15. Hoop doet leven

27 5 0
                                    

Hoop doet leven

'Kijk, daar komt ze.' Zei Koa zacht. Ze keek naar de horizon, waar het licht van de zon begon te dagen. Het kroop langzaam omhoog, de wereld werd wakker. Ze zaten naast elkaar en af en toe keek ze naar Koa die zijn ogen had gesloten. Hij nam de zon in zich op terwijl hij zijn hart openstelde voor de wereld.

'Wie zijn die goden... die goden waar jij het over hebt?' vroeg Sophie zacht. Koa opende zijn ogen en glimlachte.

'Nasilele, Nyambe? Bedoel je die?'

'Ik denk het.' Zei Sophie, Koa glimlachte en wreef met zijn hand over de rots.

'Nyambe heeft alles gemaakt, dit, de wereld, alles wat je ziet. Hij is jouw god zeg maar.' Zei hij en glimlachte, 'hij trouwde met Nasilele, ze hielden van elkaar. Maar Kumono, de mensen, ze werden te slim en Nyambe wilde niet meer op deze wereld leven. Hij vroeg de spin een draad te spannen om naar de hemel te komen. Kumono mocht niet weten waar hij was, hij mocht de weg naar de hemel niet te weten komen dus Nyambe stak de ogen van de spin uit. Nu was er niemand meer die de weg naar de hemel kon vinden, zelfs de spin niet.' Vertelde Koa, hij keek naar de zon en glimlachte.

'Nyambe had medelijden met de mensen, en de duisternis waarin zij leefden. Dus nu verschijnt hij elke ochtend als de zon en in de nacht, wanneer alles donker is, weerkaatst hij zijn licht op Nasilele. Zo is de mens nooit alleen, zo zijn wij nooit alleen.'

'Maar waarom heeft Nyambe de mensen zoveel kennisgegeven dan?' vroeg Sophie.

'Dat heeft hij niet, de hoop heeft zich verspreid over de hele wereld. Een mens zal nooit alle wijsheid vast kunnen houden. Maar sommigen denken alles te weten en daar begint een nieuw soort kwaad.' Zuchtte Koa.

'Je moeder vertelde de verhalen, of niet?'

Koa knikte en perste een zure glimlach over zijn lippen, 'ik hoop elke ochtend dat ik haar zie in de zon, ik zoek naar haar in de maan. Maar ze lijkt gewoon verdwenen.'

'Ze is niet verdwenen, Koa. Ze is nog altijd in je hart.'

'Ik hoop het.' Zei hij zacht en haalde diep adem terwijl hij naar de zon keek die weerkaatste in zijn ogen.

'In de bijbel staat dat...' begon ze, Koa onderbrak haar, legde zijn hand op haar schouder.

'Dat hoop doet leven, ik weet het.'

Ze zaten in stilte te kijken naar de zon die haar weg vond naar de lucht. De wolken maakten plaats, verloren hun gouden kleur. De glinsterende stralen namen de kleur van het licht aan en het werd dag. Het werd licht, zoals elke dag was. Zwijgend zaten ze naast elkaar, Sophie keek naar Koa die zijn hand naar zijn hals had gebracht. In zijn hand hield hij zijn ketting vast. Een ketting met een kruis. Nog een symbool van de rust die hij zocht in zijn hart.

Hij keek haar aan en glimlachte onwennig, keek naar beneden waar het dorp was.

'Amerika,' zuchtte hij, 'Amerika was te goed voor ons. Nadat mijn moeder overleed wilde mijn vader terug. Hij wilde bij zijn eigen familie zijn, en dat snapte ik. Maar mijn familie was hier, mijn moeder was een Zoeloe, geboren in Mpuri net zoals ik. En dit zal altijd mijn huis zijn. In Amerika had ik geen vrienden, op school scholden ze me uit. We hadden een douche, een keuken, een eigen slaapkamer. En ik kon niet anders dan me douchen in de rivier die langs ons huis liep, ik kroop s 'nachts bij mijn vader op de kamer. Ik ving vissen, maakte ze klaar, zoals Mokwema mij geleerd had. Ik hoorde daar niet, mijn klasgenootjes en hun ouders, ik was een halve wilde voor hen. En dat neem ik hen niet kwalijk. Maar wat moet ik als ik mijn hart niet meer kan volgen. Als ik de natuur, de wereld, niet meer kan voelen zoals ik altijd heb gedaan? Dan blijft er niets meer van mij over.'

'Je moet er toch minstens één mooie herinnering aan hebben?' vroeg Sophie voorzichtig. Koa glimlachte en haalde zijn schouders op.

'We hadden altijd water, eten, een douche en de wegen waren zo mooi, zo glad.' Zei hij lachend, 'het was te veel voor ons, nou voor mij. Mijn vader zal altijd een Amerikaan blijven.'

'En toch zijn jullie teruggegaan.'

'Precies, mijn vader mistte mijn moeder. En dit was de enige plek waar hij dichter bij haar kon zijn dan elke andere plek op de wereld.'

'Ze waakt over jullie, ik weet het zeker.' Zei Sophie zacht terwijl de tranen achter haar ogen prikten. Ze keek naar de zon en dacht aan de goden die met haar dansten.

'Ja, ze denkt om ons, vanaf de andere kant.'

De Laatste Zon [WATTY'S 2021]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu