50: ❤️

122 5 7
                                    

Pov Link

Ik word naast Jeremy wakker. Mijn hoofd doet zo veel pijn. Ik heb misschien iets te veel gedronken. Ik kruip dicht tegen hem aan.
'Nu heb je zeker hoofdpijn?' Zegt Jer.
'Hou je mond.' Zeg ik lachend en hij kust me op mijn voorhoofd.
'Kom! Vandaag gaan we op reis!' Jer springt hyperactief recht.
'Ooohww...' zeur ik.
'Kom op! Ijsland gaat niet eeuwig op ons wachten!' En hij pakt mijn enkel vast en trekt me van de matras op de koude vloer.
'JER! Niet doen! Het is koud.' Lach ik.
'Hier. Trek dit maar aan.' En ik voel dat hij kleren op me gooit. Vermoeid sta ik recht. Maar mijn buikgevoel zegt iets anders. Ik heb nog nooit zo hard een sprintje getrokken in ons eigen huis. Ik hoor Jer lachen vanuit de woonkamer. Ik spoel mijn mond en ga me daarna aankleden. We nemen onze koffers en vertrekken naar het vliegveld.
'Shotgun! Ik rij!' Zeggen we tegenlijk. We kijken elkaar nep boos aan.
'Blad, steen, schaar?' Stelt Jer voor.
'Blad, steen, schaar! Shit!' Ik heb blad en Jer schaar.
'Haha!' Lacht hij gemeen. Kijk hem nep geïrriteerd aan. We doen onze koffers ik de koffer en rijden naar het vliegveld.

We moeten nog een kwartier wachten. We zitten hier al zeker drie uur. Maar ik word gebeld.
'Hallo Joost.' Zeg ik. Jer leunt naar me toe en luistert mee.
'Hey tortelduifjes! Veel plezier op jullie reisje.'
'Ohw! Hou je mond!' Lach ik.
'Jammer dat we niet konden.' Zegt Nikki.
'Ja, jullie wouden perse deze week naar centerparks lulo's.' Lacht Jer.
'Ja dat is waar, maar veel plezier.'
'Oh dank je! We moeten gaan doei!'
'Doei!' Hoor ik de anderen roepen. Ik haak in we gaan het vliegtuig in. Dit word een laaaaang reisje.

Na een hele dag vliegen komen we aan. Als we letterlijk net twee seconden uit het vliegtuig zijn zeg ik meteen.
'Shotgun! Ik rij.' Breed glimlachend kijk ik Jer aan. Hij schud zijn hoofd. Maar ik zie een klein lachje.
'Moet je maar sneller zijn.' Lach ik.

Als we na een kwartier zoeken onze valiezen hebben lopen we naar onze auto en als we dan eindelijk! Na een veels te lange dag reizen, eindelijk ons huisje bereiken, plof ik face first in het bed neer. Het is al laat en veel honger hebben we niet. Jer komt naast me liggen.
'Slaapje doen?' Vraagt hij.
'Ja.' Mompel ik door het deken heen. Ik hoor hem lachen en voel hem over mijn rug wrijven en door dat genietende gevoel val ik meteen in slaap.

Pov Jeremy

Gisteren was een lange dag, vandaag gaan we naar Reykjavik. Eens kijken wat er te doen is en anders gaan we naar watervallen kijken. Ik ga Link wakker maken met een tas warme melk. Ik zet hem op het nachtkastje.
'Link! Wakker worden.' Fluister ik.
'Hmmm.' Kreunt hij vermoeid. Hij opent één oog.
'Ik heb warme melk voor je.' Zeg ik. Meteen gaat zijn andere oog ook open. Hij gaat rechtop zitten en pakt de tas en drinkt er van.
'Heb ik al gezegd hoe veel ik van je hou?' Zegt hij. Ik grinnik.
'Dat weet ik al lang.' En ik druk een kusje op zijn wang. Ik pak da tas met melk uit zijn handen en zet die opnieuw op het nachtkastje.
'Kom op! Kleed je om! We gaan het eiland verkennen!' Zeg ik vrolijk.
'Ooohhww.' Zucht hij even. Ik grijp zijn been vast en trek hem het bed uit. Met een harde bonk valt hij uit zijn bed.
'Auw! Jer! Dat deed echt veel pijn.' En hij wrijft over zijn arm.
'Oohw! Jij duts!' En ik geef hem een kusje op zijn arm.
'Hier doet het ook pijn.' Hij wijst naar zijn en ik geef er nog een kusje op.
'Oh, en hier, hier ook.' En hij wijst naar zijn lippen. Hij grijnst lichtjes.
'Oh? Doet het daar pijn joh?'
'Ja.' Knikt hij nep verdrietig. Ik kom dichter en geef hem nog een kusje.
'Nog eentje.' Zegt hij. Ik grinnik en geef hem nog een kusje.
'Nog een laatste.' Zegt hij nu met een volle grijns.
'Ja daag! Kleed je om!' Lach ik.
'Shotgun! Ik rij!' Zeg ik als ik de kamer uitloop.
'Dat is niet eerlijk! Ik had geen kans gekregen!' Hoor ik hem terug roepen.
'Je moet sneller zijn! Heb ik van jou geleerd!'
'Kut karma!' Hoor ik hem vloeken.

Als Link eindelijk is omgekleed en ontbeten heeft, vertrekken we naar Reykjavík. We lopen rond en kopen alvast een souveniertje. Dan vergeten we die dingen niet.
'Kijk! Die muts gaat Joost lachen vinden!' Zegt hij lachend.
'Oh nee, Link. Het is zomer.' Lach ik.
'En dan? Hij zal het geweldig vinden.' Grijnzend betalen we de souveniertjes. Daarna hebben we het wel gezien.
'Zullen we naar die waterval gaan?' En ik toon hem een paar afbeeldingen.
'Ja! Cool!' Zegt Link als een kind.
'En nee! Geen shotgun! Vanaf nu geld de regel dat we elks om de buurt rijden.' Zeg ik en lach even triomfantelijk.
'Oke dan.' Zegt Link op een zeurige manier. Ik grinnik.

Aangekomen bij de waterval is er tot onze verbazing niemand. We stappen uit en lopen er heen. We volgen een pad dat leid naar een of ander uitkijkpunt. Ik zie een big smile op Link zijn gezicht. Hij geniet. Ik voel het. Ik doe mijn arm om zijn middel en hij legt zijn hoofd op mijn schouder.
'Jer?'
'Link?'
'Ik hou van jou.'
'En ik hou ook heel veel van jou.' En we genieten van de ondergaande zon.

Zo kan ik hier nog eeuwen staan.

Link en Ik alleen...

The end...

❤️

Liry: bullies can always changeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu