54. Houvast

32 4 0
                                    

Houvast

Ze volgde hem in alles wat hij deed. Ze volgde hem met een huilend hart. Hij droeg zijn ziel onder zijn arm. Na een week in het ziekenhuis was hij ontslagen. Zijn long herstelde langzaam en ze hadden hem verboden om te roken de komende weken. Daar hield hij zich niet aan. Zijn hand genas, hij kon zijn hand niet gebruiken. De open wonden waren dik verpakt in verband, zijn wijsvinger en middelvinger waren gezet, en zijn hele hand zat in het verband. Ze konden geen gips gebruiken door de open wonden en ze hoopte dat de botten recht aan elkaar zouden komen.

Sophie had Koa verteld over zijn vader. Hij had niet eens gehuild, alleen geknikt en zijn schouders opgehaald. Ze vroeg zich af of hij het wel snapte, of hij doorhad wat er was gebeurd. Ze waren in zijn vaders huis getrokken. Het was een groot huis, er waren drie slaapkamers, twee badkamers. De woonkamer zat op het zuiden, ze hadden de hele dag zon. Aan de kamer zat een serre met enorme schuifdeuren waardoor je naar de tuin kon lopen. De tuin was immens groot en Sophie betaalde een buurjongetje om het gras te maaien. Het was een enorm grasveld met daarom een regenboog van duizend bloeiende bloemen, bloeiende fruitbomen. David hield van de tuin, wist Sophie. En al die tijd dat hij in Afrika was, huurde hij een tuinman om de plek te onderhouden. Alles was precies in evenwicht, de tuin, het huis. Het was een plaats die ze als hun huis konden beschouwden.

De weken die volgden waren akelig stil. Koa zei amper iets. In de nacht sloop hij de kamer uit en rookte soms een heel pakje leeg. Koud en stinkend naar rook kroop hij terug in bed.

In de ochtend kroop hij weer uit zijn bed, zorgde dat hij voor de zon opkwam in de tuin stond. Met zijn lichaam ving hij de eerste stralen. Hij liet zijn vingers over de bloeiende bloemen glijden. Hij stond stil bij de rozen. Maar nooit zei hij haar dat ze lekker roken of dat zij naar rozen rook. Nooit vertelde hij haar over Mpuri. Nooit vertelde hij iets over Nyambe of Nasilele. Geen woord over iets wat hem pijn deed. Zijn verborg hij voor haar. Wanneer ze in bed lagen draaide hij zich om, zodat zij hem niet hoefde te zien. Hij wilde niet dat ze hem zag. Hij sloot haar buiten. Beschermde haar voor de angst die hij bezat.

Sophie ging weer werken in het ziekenhuis, ze had een goed gesprek gehad met Ryan en die had haar weer aangenomen. Ze werkte overdag, maakte eten voor haar en Koa, daarna keken ze tv en gingen op bed.

Nooit een woord over Afrika, ze keken geen nieuws, er was altijd ergens oorlog. Ze spraken niet over David, er waren meer mensen dood. Ze hadden het niet over pijn, er was altijd iemand die het erger had. Op een zonnige middag eind mei was ze er klaar mee. Ze had een dag vrij en was in de tuin bezig. Koa rookte terwijl hij voor zich uitstaarde. Hij zat boven op de picknicktafel, zijn benen op het zitgedeelte en zijn handen naast zich. Hij keek voor uit, deed niets anders. Zodra ze een blik op hem wierp zorgde hij dat zijn hand uit het zicht was. Nog nooit in drie maanden had ze zijn hand gezien, laat staan hem aanraken. Ze spitte de aarde om met de woede die in haar aderen brandde. Toen ze het geluid van de volgende lucifer hoorde stond ze op. Ze gooide haar schep op de grond en liep naar hem toe. Hij verstijfde en keek haar huiverig aan.

'Koa, herinner je mij? Ik ben het Sophie. Amahle, je verdomde naar rozen ruikende verloofde! Of ben je dat ook vergeten? Je wilde met me trouwen, weet je nog?'

Koa keek naar de grond, ze zag dat hij diep ademhaalde.

'Geef me verdomme antwoord.'

'Sophie, ik wil met je trouwen, je ruikt naar rozen, je bent nog altijd mijn Amahle.'

'Dat is het?'

'Nee... nee...' hij stond op, blies zijn rook uit en pakte haar arm beet, 'ik ben het gewoon kwijt Sophie. Ik ben niet meer Koa, wie ben ik? Ik moet terug naar Afrika, naar Mpuri... naar het land van mijn moeder.'

De Laatste Zon [WATTY'S 2021]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu