53. Amerikaanse sigaretten

24 4 0
                                    

Amerikaanse sigaretten

Ze voelde een hand op haar schouder. De officier.

'Mevrouw, kalm aan. We brengen iedereen naar het ziekenhuis, hij haalt het. Jullie zijn veilig.'

Sophie keek de officier aan en knikte. Veilig. Ze beefde van angst en besefte wat er gebeurd was. Ze leefde nog, Koa leefde nog. Joseph leefde nog. Zijn been was verbonden, bloedde niet meer. Hij verging van de pijn maar glimlachte naar haar. Alles kwam goed. Ze glimlachte, alles kwam goed. Haar gezicht gleed door de ruimte, ze zag de gezichten van zeven andere mannen die haar aankeken. De mannen knikten haar bemoedigend aan.

'Mevrouw, u heeft ons allemaal gered.' Zei één van de mannen met een trillende stem. Sophie fronste en glimlachte zuur.

'Geen probleem.' Zei ze zacht en keek weer naar Koa. Ze krulde zich tegen zijn bonkige lichaam aan en huilde terwijl ze hem vasthield. Ze huilde haar hart uit terwijl ze de reis voortzetten. Ze voelde de arm van Koa bewegen, ze voelde zijn adem op haar settelen. Ze voelde zijn hart weer kloppen en ze wist dat hij terug was.

'Sophie?' vroeg hij met een krakende stem.

'Koa.' Zei ze, hief haar hoofd naar hem toe.

'Sophie, is dit over?' vroeg hij.

'Ja Koa, het is allemaal over.'

'Heb je een sigaret?'

Sophie glimlachte en knikte, ze dacht niet aan de drain in zijn long of zijn slechte conditie. Koa wilde een sigaret dus hij kreeg een sigaret. Ze rammelde wat in haar tas, pakte een pakje Marlboro en haalde er een sigaret uit, stopte de sigaret in Koa's mond en stak hem aan. Koa knikte, blies de rook uit. Het pakje gaf Sophie aan de officier, die de andere man ook wat aanbood.

'Amerikaanse sigaretten.' Zei Koa met een glimlach. Hij probeerde iets omhoog te komen, hoestte verschrikkelijk en schudde zijn hoofd. Hij was misselijk, zijn mond was droog en de piep in zijn oren was terug. Hij voelde zich beroerd. Sophie pakte de sigaret uit zijn hand en drukte hem uit op de vloer. Hij stribbelde geeneens tegen. Liet zijn hoofd rusten tegen de muur en sloot zijn ogen. Ze keek hem aan, ze keek de andere mannen aan, kreeg tranen in haar ogen en kon het niet bevatten.

Er was zoveel gebeurd met al deze mannen dat ze het niet kon begrijpen. Dat niemand eerder had ingegrepen en dat er geen mens was die zich om deze mensen had bekommerd. Ze haalde diep adem, tranen gleden stil over haar wangen terwijl ze haar hoofd in haar handen begroef. Haar hart was versplinterd onder het gewicht van het leed van deze mannen. Haar hart was gevuld met medelijden en pijn. Nooit had ze gedacht dat ze hier zal zitten. Een tiental ogen op haar gericht terwijl ze huilde om de pijn in haar hart. Geen van de mannen zei iets. Ze keken haar aan, ze was hun persoonlijke heldin.

In Kaapstad konden ze zijn hand niet redden. Ze hadden een dik verband aangelegd zodat ze verder konden reizen. De ambassade had zich bekommerd om de andere mannen, had Sophie bedankt voor haar inzet. Joseph had haar verteld dat hij terugging naar Swaziland.

Er waren mensen die op hem wachtten, vertelde hij. Hij liet het adres achter van een kamp waar hij vaak kwam en verdween. Ze had hem niet tegen kunnen houden wist Sophie. Joseph was net als Koa onverschrokken geweest. En mensen hadden hun nodig. Sophie bleef een paar dagen in Kaapstad met Koa. Tot hij sterk genoeg was om een vlucht te nemen naar Amerika. In Kaapstad belde ze Phillip Watson.

'Sophie, Godzijdank, waar heb je gezeten?'

'Ik heb hem.'

'Koa?'

'Ja, en zeven andere mannen.'

'Verdomme Sophie, hoe is het?'

'Het gaat wel.'

'Als er iets is wat ik kan doen...'

'Kan je een van de beste artsen die je kent naar het ziekenhuis van Sacramento sturen? We komen eraan. Zijn hand moet gezet worden... ik weet niet of het te redden valt...' ze fluisterde haast, keek naar Koa in het bed.

'Ik zal mijn best doen Sophie.' Hij was uit het veld geslagen door haar nieuws en had geen idee wat ze had moeten doorstaan. Geen idee wat gepast was om te zeggen.

'Je bent een heldin.' Zei Phillip. Sophie glimlachte.

'Jij ook, Phillip. Ik zie je in Amerika.' Zei ze zacht en hing op.

In Sacramento verbleven ze in het ziekenhuis waar ze maanden had gewerkt. De dagen waren zwaar, ze had amper een normaal gesprek met Koa kunnen voeren. Hij was het meest van de tijd aan het slapen of buitenwesten. Hij was zwaar ondervoed en zijn hele lichaam zat onder wonden of lelijk geheelde littekens.

Ze had dagen naast hem gezeten, dagen op hem gewacht. De ene na andere operatie volgde. Ze hadden niet alles kunnen redden. Ze hadden zijn pink moeten amputeren en zijn ringvinger onder de eerste knokkel. Sophie had toestemming moeten geven en die gaf ze. Ze had hem liever met een paar vingers minder dan dat hij een onoverwinbaar gevecht aan moest gaan met de infecties die hij had opgelopen. In de middag na de beslissende operatie werd hij wakker. Hij glimlachte, keek haar wazig aan.

'Hoe...' hij hoestte, steunde op zijn rechterarm en duwde zichzelf omhoog, 'hebben ze het kunnen redden?'

Sophie keek hem aan, ze voelde zijn ogen haar doorboren. Ze likte haar lippen en haalde diep adem. Ze deed een paar stappen dichterbij en wreef over zijn wang. Ze schudde haar hoofd, haalde haar schouders op.

'Ze hebben je pink weg moeten halen, je ringvinger tot hier.' Ze gebaarde naar haar eigen hand tot de lengte waar zijn ringvinger zal zijn. Zijn ringvinger zal niet groter zijn dan het topje van haar duim. Twee vingers verloren.

'Oké.' Zei hij en liet zich terug zakken in de kussens. Hij keek naar het plafond en perste zijn lippen samen.

De Laatste Zon [WATTY'S 2021]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu