‘Allahoe akbar, Allahoe akbar…’ Ik hoor de athan. Ik word wakker en kijk op de klok. Tijd voor Fajr. Ik ga naar de badkamer en doe daar de woedoe, ik ga terug naar mijn kamer en ik bid Fajr. Toen ik daar klaar mee was ging ik terug in mijn warm bedje liggen. Ik probeerde te slapen, maar het ging niet. Ik dacht steeds terug aan gisteren. Ik kreeg het erg warm. Zuchtend sta ik op. ‘Zo kan ik dus echt niet slapen.’ Dan maar naar beneden gaan. Ik loop rustig de trap af, want ik wil niemand wakker maken. Het is nu ongeveer 5 uur ’s morgens. Ik ga zitten in de zetel en kijk televisie. Na een paar uurtjes televisie gekeken te hebben, ga ik naar de keuken en maak ik een heerlijk ontbijt klaar. Mijn ouders kunnen elk moment wakker worden. Ik ga nog even naar de bakker om vers brood te halen.
Bij de bakker aangekomen koop ik wat lekker brood en chocokoeken. Ik groet de bakker nog en verlaat dan zijn bakkerij. Als ik naar mijn auto toe wandel zie ik tot mijn grote verbazing de jongen van gisteren. Hij staat bij zijn auto, die achter mijn auto geparkeerd staat. ‘Oh nee.’ Gaat er door me heen. Ik kijk naar de grond en wandel dan naar mijn auto. Ik kijk in de achteruitspiegel en we keken elkaar aan. Tegelijk keken we weg. Ik word er warm van en ik voel dat ik aan het blozen ben. ‘Hoe komt het nou dat ik hem weer zie?’ Ik heb ook al opgemerkt dat hij een baardje heeft. “Wauw.” Ik start de auto en rij weg met een warm gevoel.
Als ik thuis ben aangekomen zie ik iedereen al aan de tafel zitten. ‘Echt lekker, Soumaya! Dankjewel voor dit lekker ontbijt!’ zei mijn vader. Ik lachte. ’Fijn dat jullie ook op mij hebben gewacht.’ Knipoogde ik naar mijn ouders. Ik zette het brood en de chocokoeken op tafel en samen waren we aan het smullen van het ontbijt.
Na het ontbijt riep mijn moeder me. ‘Soumaya benti, tante Fatima heeft me gebeld. Rachid wil je hand komen vragen. Hij wilde het al heel lang doen, maar hij durfde niet.’ Geschrokken en met open mond keek ik naar mijn moeder. Ik kon niks zeggen. ‘ Ze willen volgende zaterdag je hand komen vragen.’ Nog steeds kwam er niks uit mijn mond. Rachid was een goede jongen, maar ik zou nooit met hem willen trouwen. ‘Mama, ik wil niet.’ ‘Benti, wacht maar tot zaterdag. Als je dan echt niet wil, dan kan je dat nog steeds zeggen.’ Ik knikte goedkeurend.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Willen jullie in de reacties schrijven wat jullie ervan vinden? En op vote drukken zodat ik kan zien hoeveel mensen mijn verhaal lezen. Als er te weinig mijn verhaal lezen, dan stop ik. Het heeft toch geen zin, als ik schrijf voor niemand.