42. De laatste woorden

22 3 0
                                    

De laatste woorden

In de ochtend vertrok ze al vroeg naar het ziekenhuis, ze zal een dubbele dienst draaien. Ze verzorgde haar patiënten, stelde een klein meisje gerust voor haar operatie. In haar pauze dronk ze haar thee en bedacht welk boek ze het meisje voor zal gaan lezen, ze had het haar beloofd. En beloftes waren belangrijk had ze geleerd. De deur van de kantine ging open, David kwam binnen en Sophie schrok. Ze keek hem aan, hij had geen uniform aan. Hij droeg een oude trui en een broek. Zijn haar was ongekamd en zijn ogen waren vochtig. Haar lichaam begon te trillen en ze stond op. De thee dampte, het kopje hield ze vast met twee handen.

'Sophie...' David haalde diep adem, 'Koa heeft geschreven.' Zei David en perste zijn lippen samen. Sophie schudde haar hoofd, ze keek naar het papiertje in zijn handen. Gelijk herkende ze de tekst op de achterkant. Niets van goud zal kunnen blijven. Tranen prikten achter haar ogen, ze nam het papier uit zijn handen. Haar ogen flitsten over de woorden.

Pap, Sophie,

Mijn hart ligt hier, mijn ziel hier begraven. Mijn dromen waren voor dit land. De zon en al haar dagen. Ik voel in deze nacht de stralen van mijn moeder op mijn huid branden en ik hoop haar te zien straks. Naar Amerika gaan was nooit een keus voor mij. Pap, ik hoop dat je een grootse dokter wordt in Amerika. Laat dit land los, ga nooit meer terug. Sophie, zorg dat je houdt van iemand die je kent zoals ik dat deed. Geef je hart alleen aan de goede persoon. Vergeet mij en ga door. Ik zit hier, ze hebben me gevonden en ik weet dat dit het einde is. Het is goed zo, maak je geen zorgen, dit was mijn keus. Mokwema is de grens over gegaan, als jullie deze brief krijgen, heeft zij het gehaald.

Ik had jullie beiden een eigen brief geschreven als ik de tijd had. Pap, ik houd van je en ik ben straks bij mama. Sophie, ik ben bij je, denk aan Pandora, denk aan ons.

Ik hou van jullie.

Koa.

Het kopje viel uit haar handen, versplinterde op de vloer. De thee sprong omhoog van de tegels en het geluid stierf weg. Tranen gleden over haar wangen en ze schudde haar hoofd. Het was onmogelijk, Koa had zich ongetwijfeld kunnen redden. Hij was Koa, hij overleefde alles. Ze zag hem voorbijkomen in haar gedachten, de verf op zijn wangen. De rode strepen van de oorlog had hij op zichzelf getekend. Hij was er klaar voor wist ze, haar man, haar krijger. Hij zal op zijn paard over de vlaktes galopperen, de vijanden neerschieten alsof hij een koning was. Koa kon niet sterfelijk zijn, het mocht niet.

'Hij is niet...' Sophie keek naar David. David haalde diep adem.

'Tot twee weken geleden stond zijn naam op de lijsten bij verschillende kampen. Koa Cohn, ouder van drieënzeventig kinderen. Hij redde ze Sophie, hij heeft al die kinderen gered, een leven gegund. Tot twee weken geleden gebeurde dat, en sinds toen is hij spoorloos. Ze hebben hem gezocht. De ambassade heeft gezocht, de organisatie heeft gezocht, niemand kan hem...'

'David! Maar dat kan toch niet? Het is Koa... hij kan niet zomaar weg zijn.'

'Ik weet het Sophie.'

'Nee... Het kan niet...' Haar gezicht verkrampte en ze zakte door haar knieën, viel op de grond. Ze zat tussen de scherven, het was alsof haar hart daar lag. Versplinterd, gebroken. Ze kon het niet bevatten, het mocht niet, het was niet eerlijk. David zat op zijn hurken, hield haar vast, wiegde haar heen en weer.

'Ik breng je naar huis.' zei David. Sophie keek hem aan en schudde haar hoofd.

'Ik moet Emmy nog voorlezen, ik heb het beloofd.' Zei ze, ze stond op en liep weg. Droogde haar tranen van haar gezicht en haalde diep adem. Dit ziekenhuis, de patiënten, dit was alles wat ze nog had. Een huis vol verdriet, een huis van komen en gaan. En misschien was dit haar plek op deze wereld. Ze voelde hoe David haar nakeek. Ze vocht tegen haar tranen terwijl ze een kinderboek uit de kast trok. Het boek drukte ze tegen haar hart en ze liep weg. Emmy zal zo bijkomen.

Ze las het meisje voor, de woorden verlieten haar zonder dat ze het hoorde. De dag leek niet voorbij te gaan. David had haar meerdere keren gevraagd om even haar werk neer te leggen. Elke keer als ze in de kantine kwam zat hij daar, elke keer zag ze hem op de gang. Hoe hard ze het ook ontkende, de aanwezigheid van David haalde het elke keer weer naar boven. Toen ze langs hem liep in de middag, had hij haar arm gegrepen en meegetrokken een kamertje in.

'Sophie, stop dit.'

'Wat?'

'Waar je mee bezig bent.' Zei hij streng. Hij wreef in zijn nek en deed een stap achteruit. Hij sloeg zijn armen over elkaar en keek haar aan, 'ik weet niet hoe ik dit alleen moet doen Sophie, hij was mijn zoon.' David zijn stem brak en Sophie keek naar hem. Ze realiseerde dat zij niet de enige was die van hem hield, ze was niet alleen.

'O, David.' Zei ze zacht en ze liep naar hem toe. Ze sloeg haar armen om de man heen. Zijn schouders schokten, die van haar net zo. Ze begroef haar gezicht in zijn shirt. Daar stonden ze, in een zee van verdriet. Een paar minuten lang wist geen van beiden wat ze moesten doen. David schraapte zijn keel, liet haar los.

'David...' zei Sophie en keek David aan met een pijnlijke blik, 'moet er een begrafenis komen? Een herdenking? Wat moeten we...'

'Ik weet het niet, we hebben hem niet hier. Hij is waar hij wilde zijn. Een herdenking is mooi, maar niemand hier kent hem echt.' Zei David. Sophie knikte, daar had hij gelijk in. In zijn tijd in Amerika had hij niet veel vrienden gemaakt en er was niemand die Koa goed zal kunnen herinneren. Hij had hier geleefd als een geest van zichzelf. Dit was niet zijn plaats. Waar hij nu was, was hij thuis. Daar in het rode zand, waar zijn ziel voor eeuwig zal zweven. Hij zal bij zijn moeder zijn, bij Koa's Umbono en over Mpuri waken in de donkere nachten. Hij zal llechwe vangen in zijn gedachten, de kinderen voedden. Hij zal hyena's weghouden, panters doodden. Met zijn sterke armen zal hij de daken bouwen, irrigatie aanleggen. Koa zal blijven leven in het land waar zijn hart lag. Swaziland.

De Laatste Zon [WATTY'S 2021]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu