59. 4th of july

26 2 0
                                    

Hij werkte twee maanden bij Garo Construction. Werd aangenomen, kreeg een jaarcontract. Ondanks de momenten dat hij over was gekomen als een enorme kluns, hadden ze potentie gezien in hem. Hij voelde zich de sukkel van de werkplaats. Zijn lichaam was nog lang niet de oude, hij was zeker dikker geworden. Sophie had hem in de avond eens verteld dat ze zijn ribben niet meer kon tellen. Hij had het zelf niet eens gemerkt. Zijn schouders werden weer breder, zijn armen kregen weer de spieren die hij ooit had. Langzaam kwam hij terug.

Op de werkplaats leerden zijn collega's zich niet te verbazen over hoe Koa soms te werk ging. Er waren dagen dat hij nog geen tang in zijn hand kon houden. Soms trilde zijn hand, waren zijn vingers stijf. Het maakte niet uit, hij deed zijn best. Op die dagen liep hij over de werkplaats, inventariseerde wat er nog moest gebeuren en niemand stelde vragen. Ze wisten het. Sophie had werkhandschoenen voor hem gemaakt, de pink eraf geknipt, de ringvinger voor een groot deel ingekort. Koa was wat huiverig de eerste keer dat hij ze aantrok op de werkplaats. Niemand leek het te helpen en het was veel beter dan twee flapperende stukjes stof aan zijn handschoen. Zijn collega's waren fijne mannen, Koa genoot van het werk.

Elke dinsdag ging hij nog naar Tristan, één zaterdag in de maand gingen ze schieten met zijn allen. Ze verscholen zich met zijn allen in de bossen. Gekleed in oude uniformen, Koa in kakibroek en legergroen shirt. Ze schoten op blikjes, op flessen. Ze vertelden elkaar verhalen onder de brandende zon van Californië. Ze lachten wanneer Koa zijn magazijn niet gereed kreeg door zijn trillende vingers. Ze lachten wanneer Abel weer eens omviel op zijn nieuwe protheses. Hij was trots geweest en had ze geshowd op een dinsdagavond. Nog wankelend was hij de ruimte rondgelopen. Tranen liepen over zijn wangen en hij had verteld wat de dagen in de rolstoel met hem deden. De mannen luisterden, troostten elkaar met hun aanwezigheid. Maakten grappen, galgenhumor.

'Welke lengte staat er op je paspoort? Dit klopt vast niet!' had een van de mannen gezegd. Abel had zich volop verdedigd en kwam de week erna aangelopen met zijn paspoort in zijn handen. Ze hadden hem gemeten. Het was de juiste lengte. Abel was een grote jongeman geweest. Koa had op een avond verteld over Kagiso, hij was in huilen uitgebarsten en had zijn hart gelucht over het jongetje. De mannen troostten hem, niemand wist echter wat hij achterhield. Dat kon hij niet vertellen, niemand mocht het weten.

Toch luchtte het op, een persoonlijk verhaal delen. Zoals iedereen deed. Het was een hechte groep geworden en Koa voelde zich helemaal thuis tussen de mannen. Alsof ze lotgenoten waren in een wondere wereld van geweld. En zo was het ook. Koa had vol bewondering nagedacht over de groep. Er was geen persoon die iemand anders belachelijk probeerde te maken, niemand die gaf om hoe je eruitzag, ook je huidskleur maakte niet uit, niets maakte uit. Het ging niet over geld, carrière of over prestaties. Het ging over hun, geen seks, geen drugs, geen haat. Alleen genegenheid.

Sophie had gezegd dat de jongens eens uit mocht nodigen, ze zag hoe Koa het altijd had over de jongens. De jongens brachten hun vriendinnen of vrouwen mee, Sophie kookte een feestmaal. Het was 4 juli, het was warm en de vrienden van Koa druppelden binnen. Ze begroette ze allemaal, stelde zich keer op keer voor met een oprechte glimlach. Nu had ze eindelijk een gezicht bij de mannen, Tristan, Abel, Kevin, Bryan.

Elke man had zijn littekens wist ze en ze probeerde er niet naar te kijken. Kevin miste een arm, Bryan had een brandwond over zijn gezicht lopen en van Koa wist ze dat hij blind was aan één oog. Abel miste beide benen en was binnengekomen in een rolstoel. Ze was onder de indruk van de groep, ze leken allemaal vrolijk. Maar ze wist dat ze net als Koa een strijd meedroegen in hun hart die hen nooit zal verlaatten. Kevin en Bryan waren in de veertig, ze waren getrouwd maar hun vrouwen hadden geen tijd. Abel was verloofd, zij was ook mee. Sophie had haar begroet en aangekeken, ze had een bekend gezicht en toen wist ze het.

'Jij werkt op de KNO-afdeling, niet?'

'Ja, dat klopt!' had ze vrolijk gezegd. Ze hadden elkaar de hand geschud, ze heette Emma. Tristan had zijn vrouw ook meegenomen, ze was hoogzwanger en waggelde heen en weer.

De tafel was gevuld met eten en lekkernijen, iedereen had nog wat meegenomen. De vrouwen lekkers, de mannen bier. De mannen lachten, frisbeeden wat met elkaar, dronken bier. De vrouwen zaten samen, Tristans vrouw hoefde nog maar vier weken. Emma ging binnen een maand trouwen met Abel.

'Zijn jullie al verloofd?' had Emma gevraagd. Sophie keek naar Koa en glimlachte.

'Ooit heeft hij mij beloofd dat we zouden trouwen. Maar we zijn nog niet verloofd.' Zei Sophie, 'ik denk dat we eerst moeten kijken wat we willen doen.'

'Hoe bedoel je?' had de vrouw van Tristan gevraagd. Ze wreef over haar buik.

'O, Koa is nu een half jaar terug denk ik en nu zie ik hem pas echt weer zichzelf worden. Hij zal hier niet gelukkig worden heeft hij vorige maand nog gezegd. Ik snap het niet, we hebben een mooi huis, een grote tuin. Hij heeft een baan en ik heb een baan. Maar hij wil terug.'

'Terug?'

'Terug naar Afrika.'

'O ja, dat heeft Abel wel verteld. Klopt het echt dat jij hem daar weg hebt gehaald?'

Sophie knikte en fronste, 'ja, dat klopt.' Zei ze, ze wreef in haar hals, 'willen jullie nog wat sap?'

'Doe mij maar water.' zei de vrouw van Tristan.

'Doe mij maar wijn.' Zei Emma met een glimlach.

De Laatste Zon [WATTY'S 2021]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu