32. Het vertrek

23 3 0
                                    

Het vertrek

Ze waren al vroeg vertrokken naar Koa's Umbono. De laatste momenten samen, de laatste keer dat ze de zon hier op zal zien komen. De oranje velden van het land waar een oorlog stond te wachten om toe te slaan. De bomen wiegden heen en weer, verschuilden zich achter het eeuwig veranderende landschap. Sophie zei niet veel, ze kon niet veel zeggen zonder in tranen uit te barstten. Ze had zijn hand vastgehouden de hele weg. Samen liepen ze op blote voeten over het eindeloze pad wat hen naar de rots zal brengen. Hij had geglimlacht toen ze het huis verliet zonder schoenen aan. Het was haar manier om dichter bij hem te komen, haar manier om deze plek nooit te vergeten. Om dichter bij de aarde te staan dan ze ooit had gedaan, dichter bij zijn aarde. Ze keken toe hoe de zon omhoog kroop, ze keken naar het dorp. In de verte was rook te zien van het naderende gevaar wat zal komen. De laatste zon was niet zo onbevangen als ze gehoopt hadden. Een vogel vloog over, Sophie keek hem na, Koa net zo. De vogel echode in hun harten, riep hen op om meer van elkaar te houden dan ooit.

'Het spijt me zo.' Zei Koa zacht, hij had haar op zijn schoot getrokken. Zijn armen om haar heen, zijn kin op haar kruin.

'Ik snap het Koa, dit is het land van je moeder, het land van je hart. En ik had hetzelfde gedaan als ik in jouw schoenen had gestaan.'

'Wat ga je doen in Amerika?'

'Niet over Amerika praten.'

'O... als je terugkomt beloof ik dat ik de veranda heb opgeknapt en dat er bloemen bloeien.'

'Petunia's?'

'Rozen.'

Sophie glimlachte, tuurde in de verte. Ze keken in stilte naar de laatste zon die ze samen zullen zien. Ze hield haar ketting in haar hand en drukte een kus op de wang van Koa.

'Deze heb je nodig.' Zei ze zacht. Ze deed de ketting af en deed hem om zijn hals.

'Houd hoop.'

Hij hoorde haar bonkende hart huilen op de dag dat ze vertrokken, de regen stroomde neer terwijl ze vroeg in de ochtend wegreden. Zijn vader had gehuild, hem in zijn armen gesloten en verteld hoeveel hij van hem hield. Hij had zijn vader aangekeken en zijn hoofd geschud.

'Niet huilen pap, ik kom terug.'

'Ik bid voor je, mijn zoon,' Zei David snikkend. Liet hem langzaam los terwijl hij naar de grond keek, 'je bent het mooiste wat ik en je moeder ooit hebben gehad en ik wil jou nog niet kwijt. Ik kan het niet aan, Koa. Snap je dat? Ik kan niet mijn twee grootste liefdes kwijtraken aan dit land. Ik wil je niet missen.' Zei hij hortend en stotend. Koa probeerde niet eens om zich in te houden. Tranen stroomden over zijn wangen terwijl ze zich mengden in de regen. Hij hield zijn vader stevig in zijn armen terwijl ze in stilte nadachten over de onzekere toekomst.

'Ik ga je missen, pap.' Zei Koa zacht en liet zijn armen langzaam los.

'Doe geen domme dingen.' Zei David en liet zijn zoon los. Koa glimlachte zuur.

'Maak je maar geen zorgen.'

'Koa.' De stem van Sophie brak toen ze zijn naam zei. Ze had al gehuild, zag hij. Haar donkere ogen waren rood en opgezwollen. Hij schudde zijn hoofd en omhelsde haar met alle liefde en angst die hij bezat.

Een landrover van de organisatie kwam aangereden. De spullen werden ingeladen en voor hij het wist waren ze klaar om te vertrekken. Ze zaten in de auto, Koa rookte een sigaret terwijl hij hen aankeek en probeerde te glimlachen. Mokwema was naast hem komen staan en hield zijn hand vast.

'Ik stuur twee keer per maand brieven, het komt goed.' Zei hij en wende zijn blik af. Hij kon het niet meer. Niemand zei meer een woord terwijl ze auto wegreed en hij zijn leven van hem zag verdwijnen. Alles wat hij ooit had gehad, zijn vader, zijn liefde, alles was weg. Even gleed de gedachte voor zijn ogen dat hij misschien de verkeerde keuze had gemaakt. Voor zichzelf, niet voor alle andere mensen. Mokwema nam de jongen mee naar het huis van zijn vader en beval hem op de veranda te gaan zitten. Ze zette thee voor de jongen die ontdaan was van het vertrek. Ze was boos op hem geweest, Koa had mee moeten gaan. Hij had de vrijheid om weg te kunnen gaan. Hier blijven was de slechtste keus die hij had kunnen maken. En diep in haar hart wist ze ook dat hij niet anders kon. Ze was er altijd al bang voor geweest en nu bevestigde hij het met zijn dwaze beslissingen. Zijn ziel was niet zoals ze had gedacht, en toch precies zo. Zij was er echter niet om te oordelen, besloot ze. Dus schonk ze thee in en ging naast hem zitten. Koa perste een glimlach over zijn lippen en mompelde een bedankje. Hij dronk de thee terwijl het stormde in zijn ziel. En hij had geen idee wanneer die storm zal gaan liggen.

De middag bracht hij door bij het graf van zijn moeder. Hij bad om haar aanwezigheid in de zon, in de regen. Hij zag een regenboog, bedankte God voor de regenboog. In gedachten over Noach bleef hij kijken naar de kleuren van de aarde. Het licht in het water, een weerkaatsing van genade. Hij vroeg of God hem zal behoeden voor het kwaad, zoals hij Noach had beschermd voor het water. De hele wereld leek te vergaan en toch was het vertrouwen van één man genoeg om deze wereld voort te zetten.

Koa huilde terwijl hij naast het graf van zijn moeder lag. Hij vertelde haar over Sophie, hoe ze zouden trouwen. Helaas niet hier, Sacramento. Een glimlach trok over zijn gezicht, zijn moeder hield van Sacramento. Ze waren er één keer met zijn drieën geweest. Hij kon niet herinneren hoe oud hij was, misschien zeven, acht. Eén jaar voordat zijn moeder overleed. En hij kon zich vaag voor de geest halen hoe ze een hele dag hadden gespendeerd in de oude kerk. Zijn moeder had de ramen bewonderd, glas in lood. De prachtige kleuren die erdoor heen vielen. Ze had de preekstoel vol ontzag aan zitten kijken, de schilderingen op het plafond. Alles was nieuw voor haar, en voor hem ook. Hij had immers net als zijn moeder, nog nooit een voet buiten Afrika gezet. De kleine wereld waarin zij leefden was groter dan ze hadden gedacht.

Hij bleef tot de zon verdween. Voor een laatste keer keek hij over het landschap en als hij goed keek kon hij de rookpluimen van vernietiging zien. Het zal niet lang meer duren. Hij zal oorlog voeren met de mannen van het dorp. Ze zullen de vrouwen en kinderen beschermen met alles wat ze hebben. Ze zouden doorgaan tot het bittere eind. Ze konden dit niet verliezen. Zijn hart was niet gerust op zijn beloftes. Hij kon niet altijd zijn woorden nakomen.

In gedachten liep hij terug naar het dorp, hij begroette Mokwema en haar man die buiten de tent zaten. Hij vertelde hun over de situatie en waar de rebellen waren. En iedereen wist dat de hel naar hen toe kwam. Misschien wel sneller dan ze ooit hadden kunnen bedenken.

De Laatste Zon [WATTY'S 2021]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu