Ik opende vermoeid mijn ogen. Ik lag in een kamer en overal hingen er slangetjes en draadjes. Er kwam een man naar binnen en keek me met grote ogen aan.
'Goeiemorgen mevrouw, fijn dat u wakker bent. Ik had dit niet verwacht. Mag ik u even onderzoeken?' Ik knikte en de man kwam op me af en onderzocht me. 'Dus, ik ben je dokter. Je lag in een coma. Je was stabiel en we hadden niet verwacht dat je zo snel wakker zou worden.' Weeral knikte ik zwak.
Ben ik wakker? Lig ik niet meer in een coma? Alhamdoulilah! Alhamdoulilah!
'Wil je mijn ouders bellen?' Kwam er zwakjes uit mijn mond. Hij knikte, 'Natuurlijk!', en de dokter ging weg.
Ik heb twee dagen in een coma gelegen. Ik heb alles gehoord! Zou ik het tegen Hamza zeggen dat ik alles heb gehoord? Dus ook wat hij heeft verteld? Allah heeft me nog een tweede kans gegeven! Ik moet het zeggen! Maar ik durf niet. Dan wordt het al helemaal ongemakkelijk tussen ons en dat wil ik echt niet.
De dokter kwam weer mijn kamer binnen en vertelde me dat mijn ouders over een paar minuutjes zouden komen. Ik sloot even mijn ogen.
Ik hoorde de deur luid opengaan en er werd weer gehuild. Ik opende voorzichtig mijn ogen en mijn ouders stormden op me af en knuffelden me bijna dood.
Ze dankten Allah dat hij me heeft doen ontwaken. Ze waren zo blij! Mijn ouders bleven maar praten, maar voor mij was het nog moeilijk om te praten. Het deed pijn als ik iets zei.Khadijah was er ook en ze had tranen in haar ogen. Ze kwam huilend op me af en gaf me duizenden kusjes en knuffels.
'Zie je mama! Ik zei toch dat ik Soumaya's hand zag bewegen!' Zei Khadijah een beetje boos. 'Ja, lieverd. Je hebt gelijk. Het spijt me.' Zei mijn moeder beschaamd.Die dag was mijn hele familie langsgekomen, ook Leyla en Sarah waren er. Maar van Hamza had ik niets gehoord. Het deed pijn dat hij er niet was. Hij is belangrijk voor me! Alleen weet hij dat niet... Ik bleef steeds denken aan zijn woorden. "Ik hou van je..." die woorden bleven maar door mijn hoofd spoken. Hield hij echt van me?
Mijn familie ging naar huis en ook mijn ouders. Daar was ik dan helemaal alleen. Ik moest hier nog een paar weken blijven. Ik was nog niet helemaal genezen. Ik keek wat TV, maar dat was zo saai! Ik wilde frisse lucht! Of tenminste mijn kamer uitgaan. Ik keek rond in de kamer en zag er een rolstoel staan. Perfect! Ik probeerde op te staan, maar de pijn was overheersend! Ik negeerde de pijn en uiteindelijk bereikte ik de rolstoel. Ik duwde mezelf vooruit naar de gang. Net dat ik naar rechts wou gaan, botste ik tegen iemand op.
'WAT?!' Zei Hamza geschrokken. 'Huh? Jij lag toch in coma?' Zei hij met open mond. 'Ja, dat klopt. Maar sinds vanmorgen ben ik terug wakker, Alhamdoulilah!' Hamza wilde nog wat zeggen, maar ik onderbrak hem. 'Wat doe jij hier trouwens?' Hij aarzelde:' Uhmm.. ik... ik kwam je bezoeken.' Ik keek hem raar aan. 'De bezoeksuren zijn allang voorbij?' Zei ik vragend. 'Ja, dat weet ik. Maar ik had vandaag geen tijd en wou je toch nog bezoeken. Dus dacht ik, ik doe het wel stiekem.' Ik keek hem lachend aan. 'En waar ga jij naartoe?' Zei Hamza. 'Ik wilde een rondje maken. Wat frisse lucht.' Hij knikte en pakte mijn rolstoel vast. 'Waar wil je naartoe?' Lachte hij. 'Verras me maar!' Hamza duwde de rolstoel. Hij ging steeds sneller en sneller. 'Stooopp!!' Lachte ik, 'je gaat veel te snel!' Hamza vertraagde en hij nam de lift. Hij drukte op de hoogste verdieping: het dak! De lift stopte en hij duwde me het dak op. Het was donker en de sterren waren al te zien. Ik bibberde, want het was nogal koud. Hamza gaf me meteen zijn jas. Het was gezellig.
Dit was het ideale moment om te vertellen dat ik alles heb gehoord.
'Uhm.. Hamza? Toen ik in coma lag, heb ik alles gehoord. Ik kon alles horen, maar dan ook echt alles!' Zei ik beschaamd. Hamza keek me met grote ogen aan en zijn wangen werden rood. 'Oo...ook wat ik allemaal heb gezegd?' Ik knikte en Hamza werd nog roder. Hij zei niets meer en ik ook niet. We keken zwijgend naar de sterren en gek genoeg was het helemaal niet ongemakkelijk.
Mijn oogleden werden zwaarder en voor ik het wist lag ik alweer te slapen.