Deel 3 - Hoofdstuk 5

15 3 0
                                    

28 maart was vanaf toen een heel dubbele datum voor Joséphine en Diederik. Ondanks het geluk dat ze voelden voor hun twee identieke zoontjes met lichtbruin haar, die vrolijk kirden naar elkaar en hun ouders, was er ook het verdriet om het verlies van Julian.

Joséphine wist niet hoe ze het allemaal moest bevatten, maar Diederik week nooit van haar zijde. Ze wisten dat ze de familie moesten inlichten, maar voelden daar vrij weinig voor - dan zouden hun emoties niet meer van hen zijn, maar van de wereld.

Marley kwam binnen, met een klembord in de hand. Ze knikte respectvol naar de nieuwe ouders en vroeg aan Joséphine hoe ze zich voelde. Een zinloze vraag, dat wist Marley wel, maar ze vroeg dat nu eenmaal altijd.

"Mwah. Kan beter," zei Joséphine terwijl ze haar buik voorzichtig voelde. Diederik trok haar hand snel weg. Hij leek 'doe dat maar niet, lieverd,' te willen zeggen, maar sprak enkel met de ogen.

"Het spijt me ontzettend," begon Marley en ze rommelde wat met de papieren, "maar ik moet de volledige namen van jullie zoons weten, zodat we al het papierwerk rond kunnen krijgen."

Joséphine snoot haar neus luidruchtig, haalde diep, rochelend adem en knikte toen. Marley lachte zwakjes. Diederik had een arm om zijn vrouw heen geslagen en drukte haar dicht tegen zich aan.

Sebastiaan Claude Fitzgerald-Kerangal, Alexander Lennard Fitzgerald-Kerangal en Julian Cornelis Fitzgerald-Kerangal. Het opschrijven maakte dat Joséphine zich iets beter voelde, voor zover dat kon. Diederik vond alle namen prachtig, al noemde hij de kinderen in zijn hoofd al Bas, Alex en Jul. Alleen zou hij die laatste bijnaam nooit kunnen gebruiken.

-

Naast het vreselijke verlies van Julian kregen Diederik en Joséphine nog een tegenslag te verwerken: er was iets misgegaan in de ontwikkeling van Sebastiaans ruggengraat en de doktoren verwachtten dat hij zin hele leven in een rolstoel zou moeten zitten.

Diederik vond dat helemaal niet erg. Ik hou toch niet minder van hem als hij niet kan lopen, dacht hij. Hij blijft mijn zoon - en ik denk dat hij veel steun zal krijgen van zijn broer. Diederik, die anders naar de dingen keek dan de meeste mensen, had allang een ongelooflijke hoeveelheid zorgzaamheid gezien in Alexander, wat vrolijke herinneringen aan zijn grootvader Alexander had bovengebracht. Sebastiaan kon hij nog niet helemaal peilen, maar dat gaf niet.

Het nieuws over Sebastiaan en de rolstoel ging volledig langs Joséphine heen, omdat een vriendelijke verpleegster haar op een stoel had gedrukt, vlakbij de coeveuses waar de twee broertjes nu samen in lagen. Niet vanwege gezondheidsproblemen (op die rolstoel na, dan) maar gewoon om te kijken of voor de rest alles oké was. De verpleegster had een bundeltje dekens in de armen gedrukt, en gaf haar een vriendelijke schouderklop.

Joséphine barstte in tranen uit toen ze het bundeltje beter bekeek. Het was Julian. Hij zag eruit alsof hij vredig lag te slapen, verzonken in een wereld van babydromen. Zijn oogjes, identiek aan die van zijn broers, waren gesloten. Zijn lichaampje was liefdevol verpakt in zachte dekens. Toen Diederik doorkreeg wat Joséphine vasthad, knielde hij naast haar neer, op de koude vloer. Hij voelde een traan over zijn wang rollen, maar veegde hem niet weg. Echte mannen huilen juist, dacht hij.

"Wat een knapperd," fluisterde Diederik. Joséphine knikte en knuffelde de baby. Ze wiegde hem heen en weer, lieve woordjes fluisterend. Diederik aaide haar over de wang en voelde zich zowel dolgelukkig als diepbedroefd.

Het nieuws over Julian kwam, ondanks de voorzichtigheid van het stel, toch snel boven drijven. Olivier haastte zich naar het ziekenhuis om zijn zus en zwager bij te staan. In de auto vervloekte hij zijn vervloekte familie in deze vervloekte wereld.

Cees sprong ook meteen in zijn auto. Hij was nu al dol op zijn kleinzoons, en had het nieuws van Julian nog niet helemaal verwerkt. Daarom besloot hij het er gewoon niet over te hebben. Het was zijn manier van ermee omgaan.

Olivia belde haar dochter meteen op, maar veel woorden werden er niet gewisseld tussen moeder en dochter. Het was ook niet nodig, en Joséphine voelde zich een beetje alsof ze met Diederik een geluidloos gesprek voelde, waarin stiltes meer vertelden dan welke woorden dan ook.

Olivia wist immers hoe het was een kind te verliezen, al was Lennard veel ouder bij zijn overlijden. Toch leek het gedeelde verdriet Joséphine indirect goed te doen - ze had het gevoel dat er tenminste één iemand op de wereld was die begreep wat ze doormaakte.

"Ik ben meteen gekomen," hijgde Olivier toen hij de kamen binnen stapte. Hij gooide zijn jas in de hoek en omhelsde Diederik direct. De klopte hem broederlijk op de rug, en zei niets.

Joséphine overhandigde Julian aan Diederik, die even met hem ging zitten. Toen knuffelde ze haar broertje. "Fijn dat je er bent," zei ze.

"Natuurlijk. Ik wil elke seconde van het leven van mijn neefjes meemaken." Ook Olivier had besloten het onderwerp Julian zo veel mogelijk te ontwijken. Joséphine vond dat niet erg, zo kon ze haar gedachten er ook even van losmaken.

"Beloof me één ding, Jo," zei Olivier. 

"Wat?" 

"Voedt de twee rakkers alsjeblieft niet op als één geheel. Laat ze allebei hun eigen persoonlijkheid ontwikkelen, laat ze hun eigen kleren kiezen, laat ze zichzelf worden. Dan blijven het broers, voor altijd, en ze zullen alsnog close zijn, maar dan zullen ze zich niet een deel van een geheel voelen - dan zijn ze iemand, naast het feit dat ze een tweeling zijn. Snap je?" 

Joséphine knikte. "Had jij dat dan met Lennard?" 

"Soms," zei Olivier schouderophalend. "Gelukkig viel het meestal wel mee. Maar leraren waren het ergst - dan waren we of 'de Fitzgeralds' of het was altijd 'Lennard en Olivier' en dan vond ik het heel moeilijk mijn eigen identiteit te ontwikkelen - zeker als Lennard weer iets stoms deed en onze reputatie omlaag kelderede. Zó irritant..." Toch verscheen er een glimlach op Oliviers gezicht. 

"Deed hij vaak stomme dingen dan?" 

"Wil je niet weten," lachte Olivier. "Maar waar zijn mijn neefjes? Ik wil ze nú zien!" 

Joséphine wees lachend naar de couveuse waar Sebastiaan en Alexander dicht tegen elkaar aan lagen. Onanks Sebastiaans problemen met zijn ruggengraat vertoonde hij nog best veel bewegingen en Joséphine voelde de trots door haar heen stromen toen ze dat zag. 

De Geschiedenis van de Familie Fitzgerald ✓Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu