20: that boy is mine!

144 4 5
                                    

Pov Jeremy

Ik lig op bed en denk aan Link. Zijn knipoog en grijns spoken door mijn hoofd. Wat doet die jongen met mijn hoofd? De deur gaat open. Mijn moeder komt binnen en gaat op de rand van mijn bed zitten.
'Alles oke? Je leek nogal verward.' Vraagt ze bezorgd.
Wat moet ik antwoorden? Ik kijk haar aan in haar ogen. Ze is oprecht bezorgd, dus ik kijk snel naar de andere kant.
'Jeremy?' Ze klinkt al meteen weer streng. Ik haal mijn schouders op.
'Ik ben verliefd op mijn pester, voor de rest is alles oke.' Zeg ik maar snel.
'Ik wist het.' Ze klinkt teleurgesteld.
'Liefje, normaal zou ik het niet zeggen maar, pas toch maar op met die Link. Als je het hem zegt gaat hij je harder irriteren. Blijf hem maar negeren, dat is het beste.' Ze staat op en loopt mijn kamer uit. Ik word zo moe van die vrouw! Maar ik ben ook woedend! Hoe kan ze zoiets zeggen! Ik hou van Link!
'BLIJF WEG! Ik heb je hulp niet nodig!' Schreeuw ik boos. Ik kies zelf wel wat ik doe! Ik pak mijn kussen en sla ermee op mijn hoofd en schreeuw er in.
'AAAAAAARRRGGGHHHHH! Ik weet het niet meer!' Mijn gevoelens en gedachten... ik weet het echt niet meer! Mijn gsm trilt. Ik kijk even. Het is Link! Huh?! Mijn hart gaat te keer. Ik word blij, maar ook bang. Ik open zijn bericht.

Link: alles oke?
Ik: euhm ja hoezo?
Link: nou daarnet... met de jongens yk
Ik: oh
Link: dus geen pijn ofzo
Ik: nee fysiek niet mentaal wel

Volgens mij begrijpt hij niet eens wat dat betekent. Bij die gedachte grinnik ik even.

Link: oei

Ik lach een beetje harder.

Ik: het is oke
Link: kan ik je spreken?
Link: I mean onder ons twee
Ik: euh ja nu?
Link: ja

Hij stuurt een adresje.

Link: over tien minuten
Ik: euhm oke...

Ik sta op en kijk buiten. Het is al donker. Ik kijk op mijn gsm. 21:22. Ik trek zwarte kleren en schoenen aan. Ik sluip naar beneden de keuken in. Niemand. Ik sluip naar buiten de tuin in. Ik ren naar het hek. Ik kan niet langs de grote poort gaan anders word ik betrapt. Ik kruip er over heen en loop door het bos naar de straat. Ik kijk naar de locatie die hij heeft door gestuurd. Ik begin te rennen. Anders ga ik er nooit op tijd geraken. Af en toe stap ik even om op adem te komen. Ik kom aan bij een sport terrein dat er onverzorgd uit ziet. Het word waarschijnlijk niet meer gebruikt. Ik kijk over het veld. Ik zie een vervallen kantine. En als ik mijn ogen laat glijden over de tribune zie ik een donker gedaante zitten helemaal rechts op de 12de rij. Ik kruip het hek over. Ik zie dat het donkere gedaante blonde haren heeft. Mijn hart gaat te keer van blijdschap. Maar hij zit te roken, dat vind ik wel wat minder... ik loop naar de tribune. Ik zie, ook al is het vrij donker, dat hij naar me kijkt.
'Link?' Vraag ik voorzichtig als ik de trap op loop.
'Hoi, Jeremy.' Zegt hij best lief. Hij doet teken dat ik naar hem toe moet gaan. Ik loop naar hem toe.
'Kom erbij zitten.' Zegt hij lief terwijl hij van zijn sigaret trekt.
'Ik wist niet dat je rookte.' Zeg ik verbaasd. Hij grinnikt.
'Niemand weet dat, ik doe het als ik moet denken en alleen ben. Als Joost het weet zou ik een preek krijgen.' Grinnikt hij. Ik lach mee. Het is stil.
'Waarom moest ik komen?' Vraag ik om de stilte te verbreken. Ik kijk hem aan.
'Ik euh... euhm... hoe moet ik dit doen?' Hij kijkt weg naar rechts. Hij krabt aan de achterkant van zijn hoofd. Ik weet gewoon dat hij rood is.
'Wat wil je doen?'
'H-hoe moet je s-... hmmm... hoe moet je dat zeggen?'
'Bedoel je sorry zeggen?' Vraag ik.
'J-ja dat...'
'Heb je nog nooit sorry gezegd?' Vraag ik verbaasd. Hij schud van niet.
'Hoezo niet?' Hij haalt zijn schouders op. Ik ga er niet verder op in.
'Zeg gewoon "het spijt me Jeremy".' Hij begint te trillen met zijn been.
'Euh... het... s-spijt... me.' Zegt hij moeilijk. Ik pak zijn kin vast en draai zijn hoofd naar mij.
'Excuses aanvaard.' Ik laat hem los. Hij kijkt me aan in mijn ogen. Ik twijfel even... zal ik. Maar hij kijkt naar beneden en draait zijn hoofd weer weg. Hij heeft iets mysterieus.
'Ik denk dat ik moet gaan.' Zeg ik en ik sta op. Hij kijkt me aan.
'Ik zal er voor zorgen dat Harm je ook niks meer zal doen.' Zegt hij.
'Weet ik.' Ik lach naar hem en loop neer beneden. Link is misschien niet zo slecht. Een lachje blijft op mijn gezicht staan. Als ik over het hek ben geklommen zie ik dat er nog iemand bij Link gaat zitten. Hij is lang en ik zie de glinstering van zijn bril door het licht van de maan. Dat moet Joost zijn. Ik kan ze een beetje horen praten. Ik hoor Joost hyperactief lachen. Ik twijfel even. Maar toch zie ik een soort verlegen lachje op Link zijn gezicht. Ik weet het zeker. That boy is mine.

Liry: bullies can always changeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu