3. Het dorp Mpuri

52 5 17
                                    

Het dorp Mpuri

Ze kwamen laat aan in Mpuri, Koa had nog overwogen om te overnachten naast de weg. Ze had gelachen en hem vreemd aangekeken toen hij ernstig vertelde dat reizen in de nacht gevaarlijk kon zijn. Toch wilde hij niet vertellen waarom het gevaarlijk kon zijn en zelf wilde ze er niet aan denken. Onderweg had ze een adembenemende zonsondergang gezien.
De hele vlakte die zich voor hen had uitgestrekt kleurde oranje in de gloed van de zon. Ze kon in de verte wat dieren zien lopen en had geen idee wat het precies waren.

Om Koa niet tot last te zijn durfde ze het ook niet te vragen. Hij concentreerde zich op de weg die redelijk gevaarlijk was met alle kuilen en gaten. De auto waar ze in reden miste twee ramen, wat geen erg mankement was. Zo kon ze elk moment genieten van een briesje wind. Hoewel de wind warm was, was het toch verkoelend.

Koa droeg haar koffers uit de auto en ze stapte uit. Het dorp was totaal anders dan ze zich had voorgesteld. Er stonden geen huizen, enkel grote bulten die met grond en riet bedekt waren.

'Dat zijn de huizen, gaaf hé?' zei Koa die haar had zien kijken.

'Maar zijn ze dan hol vanbinnen, ze hebben geen deur?' Koa lachte enkel en liep richting het huis van zijn vader en hoopte dat hij al thuis was. Hij liep de veranda op, wierp een blik op de hangmat wat de komende tijd zijn plek zal zijn en glimlachte.

'Kom binnen, dit is het huis van Dokter David Cohn.' Zei Koa vol trots, 'het enige huis die gebouwd is aan jullie waarden.'

Ze keek rond, 'onze waarden?'

'Het Amerikaanse idee van een huis.'

'Maar dat vind jij toch ook normaal?'

Koa keek haar aan en fronste, hij schudde zijn hoofd.

'Oh, Amerika zal nooit normaal zijn in mijn ogen, Amahle.'

'Amahle?'

Koa antwoorde niet en haalde zijn schouders op, hij liep verder met al haar spullen in zijn armen. Ze liepen door een ruimte met een keuken, een bank en een tafel met een viertal stoelen eromheen. Op het aanrecht stond een aangedane radio, Mozart galmde door het huis.

'Daar was dus de keuken en tegelijk de woonkamer, dit is de gang en als je naar de kliniek wilt moet je hier rechtdoor lopen. Rechts is een toilet.' Koa liep snel en ze had enkele seconden om elke ruimte in zich op te nemen. Het huis was klein, dus dat zal geen probleem zijn, dacht ze. Ze stopte achter Koa en glimlachte. Hij zette de koffers neer in een kamer. Een lichte kamer met veel ramen, roosters voor de ramen en een dubbele klamboe boven het bed.

'Dit is de komende tijd jouw kamer,' zei hij en keek rond, zijn ogen bleven steken op een lijstje naast het bed. Ze fronste toen hij snel bewoog en het fotolijstje pakte en naar haar knikte als gedag.

'Ik zal mijn vader doorgeven dat je er bent, als hij al thuis is.' Zei hij nog en liep weg zonder om te kijken. Ze keek hem na en haalde diep adem.

Een man als hem was bijzonder, en dat wist ze nu al. Waar kwam zijn afschuw voor Amerika vandaan, hij sprak accentloos Amerikaans en ze kon aan zijn gouden huid zien dat hij hier niet vandaan kwam. Wie was deze Koa, enigste zoon van dokter Cohn, vroeg ze zich af terwijl ze neerplofte op het bed die hij voor haar had opgemaakt. De geur van schone lakens.

Hij lag in zijn hangmat en keek naar de lucht die zich boven hem had geopend. Zijn vader was nog niet thuis, hij zal wakker blijven tot de man zal arriveren.

Het was fris zodra de zon onder was en toch vond hij het heerlijk. De hemel had zich geopenbaard in duizenden sterren en hij glimlachte. Hij dacht aan de vrouw die hij had opgehaald en hoe ze het hier ooit zal redden. Ze zal zich moeten aanpassen zonder zichzelf te verliezen. Toch had hij er wel vertrouwen in en als hij dan toch haar gids de komende weken zal moeten zijn, zal hij haar daarbij helpen. De sterren fonkelden terwijl de maan omhoog kroop. Het mannetje op de maan, dacht hij en glimlachte tevreden. Het was een fijne dag geweest. De Maputo-rivier was vol vis geweest en hij hoefde zich geen zorgen te maken dat ze zonder eten zouden komen te zitten voordat de mannen terugkwamen. Het zal nog minstens een week duren wist hij. Het vlees van de antilopebok zal daarnaast genoeg zijn, hij zal met Kagiso nog wat vis vangen voor Lilla en hij had naast de rivier nog papaja's gezien die rijp waren. Voor morgen, of de dag daarna.

De stilte van de avond werd verstoord door het ronkende geluid van een motor. Het vliegtuig van zijn vader. Hij kroop uit zijn hangmat, wurmde zich door de netten van de klamboe en griste een zaklamp en een dubbelloopsgeweer van de muur. Door de bush liep hij naar de plek waar hij zijn vader neer zag komen. Er was geen landingsbaan, enkel een langgerekt stuk land waar hij altijd op landde. De grond hadden ze zelf ontgint en inmiddels leek het bijna een echte baan. Met een baan van dichtgedrukte grond waar geen plant zich durfde te vestigen.

Hij liep op blote voeten naar het vliegtuig toe en knikte naar zijn vader die met een zucht uitstapte. Hij sprong van de vleugel en kwam met twee voeten tegelijk op de grond. Uit de cabine trok hij zijn dokterstas en liep toen met een glimlach naar Koa toe.

De Laatste Zon [WATTY'S 2021]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu