Deel 3 - Hoofdstuk 7

8 3 2
                                    

"Wat bedoel je, je bent beroofd?" vroeg Joséphine Kerangal-Fitzgerald aan haar broer over de telefoon. Haar stem was verbazingwekkend kalm voor de situatie. "Ben je in orde?"

Ze klemde de ouderwetse hoorn van de tussen haar schouder en oor. Lichtelijk bezorgd gebaarde ze tegen Alexander dat hij zijn vader moest gaan halen.

"Hmmmm... oké. Vertel me alles wat er is gebeurt," beval ze haar broertje streng. Deze gehoorzaamde, alweer.

"Ze stond een paar maanden geleden opeens voor de deur. Ze wilde schuilen voor de storm, zei ze. Maar het stormde helemaal niet - ze bedoelde de storm in haar hoofd. En ik liet haar gewoon binnen. Haar aanwezigheid stoorde me niet, we leefden volledig langs elkaar heen, en ik was me alleen bewust van haar verschijning wanneer ze rookte-"

"Rookte ze in huis?" Joséphine klonk opeens als haar moeder, al sprak dochterlief de letter "h" wél uit. Roken in huis was echt een doodzonde bij de Fitzgeralds.

"Ja en-"

"En dat stond je toe?!"

"Jo, laat me nou even uitpraten! Ze was aan het roken en ik vroeg haar dat niet te doen en toen zei ze... toen zei ze..." Olivier moest even stoppen met praten.

Joséphine had de rest van de zin niet nodig. Ze hoorde al aan Oliviers toon wat er gebeurt was, ze had Mikki doorgrond met enkel luttele informatie. "Ben je oké?"

Het bleef lang stil aan de andere kant van de lijn maar toen knikte Olivier uiteindelijk. Toen had hij door dat knikken natuurlijk niet overkwam door de telefoon en hij zei vlug: "Ja, ja alles gaat prima." Natuurlijk was dat niet zo, maar waarom zou je dat toegeven?

Ondertussen was Diederik naast Joséphine komen staan. "Wat is er allemaal meegenomen?" vroeg Joséphine. Diederik luisterde bezorgd mee, maar zei niets.

"Gewoon, wat kleine dingen... geen dinosaurussen, hoor, maar wat sieraden die ik van moeder in bewaring had gekregen en mijn tweede laptop." Olivier maakte zich over de gestolen spullen helemaal niet druk, hij was vooral blij dat Mikki geen van zijn dino's had meegenomen. 

"Wil je dat we even langskomen?" 

"Nee joh, hoeft niet. Ik heb de politie al gebeld, ze zullen mij ondervragen en de boel onderzoeken. Ze zeiden dat ik dan een paar dagen niet thuis mag slapen. Kan ik een paar nachtjes bij jullie blijven?"

"Natuurlijk." Joséphine hoefde daar geen moment over na te denken. Ze legde geluidloos aan Diederik uit wat er aan de hand was, en hij liet merken het prima te vinden. Toen trok Alexander hem aan zijn broekspijp en verdween hij naar de speelkamer met Alex op zijn arm, om te spelen. Sebastiaan wachtte al binnen. 

"Bedankt, zusje van me." 

"Zús, Olivier Cornelis Johannes Fitzgerald! Ik ben ouder dan jij." 

Olivier gniffelde. "Zo ken ik je weer. Ik ben er over een uurtje, oké?"

"We zijn er de hele dag, neem alle tijd die je nodig hebt," zei Joséphine die niet wilde dat haar broertje zich zou overhaasten in dat proces domme dingen zou doen. "Dag," zei ze, en ze legde de telefoon op de haak voordat Olivier haar gedag kon zeggen. 

Meteen stresste Joséphine de pan uit - ze leek nu eenmaal erg op haar moeder. Ze begon alle meubels wat af te stoffen, de rondslingerende speeltjes in gelabelde bakken te proppen en de kamer te stofzuigen. Wat zou Olivier wel niet van deze bende denken? vroeg ze zich vertwijfeld af, terwijl haar broertje misschien wel een nóg grotere rommelkont was dan zij. 

Ondertussen was Sebastiaan ontsnapt uit de speelkamer. HIj vond het nooit leuk om samen met Alexander met actiefiguurtjes te spelen, want dez ging altijd op de grond liggen rollen en springen en dansen en dat kon hij allemaal niet. HIj was meer op zichzelf. Een ware Fitzgerald, dacht Diederik toen hij Sebastiaan doodkalm, in een afgezonderd hoekje van het huis een boekje zag lezen. 

"Sebastiaan, ga even aan de kant! Mama moet schoonmaken..." snauwde Joséphine gestrest. Geschrokken van de uitbarsting rolde Sebastiaan weg, naar zijn stille hoekje in het paleis. In vele opzichten leek Sebastiaan erg op Adelheid van Acht. Ze was nu echt stokoud en zat ook in een rolstoel. Haar kunstgebit deed ze nauwelijks nog in, het dreef altijd vergeten in een glas water op het aanrehct. Joséphine heeft het meerdere keren gauw moeten verstoppen wanneer ze met de kinderen op bezoek kwam. 

Adelheid had niet meer zo'n scherpe tong als in vroeger tijden. De enige woordjes die nog uit haar kwamen waren óf koeterwaals óf louter de namen van haar achterkleinzoons, die ze op miraculeuze wijze had onthouden. Alexander had altijd een ietwat terughoudende houding tegenover haar gehad. Hij vond haar krakende botten, gerimpelde huid en tandeloze mond een beetje eng en durfde niet zo dichtbij te komen, ondanks het aandringen van zijn moeder. Sebastiaan had echter een diepe connectie met Adelheid, al was die misschien puur en alleen gebasseerd op het feit dat Adelheid nu ook van een rolstoel gebruikmaakte om door het huis te rollen, iets wat hij nog nooit iemand anders had zien doen. 

Op ditzelfde moment lag Adelheid Fitzgerald (née Van Acht) kalm en bijna onbeweeglijk op bed. Haar dunne armen en benen lagen op het zachte dekbed, haar borst ging langzaam op en neer. Ze leefde nog, maar daar was dan ook alles mee gezegd. Door vergevord geheugenverlies herinnerde ze zich nauwelijks nog iets. Haar gedachten bestonden uit dingen die ze vandaag in huis had gezien: een theepot, de beslagen ruiten, een poef en een tapijt. Dat was Adelheids hele wereld. Maar het gaf niet. Ze had een leven vol ontberingen overleefd, liefgehad, gerouwd, plezier gemaakt, alles. Het was goed zo. 

Maanden later, na de begrafenis van de materfamilias van de Fitzgeralds, werd haar koloniale huis gesloopt en uit de herinnering van de mensen en de stad gewist. De buren vonden dat maar beter zo, dan hoefden ze tenminste niet meer te kijken naar het schandelijke huis waar zo veel schandelijke mensen uit waren voortgekomen. Alleen de grote, oude amandelboom, die tot nationaal erfgoed was verklaard, mocht blijven staan. Het was een herinnering aan goede tijden, aan een imago, aan Jan-Cornelis en Adelheid, maar ook aan verval, afglijding en de opmaat tot eenzaamheid. Die amandelboom bleef daar altijd staan, ook toen de laatste Fitzgerald deze aarde allang had verlaten. 


De Geschiedenis van de Familie Fitzgerald ✓Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu