Ik dacht de hele dag aan mijn droom. Ik voelde me hier echt goed door! De hele dag door had ik een glimlach op mijn gezicht. Ik was zo gelukkig! Maar ja... je kent mijn leven ondertussen al. Als ik eens gelukkig ben, dan moet er weer iets zijn dat mijn geluk verpest.
Vandaag was weer zo'n dag. Ik ging naar beneden en kuste mijn moeder en vader op hun voorhoofd.
'Jazakallah (moge Allah je belonen).' zeiden mijn ouders blij. Ik ging in de zetel, langs mijn moeder en vader, zitten. Ze keken me beide serieus aan.
'Wat is er?'vroeg ik met een verward gezicht.
'We hebben de ouders van Yassin laten weten dat je niet met hun zoon wil trouwen', vertelde mijn moeder me,' ze waren niet zo blij met het nieuws. Ze snapten het niet. Hun zoon is een "goede" moslim.'
'En wat heb je hun verteld? Heb je verteld wat hij me heeft aangedaan?'
Mijn moeder knikte. 'Ze wilden me niet geloven en waren woedend. Ze begonnen me uit te schelden, dus hing ik maar op. Ik verlaag me niet tot hun niveau.' Ik keek mijn moeder en vader een beetje bang aan. 'Maar wat als...' mijn vader onderbrak me:' Nee, Soumaya. Wij beschermen je. Als er nog iets gebeurd dan willen we dat je het onmiddelijk aan ons verteld. We willen niet dat er weer iets met je gebeurd.' Mijn vader kreeg tranen in zijn ogen. Hij had eigenlijk nog niets tegen me gezegd over Yassin. Ik wist niet dat hij er zo mee zat...Ik legde een arm over mijn vader heen en gaf hem een dikke kus op zijn wang. Hij lachte en knuffelde me hard. Dit had ik nu echt gemist! Het was zo lang geleden. De laatste keer dat hij me nog eens in zijn armen had, was toen ik nog een klein meisje was. Ik zag aan mijn vaders gezicht dat hij het ook miste. We bleven even in elkaars armen.
'Ik voel me zo buitengesloten.' Kuchte mijn moeder. Onmiddelijk ging ik naar haar toe en knuffelde haar ook. Dit voelde zo vertrouwd!
Ik keek even op de klok en zag dat ik te laat was voor mijn werk. Ik ging snel naar boven en maakte me klaar. Ik had vandaag een belangrijke vergadering en net nu moet ik weer te laat zijn. Ik haaste me naar de auto en reed zo snel als ik kon naar het werk. Ik liep het gebouw in en ging naar de vergaderzaal. Vermoeid kwam ik binnen en excuseerde me. Ik zag Hamza stiekem lachen en ik gaf hem een strenge blik. Er was nog maar één plaats over en raad eens langs wie... Natuurlijk langs Hamza. Verlegen nam ik plaats en luisterde aandachtig. Soms voelde ik Hamza's blik op me branden en als ik dan even opzij keek, betrapte ik hem. Steeds moest ik erom lachen en Hamza werd héél rood! Dat maakte het natuurlijk grappiger en ergens ook wel schattig...
De vergadering was voorbij en iedereen ging weer naar zijn eigen kantoor. Net dat ik de deur wilde openen, tikte er iemand op mijn schouder. Ik draaide me om en zag Leyla staan. Er stond nog een meisje bij dat Marokkaans leek. Ik keek een beetje raar naar Leyla. 'Dit is Safae, je nieuwe assistent.' Zei Leyla blij. Safae stak een hand naar me uit. 'Hallo!' Ik gaf haar een hand terug en beantwoordde haar groet.
'Heeft Leyla je al rondgeleid?' Vroeg ik haar. Ze schudde haar hoofd. 'Dan zal ik dat nu doen.' Glimlachte ik naar Safae. Ze glimlachte terug en ik liet haar het gebouw zien. Het was een spontaan meisje.Onderweg kwamen we Hamza tegen. Ik stelde haar aan hem voor. Safae kon haar ogen niet van hem afhouden. Ergens werd ik wel jaloers en was ik ook wel boos. Hamza voelde zich er ongemakkelijk bij. Dat zag je gewoon. 'Uhm...ik ga weer terug naar mijn kantoor.' Zei hij ongemakkelijk. Ik en Safae gingen ook terug naar het kantoor. Ik gaf haar wat werk zodat ze onmiddelijk aan de slag kon. Ik legde haar alles nauwkeurig uit en ze deed het goed.
Het einde van de dag naderde. Safae kwam mijn kantoor binnen. 'Ik ben klaar met alles. Mag ik naar huis gaan?' Vroeg ze. 'Ja hoor. Ga maar.' Antwoordde ik. Ze lachte nog even naar me en verliet dan mijn kantoor.
Een tijdje later was ik ook klaar met mijn werk. Ik ruimde alles op en sloot mijn kantoor. Ik keek nog even rond en zag Hamza met... Safae?! Ze waren druk aan het praten en hadden veel plezier. Lachen deden ze ook veel. Safae probeerde dichter bij Hamza te komen, maar Hamza deed wel een stap achteruit. Het deed pijn. Ik voelde de tranen komen. Waarom deed Hamza dit?
Hamza keek mijn richting op. Hij zag de pijn in mijn ogen. Ik kon mijn tranen niet meer binnenhouden. Ik liep zo snel als ik kon het gebouw uit. Ik hoorde Hamza nog een paar keer mijn naam roepen. Vliegensvlug liep ik naar mijn auto en reed weg. Ik keek nog even in de achteruitkijkspiegel en zag Hamza daar verdrietig staan. Waarom is hij nou verdrietig? Ik heb niets fout gedaan?!
Toen ik thuis aankwam ging ik rechtstreeks naar mijn kamer en ging ik op mijn bed liggen. Waarom doet Hamza dit nu? Ik dacht dat alles goed ging en dat hij binnenkort mijn hand ging vragen. Nou ja, dat hoopte ik ten minste. Safae was een aantrekkelijk meisje met haar bruine haren en strakke kleren waardoor je haar figuur goed zag. Maar is dat nou de reden? Ik verberg mijn figuur en haren liever voor een man die het waard is. De man waarmee ik ga trouwen. Alleen hij mag het zien. Ik ben geen voorwerp waar alle mannen op mogen kwijlen. Nee! Ik bedek me liever! Ik ben nog steeds blij met mijn beslissing om de hijab te dragen. Ik heb er nog geen enkel moment spijt van gehad!
Ik dacht weer aan Hamza en Safae. Eigenlijk deed hij niets verkeerds. We zijn niet getrouwd, dus ik kan hem niet verbieden om met anderen vrouwen te praten. Maar toch deed het pijn. Veel pijn... Ik kon mijn tranen echt niet meer binnenhouden. Misschien was Hamza toch niet mijn maktab. Misschien is Safae zijn maktab en ben ik maar een tussenpersoon...