Proloog

2.2K 48 6
                                    

De eerste keer dat ik het merkte, herinner ik me nog alsof het gisteren was. Het gebeurde in het huis van mijn tante. 2 oktober 2008, ik was zes jaar. Ik was net terug van het ziekenhuis en mijn tante besloot om me in huis te nemen. Ik had haar nog nooit gezien. Tante Catherine had een moeilijke job waardoor ze altijd ver moest reizen. Ik had wel al wat foto's van haar gezien thuis, maar ik stond er nooit bij stil dat ze familie was.

De dokters vonden het uiteraard niet raar dat ik haar niet herkende. Hoe kon ik iemand, die ik nog nooit had gezien, herkennen? Zoals ik al zei was ik in mijn tantes huis. Nog zoiets dat ik noch gezien had, noch herkende. Tante Catherine liet me in de woonkamer. Ze toonde mijn kamer (wat eigenlijk het waskotje was). 

Op zesjarige leeftijd kon ik niet echt iets begrijpen. Je kent die leeftijd wel. Wanneer je voor het eerst naar school gaat en alles zo groot lijkt. Als je er daarna aan terug denkt, was het allemaal maar één grote vlek van herinneringen die er uiteindelijk niet toe doen.

Any way, terug naar tante Catherine, ik zette mijn spullen in de kamer/het waskot. Wanneer ik haar hoorde praten met iemand aan de telefoon, besloot ik om naar de woonkamer te gaan. Het huis van mijn tante was niet heel groot. Door al haar reizen was ze nauwelijks thuis. En als ze dan in het land was, moest ze de hele tijd naar haar werk.

Ik vond het wel sneu. Haar hart en ziel lag bij haar job en de reizen die ze daardoor moest maken, maar door het stomme ongeluk moest ze ineens voor haar zesjarig nichtje zorgen. Bovenop dat was haar broer en haar schoonzus 2 maanden geleden gestorven. Als ik er nu aan terug denk, wou ik dat ik het niet zo moeilijk voor haar had gemaakt. Ik was wel een duivelskindje, maar eerlijk, het hield al snel op toen ik alles leerde accepteren. Mijn verleden en de toekomst, die er verschrikkelijk uit zagen.

Op dat moment zag ik het. Of juist, op dat moment zag ik het niet. Een foto met twee lachende mensen trok mijn aandacht. Op de foto stond een vrouw en een man. De vrouw had een trouwkleed aan en in haar hand hield ze een bos bloemen. Haar hoofd steunde op de rechterschouder van de man. De persoon ernaast droeg een mooi zwart pak. Zijn glimlach voelde heel vertrouwd, hoewel ik de persoon nog nooit had gezien. Ik wees naar de foto en raakte het aan. Op het glas van de fotokader zag ik mijn eigen spiegelbeeld.

Mijn tante kwam naast me zitten. Ze legde de telefoon naast haar en keek me aan. Ik keek in haar ogen. 'Wie zijn dat?' zei ik tegen haar. Voordat ik het wist, rolde er een traan over haar wang.

***

Hi, ik ben Chyna Green en ik heb een ziekte. Althans dat zei mijn beste vriendin Avery. Het is volgens mij meer een psychisch probleem. "Ik heb prosopagnosie." Wanneer ik dat zou zeggen tegen mensen die vragen wat er met me scheelt, dan gaan ze meestal tien meter verder staan. Ik zal het snel even uitleggen.

Prosopagnosie of gezichtsblindheid is een aandoening die ervoor zorgt dat je moeite hebt met het herkennen van gezichten. Het klinkt niet eens zo erg, maar als mensen de naam horen dan denken ze meteen aan een exotische ziekte zoals Ebola of TBC. Well guys, it's not. Ik kan alles nog normaal zien of normaal horen. Ik zit niet in een rolstoel of loop met krukken. Uitgezonderd van dat kan ik ook niet zeggen dat wat ik heb volledig normaal is.

Ik zal het uitleggen aan de hand van een voorbeeld: Je zit in de zetel in je woonkamer tv te kijken. Je mama komt binnen en zegt dat je oma en opa van je vaders kant eraan komen. Je staat op en gaat naar de badkamer om je er wat fatsoenlijker uit te laten zien. Wanneer je de trap naar beneden neemt en je grootouders voor je neus staan, herken je ze meteen. Wat best normaal is, want je hebt ze vorige week nog gezien.

Als ik die persoon was met de grootouders, zou ik ze niet herkennen. Natuurlijk weet ik dat het mijn grootouders zijn door de clue van mijn moeder. Maar wanneer ik ze zie, zie ik alleen een oudere vrouw en een oudere man waar ik totaal geen naam of plaatje kan opplakken. Dat is prosopagnosie. Je ziet het. Je moet direct judgen op de naam van de "ziekte".

"Hoe kun je in godsnaam zoiets hebben?" denken de meesten als ik het dan heb uitgelegd. Wel, het is simpel. Toen ik 6 jaar was, raakte ik en mijn familie in een auto-ongeluk; bijna helemaal plat gereden door een vrachtwagen. Mijn ouders stierven tijdens het ongeluk. Ik lag twee maanden in coma. 

Daarna heeft mijn tante Catherine mij opgevangen in haar huis. De dokters hebben daarna pas aangesteld dat ik gezichtsblindheid had. Als zesjarig kind was het best een shock, zou je denken. Maar op zich viel het best mee. Ik had niet echt iemand die ik zou moeten herkennen. Mijn beide ouders waren dood en ik had daarvoor mijn tante nog nooit gezien.

Toen ik ongeveer 9 jaar was, begon ik eindelijk in te zien wat dat ding dat ik had eigenlijk betekende. Ik kon de kinderen op mijn school niet meer herkennen. De leerkrachten die voor me stonden waren één groot vraagteken voor me. 

Ik denk dan wel dat je begrijpt dat daarna een lastige periode voor mij kwam. Ik werd gepest door mijn aandoening. Hoewel mijn klasgenoten het niet echt snapte wat ik had, zagen ze toch dat er iets mis met mij was. En dat alleen al kan hen aanzetten om iets tegen mij te doen.

Alsof dat niet al genoeg was, kreeg ik er een extra probleem bij. In 2017 werd mijn tante ziek. Ik vond uit dat ze leukemie had. Twee jaar later brak het voor mij helemaal open. Ze stierf. Ik bleef alleen achter met niemand op deze wereld. Er kon niemand meer voor me zorgen. Een zeventienjarig meisje, zonder ouders en zonder voogdij, kon de rechter niet op straat zetten. Als minderjarige heeft hij het toegelaten om me op mezelf te laten wonen, uiteraard in het huis van mijn tante.

I Can See You ✔️ (DUTCH)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu