Hoofdstuk 8

3.1K 145 11
                                    

Maandag

Ik was zenuwachtig, mijn ouders waren trots op me. Als ik het verpest, vind ik nooit meer werk waar ze me aannemen met khimaar. Ik stapte nerveus in de auto. Toen ik bij het bedrijf aankwam, ging ik voorzichtig en traag naar binnen. Ik vroeg aan een vrouw, die daar werkte, waar ik Leyla kon vinden. Ze wees me de weg en ik bedankte haar. Ik stond voor de deur. Mijn handen trilden, langzaam klop ik op de deur.

'Kom maar binnen.' Ik open de deur, 'Hallo, ik ben Soumaya. Ik had gebeld voor een sollicitatiegesprek voor vandaag.' Zei ik nerveus.

'Ja, dat klopt. Zet je maar op die stoel daar.' Ze wees naar een stoel recht voor me. Ik nam plaats en ze begon me allerlei vragen te stellen. Na het gesprek knikte ze goedkeurend. 'Je kan morgen terugkomen.' Ik keek verbaasd naar Lelyla. 'Ik ben dus aangenomen?' Zei ik al lachend. 'Ja inderdaad. Je kan morgen beginnen.' Ik bedankte haar en verliet toen het bedrijf. Ik reed zo snel als ik kon naar huis en vertelde mijn ouders het goede nieuws.

Ze waren trots op me. Ik ging nog even bidden en bedankte Allah voor dit en alle andere dingen die Hij me geeft. Met een goed gevoel kroop ik in mijn bed.

De volgende dag

Ik stond vroeg op en maakte me klaar. Vandaag was de eerste dag dat ik ging werken. Ik besloot om een grijze khimaar aan te doen, ik wou niet te veel opvallen. Ik at nog een boterham en vertrok daarna de deur uit. Op weg naar mijn werk. Dat klinkt toch leuk. Ik lachte in mezelf.

Bij het bedrijf aangekomen, ging ik op zoek naar Lelyla. Gelukkig vond ik haar snel. Ze legde me een paar dingen uit. Ik zou deze week een begeleider hebben. Die zou me dan helpen als ik met vragen zit.

'Ik kom zo terug.  Ik ga even je begeleider zoeken. Ga maar even zitten.' Zei Leyla.

Ik knikte en ging zitten. Het duurde niet lang voordat Leyla terug kwam met mijn begeleider. Met open mond keek ik naar de persoon die me de komende week zou helpen. Hij keek precies hetzelfde naar mij. 'Soumaya? 'Zei hij.

'Hamza?' Zei ik verlegen terug.

'Oh, jullie kennen elkaar al? Dat wordt een fijne samenwerking dan.' Lachte Leyla. 'Dan laat ik jullie nu alleen. Hamza, leid haar rond en beantwoord haar vragen, als ze die heeft.' Hamza knikte met een glimlach op zijn gezicht. Toen Leyla verdween, vroeg ik aan Hamza: 'Jij werkte toch in een winkel?'

'Dat was maar 1 keer. Het is de winkel van mijn vader. Ik hielp daar gewoon even.'

Ik knikte. 'Dus, dan zal ik je maar eens een rondleiding geven.' Hamza leidde me rond en ik voelde me al op mijn gemak. Hij opende een deur,

'Dit is jouw bureau. Als je nog vragen hebt, kan je ze altijd stellen. Hier is mijn telefoonnummer en ik zit een verdieping boven je.' Toen hij me zijn nummer gaf, bloosde ik even. Hij ging weg en ik plofte neer op de bureaustoel. Ik ging meteen aan de slag, Hamza had me verteld wat ik allemaal moest doen.

Ik was bijna klaar met mijn werk, toen mijn maag begon te spreken. Ik had honger...

Ik ging opzoek naar de kantine. "Waar was dat ook alweer?" Hamza had het me laten zien, maar ik weet niet meer waar het is. Ik heb geen keuze, ik moet naar Hamza gaan om het te vragen. Ook al wilde ik het niet, ik nam de lift en ging een verdieping hoger. Daar stond ik dan, voor de deur van Hamza. Ik twijfelde en net toen ik besloot om weg te gaan, ging de deur open. Hamza stond recht voor me. Ik voelde me rood worden. "Wat zou hij wel niet denken? Dat ik hem stalk?  Toevallig dat ik nu bij hem werk en nu recht voor zijn deur sta. In zijn ogen zal ik wel een stalker lijken."

'Wat doe jij hier?' Lachte Hamza

'Uhm, ik had honger en ik wist niet meer waar ik hier eten kon halen. Dus wou ik het aan je vragen.' Zei ik met een rood hoofd en naar de grond starend.

'Kom, ik zal het je tonen.' Ik volgde hem, we namen de lift. We zaten helemaal alleen in de lift en ik voelde me ongemakkelijk. Hamza voelde zich waarschijnlijk ook ongemakkelijk.

'Dus,  bevalt het je hier al?' Zei hij. 'Ja, het is hier wel leuk.' Zei ik verlegen. Hamza lachte, hij stond met zijn rug naar me toe, maar toch wist ik dat hij lachte. Als hij lacht gaan zijn oren een beetje omhoog. "Zo schattig!" De lift stopte en we stapten uit. Hij ging met me mee tot in de kantine. 'Ik heb ook honger. Ik ga ook wat eten.' Zei Hamza. Ik glimlachte, we pakten beide wat te eten en gingen aan een tafel zitten. Hij zat schuin tegenover me. Uit respect, zodat we niet in elkaars ogen zouden kijken. Ik zag Leyla aankomen, ze kwam bij mij en Hamza aan de tafel zitten.

'Hoi Soumaya! Hoi Hamza!' Riep ze nogal luid.

'Hoi!' Zeiden Hamza en ik gelijk. We kijken elkaar aan en lachen. Leyla begon me allerlei vragen te stellen.

'Hamza, mama en papa gaan een weekendje weg. We gaan ze straks uitzwaaien. Niet vergeten!' Zei Leyla.

Ik keek verbaasd.

'Ja, ik zal het niet vergeten.' Zei Hamza. 'Wacht even! Zijn jullie broer en zus?!' Ze lachten beide. Hamza knikte en Leyla zei trots:'Ja!'

Leyla vertelde toen dingen over Hamza wat hij vroeger allemaal deed. Het was echt grappig. Ik kon niet stoppen met lachen. Hamza keek steeds verlegen weg en als Leyla weer iets wou zeggen over de kleine Hamza. Probeerde Hamza haar te stoppen. Maar Leyla is gewoon niet te stoppen. Het was erg leuk.

Al MaktabWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu