Deel 1 - Hoofdstuk 5

35 5 4
                                    

Cees en Olivia kenden elkaar nog geen twee weken, of Adelheid was al druk bezig met de voorbereidingen van de bruiloft. Als ze íets kon, dan was het dingen regelen. Het zat in haar bloed, en diep van binnen had ze er het liefst iets mee willen doen, maar, ja, ach, waarom ze dat niet gedaan had wist ze eigenlijk niet. 

"Maar ik heb haar nog niet eens ten huwelijk gevraagd, moeder," protesteerde Cees. In feite had hij pas net de moed bij elkaar geraapt om te vragen of Olivia zijn vriendin wilde worden, waar ze lachend mee akkoord ging. Trouwen? Daar had Cees nog helemaal niet over nagedacht. Het liefst zou hij dat pas doen over een jaar, of twee, maar niet al na twee weken. Zijn moeder was echter onverbiddelijk. 

"Cees, dit gaat om de familie-eer, niet om jouw persoonlijke voorkeur." Ze nam hooghartig een slok van haar wijn, en tuitte haar lippen. "En zo slecht is ze nou ook weer niet, Ceesje." 

Er verscheen een glimlach op Cees gezicht toen zijn moeder hem bij zijn oude bijnaam noemde. Het bracht hem mee terug naar zijn kinderjaren, toen alles nog niet om de 'familie-eer' ging, maar om gezelligheid. Toen de bewijsdrang niet de overhand had. Maar die tijd was lang vervlogen, en de dingen waren nu anders. 

"Maar, wat als zij nou niet wil?" Het was een laatste poging eronderuit te komen. Adelheid trapte er niet in, en nam nog een zorgeloze slok van haar wijn. 

"Daar zorgt haar vader wel voor," zei ze, en de toon in haar stem had iets engs. Er liep een rilling over Cees' rug, maar hij zei niets. Hij knikte naar zijn moeder, draaide zich om en liep de gang uit. Hij moest de nieuwe gang van zaken even alleen tot zich laten komen. 

Op zijn bed, starend naar het rijkbewerkte plafond, roerde hij in gedachten. Hoe zou hij Olivia gaan vragen? Hoe snel zouden zijn ouders hen dwingen tot gezinsuitbreiding? Is geforceerd geluk ook geluk? Kon hij niet beter nu zijn koffers pakken en hem smeren? 

First things first, zei Cees tegen zichzelf. Eerst moet je bedenken hoe je Olivia ten huwelijk gaat vragen. Het hoeft niet groots, niet meeslepend, niet in het openbaar. Maak er het beste van, en stort al je liefde erin, gilde de cheerleader-stem in zijn hoofd. En weer, beste mensen, had deze stem gelijk. Cees zou dat alleen nooit toegegeven hebben. 

Pas als het huwelijk achter de rug is, mag je je over andere dingen zorgen maken, zei hij tegen zichzelf. Dan komen de vragen over kinderen en nalatenschap wel. Eerst maar eens de grootste, vroegtijdige horde overwinnen: het aanzoek en de (hopelijk) daaropvolgende bruiloft. 

De volgende dag was het zover: Cees ging zijn aanzoek doen. Adelheid was door het dolle heen toen haar zoon het vertelde, en sprong meteen overeind om zijn haar te kammen, zijn jasje recht te strijken, zijn bril op te poetsen en de servet in zijn borstzak netjes op te vouwen. Ondanks de dwang en druk die zijn en Jan-Cornelis op het aanzoek (en Cees' schouders) hadden gelegd, waren haar emoties oprecht. 

Ze voelde een traan opwellen in haar ooghoek, maar ze knipperde hem weg. Huilen is voor arbeidersvrouwen, zei ze resoluut tegen zichzelf. Ze rechtte haar rug, hief haar hoofd op en duwde een kus op de wang van haar zoon, die bleek zag van de spanning. 

"Het komt wel goed, Cees," zei ze. "Je hoeft je nergens zorgen om te maken." 

"Dat weet ik wel, moeder, maar het is toch een hele stap." 

En voor het eerst sinds lange tijd, begreep Adelheid de gevoelens en gedachten van haar zoon volledig. Dezelfde onzerkerheid, dezelfde angst was haar ook overvallen bij haar huwelijk met Cees' vader. Zeker omdat Adelheid, hoe jeugdig ze ook was, toen al een groot geheim koesterde, maar dat komt later nog wel. 

"Het is bijna tijd, Cees. Je moet maar eens gaan." 

Cees glimlachte vriendelijk naar zijn moeder, en hij maakte een vreemd gebaar. Het was een soort halve buiging en een halve draai. Adelheid grinnikte zachtjes om zijn onhandigheid, en wuifde hem toen plechtig gedag. Cees draaide zich om, liep door de gang en kwam aan bij de voordeur. Daar trof hij twee mensen aan die hij totaal niet had verwacht. 

"Meneer D'Arnaud? Pierre?" zei hij, zijn stem vol van verbazing, en hij deed niet eens de moeite die te verbergen.

Pierre lachte vriendelijk naar de man die zijn zus ten huwelijk wilde gaan vragen. Zijn schoenen blonken zoals nooit tevoren, zijn haar was strak naar achteren gekamd. Zijn vader leunde eloquent op een wandelstok, en nam zijn hoed af toen Cees dichterbij kwam. 

"Cornelis-Jan! Wat fijn dat de zoon van Jan-Cornelis met mijn dochter gaat trouwen." Hij schonk Cees een glimlach, en ontblootte daarmee een paar van zijn gouden tanden. 

"We voelen ons vereerd," zei Pierre met een vreemde buiging. Hij glimlachte houterig, en de zin klonk geforceerd. Toch waardeerde Cees de 'steun' wel. De moed om het daadwerkelijk te vragen, had hij namelijk nog niet bij elkaar geschraapt. 

Guillaume D'Arnaud rommelde wat in zijn borstzak, en haalde er vervolgens een zwart doosje uit. Hij overhandigde hem aan Cees en zijn plechtig: "Maak hem pas op het moment zelf open. Dan is het voor jou ook een verrassing." 

Cees pakte de ring aan en zei: "Dankuwel, meneer. Wie heeft u eigenlijk binnengelaten?" 

"De butler," zei Pierre, en hij knikte overbodig naar het vertrek waar de butler, als deze niet nodig was, verbleef. "Maar laten we gaan. Hier rondhangen heeft weinig zin. De vrouwen verwachten ons."

"Strak plan," zei Cees, een uitspraak die helemaal niet paste bij het bekakte taalgebruik van de twee heren voor hem. Er was een stille woede in hem opgelaaid toen Pierre zo onachtzaam, neerbuigend haast, het woord 'vrouwen', zei, maar Cees wist dat het wijs was om te zwijgen. En dus liep hij samen met zijn toekomstige zwager en schoonvader de deur uit, de auto in, naar het chique restaurant waar 'de vrouwen' (Pierre en Olivia's moeder en Pierre's vrouw Eloise) op hen zaten te wachten. 



De Geschiedenis van de Familie Fitzgerald ✓Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu