Helemaal doorweekt van de regen liep ik naar mijn auto en ging naar huis. Onderweg bleven de tranen maar stromen. Dit deed me echt zoveel pijn! Ik was te bang om te vertellen dat ik ook gevoelens voor Hamza heb en kijk nu eens! Ik ben Hamza voorgoed kwijt.
Ik kwam thuis aan en ging rechtstreeks naar mijn kamer. Helemaal verslagen liet ik me vallen op mijn bed. Ik huilde weer. Ik moet dit allemaal gewoon vergeten. Ik moet Hamza vergeten! Als hij mijn maktab is ,dan komen we wel terug bij elkaar en zo niet....dan maar niet.
Ik besefte dat ik nog moest bidden. Snel liep ik naar de badkamer en verrichtte de wudu. Ik liep terug naar mijn kamer en zette mijn gebedsmatje klaar. Ik bad tot Allah, mijn Schepper! Mijn Heer!
Weer vulden mijn ogen zich met tranen. Ik kon ze niet inhouden en voor ik het wist, stroomden de tranen weer over mijn wangen. Ik was klaar met bidden en deed nog smeekbedes. Ik vroeg Allah om me te helpen in deze moeilijke periodes.
Ik viel weer op mijn bed en sloot mijn ogen. Alles werd zwart...
Moeizaam opende ik mijn ogen. Ik had mijn kleren nog aan. Ik was in slaap gevallen. Ik keek op mijn gsm en zag dat het 3 uur 's nachts was. Ik stond op en deed mijn kleren uit. Ik pakte mijn pyjama uit de kast en deed die aan. Ik kroop weer in mijn bed en viel weer in slaap.
De volgende dag werd ik met tegenzin wakker. Ik moest vandaag werken. Het gaat nooit meer zo zijn als het eerst was. Ik had altijd veel plezier op het werk, maar nu. Nu waarschijnlijk niet meer. Ik keek in de spiegel. Mijn haren waren rommelig en mijn ogen waren dik van het huilen. Ik had donkere kringen rond mijn ogen en zag er bleek uit. Ik leek wel ziek.
Ik maakte me toch klaar en vertrok naar het werk. Ik ging rechtstreeks naar mijn kantoor. Ik wou nu even geen contact met mensen hebben. Daar voel ik me te slecht voor. Het liefst bleef ik de hele dag in mijn kantoor, maar ik moest even wat gaan afdrukken.
Ik keek om me heen of Hamza ergens te bekennen was. Gelukkig... hij was er niet. Ik ging rustig naar de drukkerij in het bedrijf. Ik nam de lift naar beneden. Ik stond nu voor de deur van de drukkerij. Voorzichtig opende ik hem en ging naar binnen. Ik was alleen. Rustig printte ik wat dingen af en fluitte ik vrolijk. Nou ja, vrolijk was ik niet echt. Ik deed maar alsof.
Ik draaide me om en zag Hamza aan de deuropening staan. Ik verschoot me en liet mijn papieren vallen. 'Sorry', storterde Hamza,'ik wou je niet laten schrikken.' Ik raapte mijn papieren op en zei droog:' Is niet erg.' Hamza knikte en ik liep voorbij hem. Ik voelde dat Hamza me nog na keek en ik voelde me ongemakkelijk worden.Ik ging terug naar mijn kantoor en maakte mijn werk af. Daarna ging ik nog even wat praten met Leyla. Ik mocht mijn vriendschap niet stukken laten gaan door Hamza. Leyla had er niets mee te maken. We waren hard aan het lachen. Hamza kwam voorbij en ik stopte meteen. Ik keek serieus. Hamza keek me eerst aan en negeerde me daarna en liep verder.
'Hey, Hamza! Kom eens!' Riep Leyla.
"Oh nee!" Dacht ik bij mezelf. Hamza schudde zijn hoofd. Even was ik opgelucht, maar ja, je kent Leyla. Ze laat het niet hierbij. Ze ging naar Hamza toe en trok hem mijn kant op.
'Ik moet gaan.' Zei ik ongemakkelijk. En ik draaide mijn rug al naar hun toe. Ik keek nog even achter me en zag Leyla me raar aankijken. Hamza keek me met een trieste blik aan. Plots werd ik naar achteren getrokken. 'Wat krijg jij ineens?' Zei Leyla verward. 'Niets, mag ik nu gaan? Ik moet echt naar huis.' Dringde ik aan. Ik keek nog even naar Hamza, maar hij was al verdwenen. 'Oké, wat jij wilt.' Leyla liet me los.Ik stapte in de auto. Ik had geen zin om nu naar huis te gaan. Ik besloot om naar een parkje te gaan. Het regende hard, maar daar hou ik juist van!
Ik kwam bij het parkje aan en ging naar de vijver, die daar stond. Verslagen liet ik me op mijn knieën vallen. Het begon nu feller te regenen. Mijn kleren waren helemaal doorweekt, maar dat interesseerde me niet. Ik huilde, weeral. Voor de zoveelste keer!
Daar zat ik dan. Helemaal doorweekt op de grond. Met tranen in mijn ogen en zoveel vragen, die ik maar niet kon beantwoorden.'Soumaya?' Hoorde ik iemand stil zeggen. Ik draaide me om en zag wie er voor me stond...