Hoofdstuk 17

3.2K 135 22
                                    

Ik werd vermoeid wakker. Ik ging naar de badkamer en keek in de spiegel. Mijn ogen waren dik van het huilen. Ik had me gisteren in slaap gehuild. Stiekem was ik bang dat Yassin me iets ging aandoen, maar ik liet het niet zien. Ik deed de kleine wassing en ging daarna naar mijn kamer om te bidden. Ik smeekte Allah om me te helpen. De tranen stroomden over mijn wangen. De laatste dagen huilde ik veel. En dat allemaal door Yassin. Ik moest het aan mijn moeder vertellen. Ik vertel haar alles, dus dit moet ik ook vertellen. Ik weet alleen niet hoe. Ik ging naar beneden en zag mijn moeder in de zetel zitten.
'Mama?' Kwam er schor uit mijn mond. Ze keek me aan. 'Weet je nog toen ik in het ziekenhuis zat?' Mijn moeder ging meteen recht zitten en keek me met grote ogen aan. Ze deed een teken dat ik verder moest gaan. 'Die jongen, Yassin, ben ik nog eens tegengekomen.' Mijn moeder keek me raar aan. 'Wanneer? Hij heeft je toch niets aangedaan?!' Ik schudde mijn hoofd, 'Nee mama, Alhamdoulilah niet, maar hij wilde me... uhm... vermoorden.' Het laatste woordje zei ik wat stiller. Mijn moeder sprong van de zetel. 'WAT?!'
Ik voelde me ongemakkelijk, 'Er is niets gebeurd, Hamza heeft me geholpen. Hij heeft Yassin geslagen en die ligt nu in het ziekenhuis.' Mijn moeder keek me nog steeds met grote ogen aan. 'We moeten aangiften doen tegen die Yassin!' Ik schudde mijn hoofd. 'Dat gaat niet.' Zei ik stil. 'En waarom dan niet? Hij probeerde je te vermoorden!'
'Maar dan gebeurd er misschien iets met Hamza. Yassin gaat me niets meer aandoen. Geloof me en beloof me dat je geen aangiften gaat doen.' Mijn moeder twijfelde. 'Ben je zeker dat hij je niets gaat aandoen? Heeft hij dat gezegd?'
Ik knikte, dat was eigenlijk niet waar. Maar ik moet me aan mijn beloften houden. Yassin ging niets over Hamza vertellen en ik ging niets over Yassin vertellen. Ik hou me altijd aan mijn beloften, nu dus ook! 'Oké dan.' Zuchtte mijn moeder. Ik gaf haar een knuffel en ging dan terug naar boven. Ik moest vandaag pas om 2 uur werken. En het was pas 11 uur, dus had ik nog tijd om wat Koran te lezen. Ik ging op mijn bed zitten en pakte mijn Koran, die op mijn nachtkastje lag. Ik opende het en kwam op een willekeurige pagina. Ik stopte bij een vers en de tranen stroomden alweer over mijn wangen:

إِنَّ مَعَ ٱلْعُسْرِ يُسْرًا

Inna maAAa alAAusri yusra
(=Voorwaar, gemak komt naast ongemak.)

Deze vers had ik zo vaak gelezen en ik heb hier nog nooit zo hard om moeten huilen. Ik vertrouwde op Allah! Hij is de enige waar ik op moet vertrouwen.

Ik las nog enkele suwaar en sloot daarna mijn Koranboek. Ik legde hem terug op zijn plaats en ging me daarna omkleden. Het was bijna tijd om naar mijn werk te gaan. Ik keek in de spiegel en ik zag er afschuwelijk uit. Donkere kringen rond mijn ogen, mijn huid die lijkbleek was. Ik waste mijn gezicht en keek terug in de spiegel. Helaas, mijn gezicht zag er nog steeds hetzelfde uit. Het interesseerde me niet. Ik ging naar beneden, pakte de autosleutels en vertrok naar mijn werk.

Ik stapte het bedrijf in en ging naar mijn kantoor. Ik had nu echt geen zin om met mensen te praten. Ik maakte mijn werk af en ging daarna wat eten in de kantine. Ik vermeed zoveel mogelijk contact met mensen en ging daarom ook alleen aan een tafel zitten. Ik concentreerde me op mijn eten. Ik keek er de hele tijd naar, maar ik kreeg geen hap door mijn keel.
Mijn hoofd ging naar boven en ik zag Hamza aankomen. "Oh nee! Daar heb ik nu echt geen zin in!"
Ik stond snel op en liep voorbij hem zonder om te kijken.
Ik zag uit mijn ooghoeken dat hij wat wou zeggen.

Ik liep zo snel mogelijk naar mijn kantoor en sloot de deur achter me. Ik ging weer verder met mijn werk. Mijn gsm ging af en ik zag dat het tijd was om te bidden. Ik had altijd een kleine gebedsmat in mijn tas. Ik haalde hem eruit en zette hem naar het oosten. Ik bid altijd op mijn werk, dus weet ik al waar het oosten ligt. Ik hou er echt niet van om mijn gebeden in te halen. Ik begon te bidden. En mijn hart werd rustig. Geklop op de deur haalde me uit mijn concentratie. Ik probeerde het te negeren en me te concentreren op mijn gebed. De deur ging open, 'Oh sorry.' Hoorde ik iemand zeggen. Ik herkende de stem. Het was die van Hamza.

Na het gebed, ging ik zitten aan mijn bureau en rondde de laatste dingen af. Ik sloot mijn kantoor en ging naar buiten. Ik zag iemand tegen mijn auto leunen. Ik herkende hem meteen. Ik wilde me omdraaien en terug naar binnen gaan, maar hij riep me. Ik kon hem niet negeren. Hij was te lief om te negeren. Hij heeft me niets aangedaan, hij heeft me juist geholpen. Ik draaide me om en liep weer naar hem toe. 'Soumaya, luister.' Ik keek hem bedroefd aan. 'Ik wil niet dat er iets met je gebeurd. Doe gewoon aangiften tegen hem.' Ik schudde mijn hoofd. 'Nee Hamza, ik heb het beloofd. Ik wil ook niet dat er iets met jou gebeurd.' Zei ik zacht.
Hamza wilde nog iets zeggen, maar ik onderbrak hem:'Vanwaar ken je Yassin eigenlijk?' Hij twijfelde, 'Hij is, uhm... was mijn vriend', ik knikte,'ik had hem over je verteld. Vandaar dat hij je naam wist, maar hoe hij je heeft gevonden, weet ik ook niet.' Ik keek hem verbaasd aan. 'Oké, zullen we dit dan nu achter ons laten?' Hamza knikte en ging toen weg bij mijn auto. Ik stapte in en reed naar huis.

Tijdens het rijden, dacht ik aan wat Hamza zei. Had hij over me gepraat? Voelde hij dan ook iets voor mij? Zoveel vragen spookte door mijn hoofd rond.

Ik was thuis aangekomen en had geen zin om thuis te blijven. Dus ging ik wandelen, dat doe ik als ik even wil nadenken en alles op een rijtje wil zetten. Ik liep ergens naartoe zonder erbij na te denken. Ik moest een drukke straat over. Ik wachtte totdat het groen werd voor mij en ging daarna het zebrapad over.

Een auto kwam razendsnel op me af en voor ik het wist, lag ik onder de auto. Ik voelde me ogen dichtvallen en sprak de shahada uit. Ik voelde me leeg worden. Mijn ziel leek uit me gezogen te worden. Dit is het einde. Ik ben nu van alle zorgen weg. Ik ben van Yassin af. Ik ga naar mijn Heer. Dit kwam allemaal in me op.
Het is nu een gevecht van leven of dood. En ik ben niet zeker dat ik dit gevecht zal winnen.

Al MaktabWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu