Hoofdstuk 33

2.7K 148 42
                                    

Ik bleef nog even met mijn nicht praten en ging daarna naar huis. Ik voelde me veel beter nu ik er met iemand over kon praten. Met Leyla kon ik er niet over praten, want Hamza is haar broer. Sarah heb ik al een tijdje niet meer gesproken. Ze heeft het een beetje druk en mijn moeder... Haar heb ik nog helemaal niets verteld over Hamza. Misschien wordt het toch maar tijd om het haar te vertellen. Ik blijf het maar uitstellen. Morgen! Morgen zal ik het haar vertellen. Vandaag heb ik er niet zo'n zin in.

Ik wandelde naar huis. Ondertussen deed ik mijn oortjes in mijn oren en beluisterde wat Koran. Ik wandelde verder en keek geconcentreerd naar mijn voeten. Het was koud. Ik voelde de wind langs mijn gezicht. Dit deed echt goed.

Ik zag een bankje verderop staan en besloot om er op te zitten. Geconcentreerd luisterde ik naar de Koranrecetaties. Ik voelde mijn hart ontspannen en werd helemaal rustig. Ik sloot mijn ogen even.
Plots voelde ik dat iemand me tikte op mijn schouder. Ik draaide me om en keek in de prachtige, glanzende ogen van Hamza. Ik bleef er een beetje te lang in kijken en realiseerde me dat ik boos op hem ben.
Ik draaide me boos terug om en luisterde verder. Hamza kwam langs me zitten en trok mijn oortjes uit mijn oren.

'Wat doe je nou?!' Zei ik een beetje boos. 'Luister Soumaya, ik wil gewoon even met je praten.' Antwoordde hij. Ik stak mijn oortjes weer in mijn oren. 'En ik wil niet met jou praten.' Zei ik droog. Hamza keek verdrietig naar de grond. 'Alsjeblieft, Soumaya. Luister naar wat ik te zeggen heb.' Ik stopte de Koran, die afspeelde op mijn gsm, en trok mijn oortjes eruit.
'Vertel dan.' Zei ik.
'Waarom ben je zo boos op me? Wat heb ik gedaan?' Zei hij verdrietig.
'Wat denk je zelf?' Zei ik bot. Hij deed een gebaar dat hij het niet wist.
'Safae.' Zei in kort.
'Wat is daarmee?'
'Ik zag je wel met haar lachen, Hamza! Oké, ik begrijp het. Zij is véél mooier dan ik. Ik wil niet het jaloerse type uithangen, maar heb je niet genoeg aan één vrouw? Door jou voelde ik me eens mooi of grappig of wat dan ook. Door jou voelde ik me goed! Ik voel me goed bij jou! Maar als jij Safae liever hebt, dan kan ik je niet tegenhouden. Maar dan wil ik ook geen contact meer met je.' Ik kreeg tranen in mijn ogen. Hamza keek me met open mond aan.
'Soumaya... wat zeg je nou allemaal? Ik voel niets voor Safae! Hoe kan ik nou iets voelen voor iemand die ik nog maar een dag ken? Zij kwam naar me toe om wat te vragen en ik legde het haar uit. Daarna maakte ze een klein grapje en moest ik lachen, maar jij kwam net op het foute moment. Ze deed een stap naar voor om dichter bij me te staan, maar ik ging onmiddelijk achteruit. Soumaya, jij bent degene waar ik van hou. Jij bent duizende keren mooier als Safae. Jij bent de mooiste vrouw die ik heb gezien. Toen ik jou voor het eerst zag, was ik al helemaal verliefd op je. Ik zag dat je een goede moslima was door je kleding, je bescheidenheid. Soumaya, voor mij ben je perfect en ik kan me geen andere vrouw bedenken met wie ik een toekomst zou willen. Jij bent, Ma Sha Allah, gewoon de vrouw die ik zoek.' En daarmee eindigde hij zijn verhaal. Ondertussen vielen de tranen. 'Echt waar? Meen je dit allemaal?' Zei ik met tranen in mijn ogen. Hij knikte. Ik wilde zo graag in zijn armen springen, maar dit mocht nog niet. Ik was nog niet zijn vrouw. Ook al wilde ik het zó graag, ik moest me aan de regels van Allah houden.

'Ik moet nu echt gaan. Zie ik je op het werk, morgen?' Zei Hamza. Ik knikte en hij vertrok. Ik bleef nog even op het bankje zitten en ging daarna pas naar huis.

Toen ik thuis aankwam zag ik alleen mijn moeder. 'Waar is papa?' Vroeg ik aan haar. 'Hij is gaan werken.' Ik knikte en ging langs mijn moeder zitten. Zou ik het haar nu vertellen? Mijn vader is er niet en Khadijah is boven. Mijn handen begonnen te zweten en ik begon een beetje nerveus te worden. Mijn moeder keek me raar aan. 'Wat is er?'
Ik moet het haar vertellen! Als ik het nu niet doe, dan gebeurt het waarschijnlijk nooit. 'Uhm,' begon ik, 'ik moet je iets vertellen.' Mijn moeder keek me vragend aan. Ik ademde diep uit en vertelde verder: ' Je kent Hamza toch?' Mijn moeder knikte. 'Uhm, ja... ik.. ik heb gevoelens voor hem en hij ook voor mij.' Ik voelde dat ik helemaal rood werd en keek beschaamd naar de grond.

'Hamza? Die bij jou werkt?' Ik knikte met mijn gezicht nog steeds naar de grond gericht. 'Dat wist ik al lang, hoor!' Ik keek mijn moeder verward aan. 'Hoezo?'
'Soumaya, jij doet altijd zo opvallend. Ik had het al van het begin door.' Zei ze.
'Waarom zei je dan niets tegen me?' Vroeg ik haar. 'Omdat ik wou dat je het me zelf ging vertellen en het duurde langer dan ik had verwacht.'
'Sorry, ik wou het je wel vertellen, maar ik durfde het steeds niet.' Zei ik. 'Dat geeft niet hoor. Hamza is een goede man en meer wil ik niet.' Ik lachte naar mijn moeder en gaf haar een kus op haar voorhoofd. We bleven nog even over Hamza praten en daarna ging ik naar boven om te slapen. Ik viel met een glimlach en een goed gevoel in slaap.

Al MaktabWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu