Ik opende voorzichtig mijn ogen en keek om me heen. Ik lag in het ziekenhuis. Ik zag mijn moeder met rode ogen op een stoel zitten. Ze heeft vast gehuild. Ik had pijn, veel pijn. Overal, er was geen plek waar ik geen pijn had. 'Mama.' Kwam er gebroken uit mijn mond. Mijn moeder stond snel op en kwam aan mijn bed staan. 'Oh lieverd! Hoe gaat het met je? Heb je veel pijn? Wat is er gebeurd?' Vroeg mijn moeder met een trillende stem. 'Ik...ik weet het niet meer.' Mijn moeder keek teleurgesteld. Ik dacht na, wat was er nou gebeurd?
'Een oude man heeft je naar het ziekenhuis gebracht. Hij zag dat je geslagen werd door een jongen.' Ze keek verdrietig. 'Je doet toch geen verkeerde dingen, Soumaya? Waarom was je bij een jongen?' Ik keek geshockeerd naar mijn moeder.
'Mama, hoe durf je zelfs zo te denken over mij? Ik zou nooit verkeerde dingen doen met een jongen!' Ik keek gekwetst weg. 'Wie was die jongen dan die je geslagen heeft?'
'Ik weet het niet. Ik weet niets meer. Ik weet niet meer wat er gebeurt is.' Ze knikte. 'Waar is papa?' Zei ik. 'Hij is onderweg.' Gebroken lachte ik. 'Kan je me helpen om naar het toilet te gaan?'
Mijn moeder hielp me recht en leidde me naar het toilet. Ik keek in de spiegel. Zo had ik mezelf nog nooit gezien. Elk deel van mijn gezicht was verminkt. Op heel mijn gezicht waren er schrammen, gedroogd bloed en blauwe plekken.
"Ya Allah! Wat is er gebeurd?!"Ik probeerde het gedroogde bloed van mijn gezicht te wassen, maar het deed te veel pijn. Dus gaf ik op en liet het bloed gewoon op mijn gezicht.
Ik ging nog even naar het toilet en daarna keerde ik terug naar mijn bed. Niet veel later kwam mijn vader binnen en stelde me allerlei vragen. Weer antwoordde ik: 'Ik weet het niet.' De dokter was ook langs geweest en zei dat ik hier een tijdje moet blijven. Hij vertelde me ook dat ik een lichte hersenschudding heb. Ik had ook een inwendige bloeding, maar dat was al opgelost. Toen die oude man me naar het ziekenhuis bracht, hadden ze me meteen onderzocht en ze zagen dat ik een inwendige bloeding had. Dus namen ze me meteen mee naar de operatiekamer.
Alhamdoulilah ten alle tijden!De bezoeksuren waren voorbij en mijn moeder en vader gingen naar huis. Khadijah was bij mijn oom en tante. Gelukkig, ik zou niet willen dat ze me zo zou zien. Eindelijk had ik rust. Mijn ogen vielen dicht en ik viel in een diepe slaap.
De beelden van de vorige dag kwamen voor me. Yassin die me sloeg. De oude man die me kwam redden. De pijn. De angst. De tranen. Ik herinnerde me alles weer.
Het was Yassin die me dit heeft aangedaan!
De volgende dag werd ik wakker. Ik had een ontbijt gekregen, een vies ontbijt. Nou ja, dat is zo in een ziekenhuis. Hier hebben ze geen lekker eten.
Ik hoorde geklop op de deur en nam snel mijn hoofddoek en deed hem aan. Ik zag Leyla stilletjes binnenkomen. Ze keek me met betraande ogen aan. 'Oh lieverd! Ik heb het gehoord. Ik vind het zo erg voor je. Moge Allah je snel doen genezen!' Zei ze triestig. 'Amien.' Antwoordde ik zacht. 'Dankjewel dat je bent gekomen.' Lachte ik naar haar. We bleven even praten totdat er geklopt werd op de deur. 'Oh ja, ik ben wat vergeten.' Zei Leyla beschaamd. Ze ging naar de deur en opende die.
Ze ging even op de gang staan en praatte met iemand. Ik hoorde de stem van de andere persoon niet.
De deur ging weer open en Leyla verscheen. Met Hamza achter haar aan. Ik verschoot me, dit had ik niet zien aankomen. 'Salamwa3laykoem.' Zei hij verlegen. Ik beantwoordde zijn groet. Hij had bloemen bij. Ik bloosde, hij zette de bloemen op tafel en zei: 'Ik heb bloemen voor je meegebracht. Moge Allah je snel doen genezen.'
'Amien en dankjewel' Antwoordde ik verlegen. Hij vroeg me allerlei vragen, hij was duidelijk bezorgd. Het was lief en schattig, maar ik durf hem niet over Yassin te vertellen. Wat moet hij wel niet denken? Dat ik met jongens omga? Terwijl ik mijn leven stiekem met Hamza wil delen? Bij die gedachte werd ik warm.
We bleven met zijn drieën nog praten tot er weer op de deur werd geklopt. Sarah kwam vrolijk naar binnen. Maar toen ze mij zag veranderde haar blik snel. 'Ik wist niet dat het zo erg was.' Zei ze bedroefd. Ik lachte, 'Het gaat wel hoor. Alhamdoulilah!' Ze knikte en keek daarna van Hamza naar mij. Ze lachte breed en knipoogde. Ik lachte verlegen. Met zijn allen praatten we wat en het was zo gezellig. Ik vergat mijn pijn even.
Mijn ouders kwamen binnen en zagen Hamza. Ze keken beide geshockeerd. Wat deed een jongen hier? Mijn moeder keek me met een dodelijke blik aan. Mijn ouders groetten iedereen. 'Ik moet gaan. Allahi chafik nog.' Zei Hamza. Ik knikte en Hamza verliet de kamer. Niet veel later gingen ook Leyla en Sarah weg.
'Wie was die jongen? Is hij degene die je dit aangedaan heeft?!' Zei mijn moeder boos.
'Nee, mama. Dat was Hamza, een collega.'
Haar boze gezicht veranderde in een lieve blik.
De dokter kwam en vertelde me dat het beter met me ging. En dat ik over een weekje naar huis mocht gaan. Ik was blij dat ik bijna naar huis mocht. Mijn vader ging naar huis en mijn moeder bleef nog even bij me. Dit was het ideale moment om te vertellen dat het Yassin was die dit heeft gedaan. 'Mama, ik moet je iets vertellen.' Ze stond op en kwam naar me toe. 'Wat is er, mijn dochtertje?' Zei ze bezorgd. 'Ik herinner me weer wie me dit heeft aangedaan.' Zei ik gebroken. 'Wie? Wie heeft dit gedaan, Soumaya?' Zei ze gekwetst. 'Ik ken hem eigenlijk niet. Ik weet alleen dat hij Yassin heet. Hij valde me lastig en ik zei dat hij me met rust moet laten. De volgende dag kwam hij me opzoeken en heeft hij me geslagen.' De tranen stroomde over mijn wangen. 'Heb je een telefoonnummer of een adres van die jongen?'
'Nee.' Mijn moeder keek teleurgesteld. 'Heb je een achternaam misschien?' Zei ze hoopvol. Weer stelde ik haar teleur en zei: 'Nee, mama. Ik heb geen enkele informatie over hem. Alleen zijn voornaam.'
Mijn moeder keek bedroefd. 'Het komt allemaal wel goed, in sha Allah.'
Ik knikte en niet veel later verdween mijn moeder naar huis. Daar zat ik dan, helemaal alleen. Ik leef nu in angst dat Yassin me weer kan vinden en zijn doel kan afmaken.