijgen, de ik die het niks kon schelen?

Ik zit een paar minuten in mijn kast te rommelen en stuit uiteindelijk op een zwarte trui met witte sierlijke letters en een witte broek. Ik trek het snel aan, nadat ik op de klok had gekeken en zag dat ik heel veel tijd aan mijn kleren uitzoeken had verspild.

En werp voordat ik naar beneden ga een korte blik in de spiegel, ik werp mezelf een knikje toe. Ik heb iets comfortabels aangetrokken en wat ik zelf leuk vind. Maar toch - zonder dat ik het doorhad - er ook op gelet dat ik me kleed zoals anderen.

***

"Waar heb ik les?", mompel ik in mezelf. Welke vakken heb ik vandaag überhaupt? Ik open mijn tas, hopend dat daar nog mijn rooster inzit. En tot mijn grote opluchting is dat zo.

De steen heb ik snel nog mee gegrist, voordat ik naar school ging. En nu zit het veilig in een afzonderlijk vakje in mijn tas. Het maakt me kalm. Het heeft een kracht kalmte, maar tegelijkertijd ook van woede en macht, dat van haar afstraalt.

Geschiedenis. Lokaal 210.

"Op naar geschiedenis dan," denk ik bij mezelf. Het is lang geleden dat ik weer zin heb in school. Maar over een paar maanden moeten we weer terug naar huis. Ons echte huis. En ik heb me voorgenomen om er het beste van te maken, de tijd dat ik hier ben.

De Steen der VerwoestingWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu