Nsoko
Nsoko was een armoedige plaats, zelfs Sophie kon zien dat de mensen in Mpuri het beter hadden dan hier. Ze vond het spannend, ze stond naast Koa en wiebelde van het ene been op de andere. Straks wilden ze alleen hun normale dokter of hoefde ze hier niets te doen. Koa legde zijn hand op haar schouder en keek haar aan.
'Sophie, het komt wel goed.' Zei hij met een bemoedigende glimlach.
'Wat als ze mij hier niet willen hebben?'
'Hebben ze een keus? Had ik of iemand in Mpuri een keus? Je bent er, en daar gaat het om.'
'Zeg je nou dat jij... dat de mensen in Mpuri mij niet in het dorp wilden?' Vroeg ze verontwaardigd, ze haalde haar hand door haar nieuwe kapsel.
'Excuses, dat zeg ik verkeerd. Ik bedoel, mijn vader heeft mij aangesteld als gids voor jou, als je niet zal komen zal ik aan het jagen zijn of aan het koken voor het dorp. Dus zijn we blij dat je er bent? Geen idee, maar mijn vader is de dokter en veel van hen hebben hun leven aan hem te danken. Ik ook. Dus hebben we een keus? Nee, je bent hier om te helpen, om een betere wereld te creëren en dat is het enige wat telt.'
'Is dat waarom je zo vreemd doet? Zo uit de hoogte, vol afschuw naar Amerika? Alsof je alles beter weet met je wijze woorden? Te doen alsof ik met mijn goede gedrag de wereld een betere plaats wil maken en jullie er hier helemaal niets van bakken?'
'Nee, ik probeer normaal te doen tegen je. En het spijt me als dat niet altijd lukt. Maar ik gaap jóu in ieder geval niet aan zoals je doet bij mij.'
'Ik gaap niet naar je.' Snauwde ze, Koa glimlachte en schudde zijn hoofd.
'Ik heb je al zeker meerdere keren zien staren naar me, zonder dat je een glimlach over je lippen kon krijgen. Alsjeblieft mevrouw Lewis, als ik iets verkeerds doe, laat het me dan weten want ik weet niet wat je van mij verwacht.'
Ze staarde hem aan zonder een woord te kunnen zeggen, had zij hém van zijn stuk gebracht door naar hem te staren? Was ze onvriendelijk geweest tegen hem? Ze slaakte een zucht en glimlachte.
'Ik denk dat we elkaar nogal verkeerd begrijpen.' Zei ze zacht, hij knikte enkel en keek strak voor zich uit. Waar een vrouw aan kwam lopen, de jurk die ze aanhad danste om haar heen. Ze zong een droevig lied in de prachtige onverstaanbare taal. Sophie keek van Koa naar de vrouw en ze zag de pijnlijke blik in zijn ogen. Ze kon zien hoe hij het verdriet tegenhield, hoe hij zijn kaken stijf op elkaar perste. Ze kon de vrouw niet verstaan en Koa begon ook te praatten in de taal van Afrika. Ze schrok van zijn stem, hij huilde. Zijn schouders schokten en ze had geen idee wat ze moest doen, ze hoefde niets te doen.
Koa liep naar de vrouw toe en sloot haar in zijn armen. Samen huilden ze, zeiden zachte woorden die klonken als troostende muziek. Na een paar minuten vermande Koa zich en haalde diep adem. Hij keek van de vrouw naar Sophie en glimlachte toen naar haar. De tranen vingen stof op zijn wangen.
'Sophie, dit is Mari, Mari, dit is Sophie. De nieuwe assistente van mijn vader, zij zal voor jullie zorgen als er iets is.'
'Sophie, fijn dat je er bent.' Zei Mari terwijl ze de laatste tranen van haar wangen veegde.
'Het is me een groot genoegen.' Zei Sophie en glimlachte naar de vrouw. De vrouw liet Sophie het dorp zien, ze liet haar elk huis en elk stuk land zien. Ze liet haar kennis maken met iedereen, de kinderen waren nu al gek op haar. Sophie en Mari praatten aan één stuk achter elkaar door en Koa sjokte achter hen aan.
Hij nam de twee vrouwen in zich op. Mari was een goede vrouw. Het brak zijn hart toen ze kwazulu zong, zo zong zijn moeder ook. Hij herinnerde zich elk moment in Nsoko en hij had zich niet in kunnen houden. Hij kon zich nooit inhouden. De tranen waren gaan lopen en hij had zich thuis gevoeld in haar armen. Een stukje dichter bij zijn moeder.
