Adelheid was helemaal hoteldebotel op haar kleinkinderen, ook al zag ze ze nauwelijks. Cees en Olivia probeerden Joséphine, Lennard en Olivier zo veel mogelijk weg te houden van hun oma, omdat ze bang waren dat ze hen het hoofd op hol zou laten maken.
Ondanks dat de drie Fitzgeralds' kinderen hun oma niet goed kenden, vonden ze het toch dol fijn om haar te bezoeken. Zo erg zelfs, dat wanneer Cees de auto op de oprit parkeerde, de kinderen de deur al open gooiden en het bordes op renden, roepend om oma.
"Schattig, hè," zei Olivia terwijl ze haar kinderen nakeek. Er verscheen een licht melancholische glimlach op haar gezicht. Cees zuchtte alleen maar.
"Wat 'eb jij toch?" zei Olivia geërgerd.
"Ik wil gewoon niet dat ze hier te vaak komen," zei Cees. Hij keek naar het grote huis waar hij zijn kinderjaren had doorgebracht. Het eens statige huis met mooie, witte zuilen en imposante ramen en een bordes zo groot als een balzaal met prachtige ivoorkleurige hekken om het einde af te bakenen lag er nu verloren bij. De vergane glorie was nu officieel. De tand des tijds had toegeslagen. En hoe. Alleen de oude amandelboom, die al gigantisch was toen Cees nog maar een hummeltje was, had al zijn statuur nog. Later zou diezelfde amandelboom de enige herinnering aan de eens zo glorieuze familie Fitzgerald zijn.
"We zijn 'ier pas twee keer geweest dit jaar, schat. En 'et is nu november. Je moeder is eenzaam, Cees. Gun 'aar wat gezelschap."
Zelfs Cees kon niet onder dat verzoek uitkomen, en dus schikte hij. Hij duwde de deur van hun deftige auto open en stapte uit. Toen hij met zijn rug naar zijn vrouw was gedraaid, juichte deze in stilte. Ze vond het heerlijk haar kinderen blij te zien, en nergens waren ze gelukkiger dan bij hun oma. Natuurlijk deed dat ergens, diep in haar hart, ook wel een beetje pijn: thuis waren ze nooit zo. Aan de andere kant waren ze daar altijd en was oma's huis vreemd, groot en een labyrint wat ze konden ontdekken.
Adelheid, die nu zo'n beetje zestig was, begon er ook eindelijk zo uit te zien. Toen ze nog maar dertig was geweest, had ze al een 'ouwe rotkop' (haar woorden, niet de mijne) gehad. Nu leken er, eindelijk, geen nieuwe rimpels bij gekomen te zijn.
Adelheids leeftijd mocht dan wel gegroeid zijn, maar haar kledingkast ook. Ze had zich gehuld in één of ander gewaad met panterprint, van een zachte, aaibare stof uit verweggistan. Haar mollige voeten had ze in kleine hakjes gewurmd, en ze maakten een irritant geluid als ze een stap zette. Toen haar kleinkinderen aan kwamen rennen, spreidde ze haar armen open waardoor er een walm van extreme rozengeur en honing (waar ze waarschijnlijk in gebaden had) vrij, en het liefst wilden Joséphine, Lennard en Olivier hun neuzen dichtdoen, maar om hun oma niet te beledigen deden ze dat niet.
"Mijn schatjes," zei Adelheid, en haar stem klonk heel anders dan enkele maanden geleden. De kinderen merkten dat echter niet, ze hadden hun oma immers zelden gezien. Cees en Olivia viel het wel op, maar om het moment niet te verpesten zeiden ze niets. En op die manier maakten ze een fout die vele Fitzgeralds later ook nog zouden maken - niet zeggen wat je voelt kon een doodsvonnis zijn.
Pas toen iedereen zich in de zitkamer geinstalleerd had en een bediende thee en koekjes had gebracht op een rijdend karretje, zette het gesprek zich voort.
