27. Zijn belofte

26 5 0
                                    

Zijn belofte

Die belofte maakte hij waar, Koa vergezelde hen op elke reis. Ervan bewust dat overal waar ze heen gingen gevaar dreigde. Elk geluid wat hem bereikte hoorde hij, elke schaduw, elke adem. Dag in, dag uit, reed hij hen naar de verlaten plaatsen. Wachtte hij tot ze weer naar huis konden. Hij mistte Kagiso, mistte het om te jagen en te vissen. En toch was het dankbaar om zijn belofte werkelijk na te komen. Hij was zich ervan bewust dat deze wereld waarin hij leefde gevaarlijker was dan hij ooit had gedacht nu hij zijn vader en de liefde van zijn leven moest beschermen. Het gevaar lag niet alleen bij de natuur, maar ook bij hunzelf. Om elkaar kwijt te raken in je hart.

Het was een rustige avond, David en Sophie hadden die dag een lange operatie uitgevoerd, die overigens geslaagd was, en Koa had zich beziggehouden met de irrigatie van een stuk landbouwgrond. Ze zaten op de veranda. David op de auto schommelstoel, Sophie op de leuning van de veranda en Koa hing in de hangmat. Weer begon David over de opstand in de steden, die steeds heftiger leken te worden. Sophie had David aangekeken en gevraagd hoelang het veilig bleef om hier te blijven. Koa keek haar aan en begon te lachen.

'Wat denk je dat ze hier te zoeken hebben? Niks toch?' zei hij spottend. Sophie haalde haar schouders op.

'Wat als ze hier wel komen, het kan zomaar gebeuren.'

'Tuurlijk niet, een traditioneel dorp wat wordt belegerd door rebellen, laat me lachen.' Hij ging zitten en stond op. Liet zijn ogen over het landschap glijden, de plaggenhutten waren van goud in het avondlicht. Hij stak een sigaret aan.

'Koa, het is niet ondenkbaar. Wat wil jij gaan doen als het zover is?'

'Doe niet zo dom. Het gaat niet gebeuren dus ik zal me daar niet op voorbereiden.'

'Welke kant zal je steunen?' vroeg Sophie. Koa's mond viel open en keek Sophie ongeloofwaardig aan.

'Zeg je nou dat...' hij was even stil, haalde zijn hand door zijn haar, 'dat ik moet kiezen tussen blank en "zwart"'

'Nee...'

'Verdomme, dat heb je net gedaan!' Hij sloeg zijn vuist op de tafel.

'Koa, doe even rustig.'

'Houd je erbuiten,' hij keek zijn vader streng aan, 'Sophie, wat wil je daarmee zeggen?'

'Niets Koa, doe nou niet zo... zo vijandig.'

'Ik doe niet vijandig, ik doe realistisch, net als jij. En als ze hier ooit komen, zal ik mijn dorp beschermen met alles wat ik heb. Ik zal vechten voor de eer van Swaziland, voor Afrika maar niet voor jullie met de idealen van een blanke man.'

Met een ruk stond David op en greep Koa bij zijn shirt, drukte hem tegen de muur, 'pas heel goed op wat je zegt.'

'En anders wat?' Koa keek zijn vader met pijn in zijn ogen aan. Zijn shirt trok strak om zijn hals en hij voelde zijn hart bonken. Nooit had zijn vader hem zo vastgehouden. Nooit hadden ze elkaar pijn gedaan en de gedachte dat woorden een gat in zijn hart konden brandden at aan zijn geweten. Er welden tranen op achter de ogen van Koa, hij slikte en keek zijn vader doordringend aan met zijn blauwe ogen. Sophie verscheen achter David en legde haar hand op de schouder van de man.

'Verdomme.' Siste David en liet Koa los, Koa wreef in zijn nek. Een striem van het shirt werd zichtbaar in zijn nek. Hij keek verslagen van Sophie naar David en haalde diep adem. Zonder woorden liep hij naar de muur, hij griste een geweer van de haak en verliet de veranda in een snijdende stilte.

Hij liep met een strenge pas door het dorp heen. Als een soldaat naar een missie. Zijn voeten schopten stof omhoog en hij leek een geest van de rust in zijn ziel. Daar was niets meer van over. Nooit had hij gedacht dat iemand onderscheid zal maken tussen zijn huidskleur en die van zijn vader. Welke kant hij zal kiezen, hij zal strijden voor de apartheid en zijn leven ervoor geven. Zelfs al was zijn huid niet zoveel waard in een wereld van wit gezag.

Hij liep tussen de hutten door, bond zijn geweer op zijn rug en floot tussen zijn tanden door. Het hoefgetrappel naderde en hij knikte. Hij zal zijn woede vergooien met kogels in de rug van de duivel. Hyena's.

Op zijn hurken keek hij naar de grond en zag de belofte die hij aan Kagiso had gemaakt weerkaatsen in het zand. Hij spuugde op zijn hand, pakte het rode zand en mengde het aan tot het een massa van rode klei was geworden. Met zijn vingers wreef hij het op zijn wangen, tegen de lijnen boven zijn wenkbrauwen, recht naar boven. Een krijger. In een beweging trok hij zijn haren los en hij ontdeed zich van zijn shirt. Verfde zijn borst met de kleur van de dood. Hij zal tot lang na de avond blijven, jagen in de nacht. Hij klom op zijn paard en zonder teugels, zonder zadel, galoppeerde hij door het dorp. Zijn haar achtervolgde hem en zijn ziel riep een kreet van pijn.

Mokwema keek hem na, zag de kolkende woede in zijn lichaam en schudde teleurgesteld haar hoofd. Lilla zag hem, keek hoe hij het dorp verliet. Sophie zag hem, als een wilde man die elk opzicht van zijn menselijkheid had weggegooid om zich te mengen in de wildernis. Ze schaamde zich om haar uitspraak. Zijn vader zag hem, zag de woede en het verdriet, hij had spijt.

De Laatste Zon [WATTY'S 2021]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu