48. Gelukkig moment

24 4 0
                                    

Gelukkig moment

Ze hielp in het kamp, hielp de vrouwen met wassen, hielp het medisch personeel met het reinigen van apparatuur en ze was alert. Elke auto die het kamp binnenkwam zag ze, geen Joseph te bekennen. Het duurde tot in de middag voor ze opschrok van de wastafel. Een oude bekende landrover reed het terrein op. De auto had geen ramen meer, geen dak en was volgeladen met mensen. Kinderen hingen uit de ramen, hielden elkaar vast.

Ze huiverde, ze waren muisstil. Geen van hen zei een woord toen ze uitstapten, ze kon ze niet eens tellen. Medisch personeel kwam aangesneld en ving de kinderen op. Met een bonkend hart keek ze naar de man die de laatste kinderen uit de auto hielp. Ze stond roerloos te kijken naar hem, hoe hij zich bekommerde om een klein meisje.

Ze keek de man na, volgde elke beweging, ze was niet van haar plaats gekomen. Haar handen zochten naar houvast bij de wastafel. Joseph praatte zacht tegen het meisje, zag ze. Hij droeg haar naar een arts toe en droogde haar tranen af. De coördinator liep naar Joseph, praatte wild gebarend met hem en wees toen haar kant uit. Haar adem stokte. Joseph keek haar aan met grote ogen en rende naar haar toe. Haar onderlip trilde, haar handen waren klam. Joseph stond voor haar en schudde zijn hoofd.

'Koa had gezegd nooit terug te komen.' Zijn stem klonk ongerust, dat was hij misschien ook.

Sophie zei niets, ze barste in tranen uit en wankelde. Joseph hield haar vast, sloot haar in zijn armen. Ze begroef haar gezicht in zijn shirt en hij wiegde haar heen en weer. Zoals Koa had gedaan, zoals David had gedaan. David. Ze haalde diep adem en keek naar Joseph.

'David is...' ze stopte en schudde haar hoofd. Zijn overlijden was nog maar vier dagen geleden. Ze had geen tijd gehad om het te verwerken en nu ze hier stond kwam het allemaal binnen.

'David is overleden.' Zei ze zacht. Joseph haalde diep adem en was even uit het veld geslagen. De dokter die alles overleefde in een land als dit, overleed in het veilige Amerika.

'Vreselijk...' fluisterde hij, was even stil en herpakte zich toen, 'Sophie, waarom ben je hier?'

'Om Koa te vinden.'

'Ik heb hem gezocht, hij is nergens te bekennen.'

'Heb je in de bergen gezocht?' vroeg Sophie. Ze had haar tranen van haar wangen geveegd en keek weer met een vastberaden blik naar de wereld. Ze zal niet stoppen voor ze hem had gevonden.

'Nee, de bergen zijn gevaarlijk... De rebellen hebben een basis in het noorden.'

'Daar gaan we heen.' Zei ze vastberaden.

'Wil je dood?' Hij verhief zijn stem, duidelijk uit het veld geslagen door haar standvastigheid.

'Als ik daarmee Koa terug kan halen, graag.'

'Verdomme, Sophie. Heb je enig idee waar je mee bezig bent?'

'Ja.'

'Nee, duidelijk niet. Ze schieten je neer, en als vrouw, dat wil je niet weten...' ze huiverde toen hij stopte met praatten, 'Koa is dood.'

'Heb je hem gevonden?'

'Nee maar...'

'Hij is een Amerikaans staatsburger. Als we zeker weten waar hij is, kan ik een troep laten komen.'

'Wel verdraaid.'

'We moeten hem vinden, als je niet meegaat, ga ik alleen.'

'Wat als het fout gaat?'

'Dan hebben we in ieder geval ons best gedaan.'

'Ik weet het niet Sophie... het is gevaarlijk.'

'Prima. Dan vertrek ik nu. Tot ziens.' Zei ze en stampte weg, probeerde zo zelfverzekerd mogelijk over te komen. De zenuwen gierden door haar lichaam, haar hart bonkte. Ze wilde niet alleen gaan. Ze liet Joseph achter, pakte haar tas die ze die ochtend weer netjes had ingepakt. Ze bedankte de coördinator, Donny, voor zijn gastvrijheid en liep naar haar truck die aan de rand van het terrein stond. Haar tas gooide ze achterin en met een zucht stapte ze in. Joseph had haar redding moeten zijn in het land waar ze de weg niet kende. Hij was haar hoop. Ze veegde woest een traan weg terwijl ze de auto startte. Misschien was het wel haar tijd om dood te gaan. Ze reed achteruit en draaide de auto.

'Wacht!' De deur vloog open. Ze keek op. Daar stond Joseph, zijn ogen waren groot, het zweet stond op zijn voorhoofd.

'Van gedachten veranderd?' Zei ze zacht.

'Koa zal het me nooit vergeven als ik je alleen laat gaan.'

Sophie glimlachte waterig en knikte naar Joseph.

'Rijd nog even langs het gebouw, je hebt vast niet aan eten gedacht.' Zei hij met een zenuwachtige grijns. Joseph dacht even niet aan het gevaar, even niet aan de oorlog. Het was een van de gelukkigste momenten in de dagen van oorlog om een bekend gezicht te zien. Een hart te vinden dat niet opgeeft.

Ze bevoorraadden de auto met voedsel, water en medicijnen. Alles wat ze nodig hadden. Joseph had een kaart tevoorschijn gehaald en liet Sophie zien waar ze langs zouden rijden. Ze zouden de Maputo oversteken en naar het noorden rijden. De basis lag op een hoog plateau in de bergen en Joseph vertelde haar dat het niet bereikbaar was met de auto.

'Dan lopen we.' Zei Sophie vastbesloten en Joseph glimlachte.

De Laatste Zon [WATTY'S 2021]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu