28. Alleen liefde

27 5 0
                                    

Alleen liefde

Sophie huilde die avond, ze lag in bed, voor het eerst sinds weken. Ze had diepe spijt van de woorden die ze had uitgesproken. Ze had het verkeerd geformuleerd wist ze, hij had het verkeerd begrepen. Ze schaamde zich voor het feit dat ze niet meteen haar excuses aan had geboden. En ze kromp ineen bij de gedachte dat ze een breuk had gemaakt in de relatie van Koa en zijn vader. Een scheur die nooit zal herstellen.

De zon was al ondergegaan en ze begon zich steeds meer zorgen te maken. Hij was vertrokken als een man met een missie, en die had hij niet. Het kon zo zijn dat er iets was gebeurd, dat het wild van de vlakte hem had gepakt. De angstige gedachte dat hij niet terug zal komen. Ze kon niet in slaap komen voor hij terug was en ze luisterde aandachtig naar alle geluiden, een deur die dicht zal slaan, een paard dat langs zal lopen, hoe hij neuriede of alleen het geluid van een lucifer die hij ontbrande om zijn sigaret aan te steken. Ze zocht naar hem in de nacht.

Hij had een viertal hyena's geschoten, ze laten liggen voor de aaseters. Alles wat er die avond was gebeurd had hij begraven met de dood. Opgelucht reed hij terug naar het dorp en vond de rust in zichzelf terug. Hij zette zijn paard weg, liep door het dorp. Het was stil en iedereen was gaan slapen, dacht hij. Voor de hut van Mokwema brandde nog licht en hij glimlachte.

'Mokwema, ik ben terug hoor.' Zei hij zacht voor de deur. Hij hoorde gestommel en Mokwema verscheen in de deuropening.

'Fijn jongen, vergeet niet je krachten te sparen voor de dagen dat je ze werkelijk nodig zal hebben.'

Koa knikte en glimlachte, hij drukte een zoen op haar wang en wenste haar welterusten

'Ik weet het Koa, er zit een vuur in je hart wat nooit zal doven, maar beloof dat je zorgvuldig kiest waarvoor je die vlam wil gebruiken.'

'Maar ik kon het niet tegenhouden, Mokwema, ik kan het niet onderdrukken op die momenten en dan kan ik niets anders dan weglopen.'

'En juist dat is een verstandige keuze, mijn jongen. Breng jezelf tot bedaren en pas wanneer jij voelt dat je niet door je bevlogen emoties wordt gestuurd, begin dan pas te praten.'

Koa knikte enkel, wenste haar voor de tweede keer welterusten en verdween.

Gevuld met de liefde van de vrouw liep hij naar het huis toe, waar wél alles donker was. Zijn vader was gaan slapen, Sophie was gaan slapen. Hij wilde in de hangmat gaan liggen tot hij besefte dat hij de volgende dag een belofte moest waarmaken. Hij zal hen nooit alleen laten. Hij hing zijn geweer aan de haak en liep met tegenzin naar binnen. Nam een glas water om tijd te rekken. Hij had niet zo moeten uitvallen, bedacht hij zich terwijl hij langzaam naar zijn kamer liep. Hij zal op de matras op de grond kunnen slapen, Sophie zal hem niet willen hebben na hij haar zo had behandeld. De deur kraakte en hij hoorde Sophie regelmatig ademhalen. Zachtjes sloot hij de deur en ging naast het bed staan, keek naar haar silhouet en realiseerde zich hoe hij niet zonder haar kon. Hij baande zich een weg door de klamboe en boog zich over haar heen.

'Amahle, ik zal je nooit alleen laten.' Fluisterde hij, zijn adem gleed over haar huid. Ze bewoog stilletjes, pakte zijn koude hand. De hand waar het bloed van de dieren aan kleefde. Hij wilde zich losstrekken van haar hand, ze werd nog vies.

'Koa, ga naast me liggen.'

'Ik ben vies.'

'Dat maakt me niet uit.'

'Kijk alsjeblieft niet naar me.' Zei hij zacht terwijl hij zich naast haar nestelde. Een schaamte gleed over hem heen. Hij was gekleed als een krijger, zonder shirt, zijn borst was rood van de klei waarmee hij zichzelf had geschilderd. Ze mocht hem niet zien in de kleren van het kwaad.

'Schaam je niet voor mij, Koa. Als er iemand is die zich moet schamen ben ik het.'

'Het spijt me Amahle.'

'Nee, het spijt mij. Beloof dat je met je vader gaat praten, ik kan het niet verdragen als jullie zo tegen elkaar doen, om iets wat ik zei.'

'Meende je het?' vroeg hij voorzichtig. Ze draaide zich om, keek hem aan. Hij voelde haar ogen brandden op zijn gezicht, op de tekeningen en hij voelde zich begeven naar een andere dimensie. Zijn hart huilde voor de schaamte van zijn ziel.

'Nooit, Koa. Ik dacht niet na en ik had niet eens nagedacht over je huidskleur, echt niet. Het was een vraag aangezien je zo graag wil blijven hier, daarom vroeg ik het.'

Koa knikte en glimlachte kort.

'Het spijt me echt, ik zal me gaan wassen.' Zei Koa en wilde omhoogkomen. Sophie pakte zijn arm vast en keek hem aan.

'Nee, ik houd van je zoals je bent en als dit in je hart zit wil ik niets anders dan je vasthouden terwijl je smaakt naar de nasleep van de jacht.'

'Meen je dat?'

Ze knikte en trok hem naar zich toe, drukte haar lippen op zijn borst. Klei korrelde los onder haar lippen en ze deed haar best om geen grond binnen te krijgen.

'Heb je iets geschoten?' vroeg ze terwijl ze boven op hem kroop. Ze raakte hem aan. Hij raakte haar aan, onder haar shirt. Haar borsten in zijn handen, zijn vingers rond haar tepels. Zijn lichaam bewoog onder haar. Ze bewoog over hem heen als een verlangende droom. Hij drong binnen in de tempel van haar lichaam.

'Vier hyena's.' hijgde hij.

'Je bent echt overal goed in.'

De Laatste Zon [WATTY'S 2021]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu