"Ik ga surfen!", roep ik net voordat ik de deur open en naar buiten loop.
De wind waait door mijn haren en zorgt dat het door de war komt te zitten, maar het maakt me niks uit. Ik ruik aan de lucht en ruik de zee.
Het zoute water.
Ik zie Mitch met zijn haren door de war en een bak cruesli in zijn hand, snel naar me toe rennen en een hand op mijn arm leggen om me te stoppen in mijn sporen.
Ik kijk verbaast van zijn hand op mijn arm naar zijn gezicht.
"Met wie?", vraagt hij. Zijn uitdrukking serieus en dwingend.
Serieus? Ik ben geen klein kind meer, ik hoef hem niet alles te vertellen. Ik hoef hem toch ook niet te vertellen dat ik naar het toilet ga.
Ik hoef het ook niet te zeggen.
Maar toch voelt het fijn. Fijn dat iemand om me geeft en alles wil weten wat ik doe, ook al is het af en toe irritant.
Ook kan ik de fijne vonkjes die door mijn arm stromen van waar zijn hand ligt niet negeren. Het is afleidend.
Ik merk dat ik naar zijn hand op mijn arm aan het kijken ben en kijk snel omhoog, maar voel kleine blosjes over mijn wangen kruipen.
Mitch lijkt het - gelukkig - niet te merken en vraagt zijn vraag nog een keer alleen nu ongeduldiger.
"Leonas?", antwoord ik.
Maar ik kan mezelf wel voor mijn kop slaan, zodra de woorden mijn mond verlaten. Het kwam er meer uit als een vraag, nu ik het zo uitsprak.
We weten allebei dat ik met Leonas ga surfen, maar toch durf ik hem niet recht aan te kijken wanneer ik zijn naam uitspreek. Het is immers een feit dat Mitch Leonas niet mag.
Maar tot mijn verbazing sleept Mitch me niet terug het huis in, maar haalt hij zijn hand van mijn arm. Die nu koud aanvoelt zonder zijn aanraking. Hij doet een stap naar achteren en gebaart met zijn hand dat ik mag gaan.
Hij laat me gaan. Hij doet niet de moeite om me terug te halen.
Een verslagen, hulpeloze en een...jaloerse blik vind ik zijn ogen?
Ik heb altijd al een zwak voor groene en blauwe ogen gehad, deels omdat ik zelf ook die kleur ogen wil. De ene dag lijken ze groen, maar de volgende dag weer blauw.
Maar ik heb helaas bruine ogen, donkerbruine om specifiek te zijn met zwarte spikkels erin. Simpel, gewoon.
Niet zo uniek als de zijne.
Ik besluit maar niet langer naar hem te kijken, wetend dat als ik hem nog langer aankijk naar hem toeloop en de hele dag probeer om het goed te maken. Ik wil hem niet zo zien. Ik wil die gekwetste uitdrukking op zijn gezicht niet zien.
Maar ik weet dat als ik nu binnen blijf, ik niet ga surfen. En daar heb ik me zo op verheugd.
Dus doe ik het ergste wat ik kan doen. Ik draai snel 180 graden en ren half naar de zee, waar Leonas zou zijn. We hebben besloten dat, omdat ik zo vaak surf, een natpak en board voor langere tijd te huren handiger is.
JE LEEST
De Steen der Verwoesting
Science FictionDe Horloge-serie I: De Steen der Verwoesting Wanneer Leila op de bodem van de zee een mysterieuze rode steen vindt, weet ze geen raad. Ze besluit haar nieuwe bezit geheim te houden, maar voor hoe lang, want als ze het de verkeerde verteld staat haar...