"Hoe gaat het met u, moeder?" vroeg Cees, en hij kromp zo'n beetje ineen toen zijn stem door de marmeren zitkamer schalde. Het was lang geleden sinds hij hier voor het laatst was geweest.
"Goed, goed," zei Adelheid afwezig, en haar ogen dreven af naar een punt in de kamer, net boven Olivia's schouder. Haar stem klonk zwaarder, ouder, krakkemikkiger en er laaide een bezorgdheid op in Cees' hart, waarvan hij niet verwacht had dat hij hem zou voelen.
"Moeder, rookt u weer?" Cees had maar heel even geaarzeld om zijn moeders oude verslaving op tafel te leggen. Hij wist dat het gevoelig lag, maar er niet over praten (een fout die hij slechts enkele minuten geleden had gemaakt) leek hem niet goed. En dus kwam de vraag over zijn lippen.
"Je moet niet roken, oma! Dan worden je longen zwart," zei Joséphine die op de grond had zitten spelen maar alles had gehoord. Kleine potjes hebben grote oren, blijkt maar weer eens.
Adelheid beet heel even op haar lip toen haar kleindochter haar aansprak met 'je' en niet met 'u'. Je betekende in haar ogen gelijke, en ze was niet gelijk aan haar kleindochter. Zij was ouder, wijzer, had meer geleefd, meer gezien, meer geleden. Hoe durfde die kleine meid het haar oma met 'je' aan te spreken! Maar toen keek Adelheid even in haar grote ogen en meteen verdween al haar woede als sneeuw voor de zon.
"Oma rookt niet, liefje," zei ze, en Joséphine glimlachte opgelucht en ging verder met spelen. Ze plofte neer op de grond en pakte de dinosaurus die ze zojuist klakkeloos op de grond had gegooid, weer op. Haar broertjes, die ook dino's vasthadden, waren in een ingewikkeld gevecht met elkaar en hun dino's verwikkeld geraakt. Lennard was boos op Olivier omdat deze niet wilde zeggen wat zijn favoriete dino was. Olivier was boos op Lennard omdat deze zich zo pusherig gedroeg. Ook had Lennards dino, Brutus de Brute, het been van Oliviers dino, Millard de Coole, afgebeten. Dat was echt een overgeeflijke daad, een hoofdzonde in het hoofd van Olivier. Verbeten vochtten de jongens verder.
"Maar uw stem kan toch niet zomaar zo veel lager zijn geworden," begon Olivia. Ze had de blik in Adelheids ogen gezien toen Joséphine 'je' zei in plaats van 'u', en besloot het zekere voor het onzekere te nemen.
"Ik gebruik hem de laatste tijd gewoon vaak, Olivia," zei Adelheid geheimzinnig en haar ogen begonnen ondeugend te twinkelen, iets wat ze maar zelden hadden gedaan. Olivia wist niet wat het betekende, maar Cees wel.
"Dit méén je niet, moeder. Serieus?"
Adelheid nam op haar dooie gemak een kop thee en gaf pas antwoord toen hij helemaal leeg was. "Roberto!" riep ze.
Roberto was de naam van een Spaanse jeugdliefde van haar, in de tijd dat Adelheid nog jong en ongetrouwd en onverantwoordelijk was. Cees wist dat ze zelfs tijdens het huwelijk met zijn vader er af en toe tussenuit kneep om met deze Roberto Contreras samen te zijn. En nu was hij terug. Cees kon zijn moeder wel schieten.

JE LEEST
De Geschiedenis van de Familie Fitzgerald ✓
Historical FictionDit is een verhaal dat door middel van meerdere generaties vertelt over de familie Fitzgerald die van een aanzienlijke sociale positie in de stad, naar absolute straatschoffies waarvan men de naam niet durfde te zeggen, ging. Deel 1 verhaald hoe Co...