Mari nam Sophie mee naar een van de hutten waar ze vertelde over iemand die haar hulp nodig had. Koa wachtte buiten, hij praatte met een man, genaamd Joseph. De man vroeg hem naar de oogst, naar de jacht. En ze praatten over de kwaliteit van de pezen, het ongelooide leer die ze gebruikten voor de bogen. Ze hadden het over de hyena's die optrokken naar de dorpen. Ze hadden het over de droogte en hoe de regen van april snel zal moeten komen. Ze konden niet langer wachten. Nsoko leek echter nog droger dan Mpuri was en Koa had het met de mensen te doen. Joseph vertelde dat ze nu de boorpomp kapot was, ze elke dag twee uur moesten lopen om aan water te komen. Koa slaakte een zucht van medelijden en bood de man aan om de pomp na te kijken zodra hij tijd had. Joseph kon zijn geluk niet op en gaf hem een vriendschappelijke klap op zijn schouder.
'Koa, ik zal hier terug moeten komen, de man heeft een blaaswormcyste en ik zal hem moeten opereren. Maar ik kan het niet alleen dus ik heb je vader nodig bij de operatie.' Onderbrak Sophie het gesprek met Joseph. Koa excuseerde zich en wendde zich naar Sophie.
'Oké, pa is volgende week nog vrij. En ik moet hier ook nog weer terugkomen dus dat komt goed uit.' zei Koa en keek naar Joseph, 'volgende week maak ik de pomp.'
Joseph glimlachte dankbaar en keek naar Sophie. Hij fronste en begon in Zoeloe tegen Koa te praatten.
'Wat is er met dokter Cohn?' vroeg hij. Koa haalde zijn schouders op.
'Pa vindt het te druk worden, dus dit is Sophie Lewis. Zij zal vanaf nu voor jullie zorgen.'
'Maar komt dokter Cohn dan nooit meer?'
'Je komt hem vast nog wel eens tegen.'
'Fijn, hij was een goede man.'
Koa knikte en glimlachte, zijn vader had in het begin moeten strijden voor zijn respect. Inmiddels bleek uit alles dat dat gelukt was.
Op de terugweg van Nsoko leken ze beiden hun gesprek eerder die dag vergeten te zijn. Sophie vertelde aan één stuk door hoe aardig Mari was en hoe de dorpelingen haar met open armen hadden ontvangen. Ze had nog wat oppervlakkige wonden behandeld in de missiepost in het dorp en ze was uitgeput maar voldaan van de lange dag.
'Sophie,' begon Koa, ze keek hem aan, 'ik bedoelde niet dat we je hier niet wilden hebben. Het spijt me daarvan. Ik bedoelde meer dat niemand zich druk maakt over wie hen helpt. Het klinkt heel rationeel, ik weet het. Het gaat hier erom dat je liefde toont, dat je geeft en neemt en dan gaat het veel minder om de persoon die je bent want we houden van iedereen. Ik denk dat ik een beetje van slag was, ik was al jaren niet meer in Nsoko geweest.'
'Het maakt niet uit, ik denk dat ik je inmiddels beter kan begrijpen.' Zei Sophie met een glimlach.
'Dat hoopte ik al.' Zei Koa opgelucht. Voor even dacht hij dat hij haar had gekwetst met zijn woorden. Hij had haar de laatste dagen misschien niet de ruimte gegeven om zichzelf te laten zien. En nu hij haar hier zag, zo gelukkig om anderen te kunnen helpen, zag hij voor het eerst een glimp van haar hart. Ze had een groot hart waar ze duizenden mensen in kon bewaren, dacht hij. Alleen haar terughoudende kijk op de mensheid was wat haar tegenhield om zich te openen voor de liefde van de wereld.
'Sophie, heb je wel eens cactusvijgen geproefd?' vroeg Koa.
'Nee?' zei ze afwachtend en keek naar de glimlachende man. Hij remde af, ze snapte het niet. Er stond hier niets, niets anders dan dor gras en zand. Hij zette de auto aan de kant en stapte uit. Liet zijn blik over het land glijden en liep toen een paar meter van de weg af. Ze volgde hem, alsof ze bang was om hem kwijt te raken. Hij trok de machete die aan zijn broek hing en bukte. Elke beweging volgde ze. Hij sneed, voelde hetgeen in zijn handen, rook eraan en stond vervolgens op en liep naar de auto toe.
Sophie aarzelde toen hij de helft van de vrucht in haar handen drukte. Zelf stopte hij de andere helft in zijn mond en sloot even zijn ogen. Ze stopte de vrucht in haar mond en wonderbaarlijk genoeg smaakte het goed, ondanks het taaie vruchtvlees. De smaak vulde haar mond en ze glimlachte. Het was zoet.
JE LEEST
De Laatste Zon [WATTY'S 2021]
Romance-SHORTLIST WATTYS 2021- Wanneer Sophie voor haar werk naar Afrika afreist, leert ze een nieuwe cultuur kennen. Ze ziet ook een kant van Afrika die totaal anders is dan haar verwachtingen. De behulpzame dokter Cohn begeleidt haar in deze bijzondere...