Hoofdstuk 4

3.3K 138 2
                                    

Volgende zaterdag

Ik was erg zenuwachtig, ik weet niet of ik wel wilde. Ik heb de voorbije week goed nagedacht. Over de jongen in de winkel en over Rachid. Ik keek in de spiegel, ik had mijn appelblauwzeegroene khimaar aangedaan. Ik ging de trap af en hielp mijn moeder met de laatste dingen klaar te zetten.  De bel ging, mijn vader liep naar de deur en opende die. ‘Salaam wa3laykoem.’ Kwam er vrolijk uit zijn mond. ‘Wa3laykoemoe salaam.’ Groetten ze mijn vader terug. ‘Kom binnen!’ Ze kwamen binnen, eerst de vader, dan de moeder, Aisha en als laatst Rachid. Hij keek verlegen naar de grond. Ik groette iedereen. Toen ik Rachid groette werd het wel een beetje ongemakkelijk. We namen plaats in de zetel. Er werd meteen thee geserveerd door mijn moeder. Er werd gepraat, gelachen en veel plezier gemaakt. Rachid bleek een erg goede jongen te zijn. Mijn moeder riep me naar de keuken. ‘Soumaya, kom!’ ‘Ja? Waarom moest ik komen?’ Ze keek me serieus aan. ‘En heb je al iets besloten?’ Ik dacht even na. Als ik nee zou zeggen, dan zou er waarschijnlijk toch niemand anders mijn hand komen vragen. En dan zou ik voor altijd alleen zijn. Ik knikte. 'En wat wordt het?’ Ik dacht nog voor een laatste keer na, ‘Ik wil met hem trouwen.’ Kwam er stilletjes uit mijn mond. Mijn moeders ogen werden groot en ze lachte. Ze riep mijn vader erbij en vertelde hem het nieuws. Ik zag ook dat hij blij was. Als mijn ouders er  blij mee zijn zal ik er ook maar blij mee moeten zijn. Mijn vader vertelde het goede nieuws aan mijn oom en tante. Ook zij waren erg blij en ik zag een glimlach op het gezicht van Rachid. De hele avond dacht ik na of mijn besluit wel juist was.

Ik stond op voor Fajr en ik bad. Ik keek op mijn gsm en zag een bericht van een nummer dat ik niet kende.

“Salaam wa3laykoem verloofde, sta maar op voor Fajr!”

Ik lachte, dit moet Rachid zijn. Hoe komt hij aan mijn nummer? Ik antwoordde terug:

“Wa3laykoemoe salaam, ik heb al gebeden en jij? Hoe kom je aan mijn nummer?”

Al snel kreeg ik een berichtje terug:

“Ik heb ook al gebeden, en van Aisha.”

Natuurlijk! Dat is typisch Aisha. Ik glimlachte, ik besloot om niets meer terug te sturen. Ik zette mijn gsm op mijn nachtkastje en viel in een diepe slaap.

“Mama!” Ik keek naar een klein meisje die een beetje verder van me stond. Ze had zwart haar en puur zwarte ogen. Ze was zo mooi. Ma sha Allah! “Mama!” hoorde ik opnieuw. Het meisje kwam op me afgelopen. Was ik haar moeder? Ik rook een zoete geur, ik keek naar rechts en zag een man mijn hand vast houden. “Wat hebben we toch een mooie dochter!” Ik zag het gezicht van de man niet. Ik lachte, de man keek me aan. Hij had een prachtige baard en mooie, bruine ogen. Toen besefte ik pas wie hij was.

Ik schoot wakker. Was hij het echt?

Al MaktabWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu