"Je maakte geen grap, toen je zei dat je een vriendin nodig hebt, die met jij en je ouders vanavond gaat dineren." Ik kijk op van de rekken met jurken en zie Leonas aan de andere kant van het rek zijn schouders optrekken.
"Moet je me nog dingen vertellen, voordat ik me in het hol van de leeuwen begeef?", vraag ik hem, ondertussen een lichtpaarse jurk uit het rek trekkend. Nee, paars is niet mijn kleur. Ik schud inwendig mijn hoofd en zet het weer in het rek.
"Technisch gezien gaan we niet naar het hol van de leeuw, want we gaan met ze uiteten in een openbaar restaurant," antwoordt Leonas. Ik rol mijn ogen om zijn betweterigheid, ook al heeft hij gelijk.
"Wat vind je van deze?" Hij houdt enkelen jurken omhoog. Sommigen lang, die tot aan de grond rijken en anderen eindigen boven kniehoogte.
Eén zwarte jurk, kort, laat mijn ogen doen oplichten. Het is een eenvoudige en elegante jurk, zonder al te veel frutsels en langen mouwen van kant. Ik wijs de zwarte jurk aan, die Leonas mij overhandigt.
"Ik ga anders met de jurken die ik nu heb, passen. Goed?", vraag ik hem. Hij knikt.
"Zal ik anders nog verder zoeken en ze aan de werknemers geven, als ik nog een leuke zie?" Zijn handen strijken over de jurken aan de rekken.
"Ja is goed. Zie je zo." Ik werp hem een brede, gemeende, glimlach toe en loop met de jurken in mijn hand naar de kleedkamers toe.
Ik loop naar het achterste kleedhokje toe en hang de jurken aan de kapstokken. Snel doe ik mijn lange broek en T-shirt uit en pak de eerste jurk die vooraan hangt.
Het is een lichtblauwe jurk, die de kleur van de oceaan heeft. Waarom ik het had gekozen, was omdat een sierlijke sliert van donkerblauwe diamanten naar onder uitliep en meer werd. Aan de onderkant van de jurk was het dan ook bezaaid met donkerblauwe steentjes.
Voorzichtig strook ik mijn vingers er tegenaan en kijk naar mezelf in het spiegeltje. De jurk gaat recht naar beneden en nergens voel ik het contact maken met mijn huid. Ik frons in de spiegel. De jurk is absoluut prachtig, daar twijfel ik geen seconde aan, maar wel of het ook prachtig op mij staat.
Kop op, Leila, spreek ik mezelf toe, voordat ik het kleine pastelkleurige gordijntje open en het pashokje uitloop. Mijn ogen vallen direct op Leonas, die recht tegenover mijn pashokje op een krukje zit met zijn hoofd voorovergebogen, en nog afwezig van mijn aanwezigheid, zijn vingers als een bezetene over het toetsenbord van zijn telefoon laten gaan.
Zachtjes kuch ik. Zijn ogen vliegen van het blauwe schermpje af en richten zich nu op mij. Hij bestudeert me kort, met zijn lippen getuit en ik voel me nog onzekerder dan toen ik mezelf in de spiegel keek. Toch voelt zijn blik niet oncomfortabel, misschien ook omdat ik weet dat hij me nooit zou bekijken als anderen jongens en ik zie zijn ogen dan ook niet hangen op verschillende delen van mijn lichaam.
"Wat vind je er zelf van?" vraagt hij me, zijn ogen de mijne ontmoetend. Ik haal mijn schouders op, hoewel mijn oordeel over deze jurk al haarscherp vaststaat. Maar voordat ik die geef, wil ik eerst de zijne horen.
JE LEEST
De Steen der Verwoesting
Science FictionDe Horloge-serie I: De Steen der Verwoesting Wanneer Leila op de bodem van de zee een mysterieuze rode steen vindt, weet ze geen raad. Ze besluit haar nieuwe bezit geheim te houden, maar voor hoe lang, want als ze het de verkeerde verteld staat haar...