Deel 2 - Hoofdstuk 5

15 4 3
                                    

Lennard en Olivier werden gevreesd samenzweerders op hun school, het Rozenknopcollege. Iedere dag verzonnen ze de gekste grappen om uit te voeren en waarmee ze andere leerlingen en leraren het leven zuur maakten.

De grappen waren niet zo erg dat ze tot schorsing of zelfs verwijdering van school konden leiden, maar wel erg genoeg om voor een blijvende herinnering te zorgen. Olivia kwam er nooit achter - de jongens verhulden hun daden zorgvuldig. Cees en Joséphine waren er echter wel van op de hoogte, maar zagen het gedrag van de twee wervelwindjes door de vingers.

De twee waren inmiddels twaalf en zaten in 1 vwo. Huiswerk deden ze niet echt, tot nu toe konden ze zich vrij goed door de stof heen bluffen. Eigenlijk hadden ze ook niet het niveau om vwo te gaan doen, maar toen de leraar van de basisschool dat voorzichtig probeerde te brengen, stak Cees er een stokje voor. Olivia had hem nog geprobeerd tegen te houden, zonder succes.

"Al onze kinderen gaan naar het vwo, Olivia. En daarmee uit." Cees duldde geen tegenspraak. Ergens, diep ingekapseld in hem, brandde er een hoopje trots op. Zijn zoons konden toch niet naar de havo (of, in zijn ergste nachtmerries, naar een nóg lager niveau?). Dan zou zijn moeder écht over de rooie gaan, en Cees eigenlijk ook.

"Zo erg is het toch niet, Cees," die de rare traditie om elkaar bij de voornaam te noemen in stand hield. Zij vond dat er niets mis was met de havo, of mavo, of kader, of basis, wat het ook was. Ze snapte niet waarom Cees al die heisa erom maakte.

Maar Cees, die het afglijden van de familie-eer al jaren had aangezien en geaccepteerd, verviel in zijn oude gewoonten om altijd het beste te willen, zoals generaties Fitzgeralds altijd al hadden gedaan. "Een Fitzgerald gaat zich niet verlagen tot de havo," hoorde hij zijn vader opeens zeggen. Het had ook een quote van zijn moeder kunnen zijn.

"Maar moeten we ze dat wel aandoen?" vroeg Olivia, die allang had gezien dat de jongens veel meer praktisch waren ingesteld. Ze wist dat het vwo een lange lijdensweg zou worden voor hen beiden, al liet Olivier soms wel doorschemeren graag naar de universiteit te willen.

"We hebben genoeg geld voor bijles, maak je daar maar niet druk om," zei Cees, Olivia's vraag verkeerd begrijpend. Hij had hem verkeerd verstaan en dacht dat ze dat ze zei: "moeten we ons dat wel aandoen," en ging dus meteen praten over geld. Olivia had niet de puf daar nog over te protesteren.

Joséphine had het een tijdje moeilijk gehad toen haar steun en toeverlaat, haar zwijgzame rots in de branding, Diederik Kerangal, (meestal gewoon Rik genoemd), naar havo ging. Hun wegen scheidden daar, en hun contact verwaterde. Een tijdlang was Joséphine er helemaal kapot van - Diederik was immers de ware voor haar.

"Maar wat nou als hij iemand anders vindt en gelukkig wordt met haar?" zei ze huilend tegen haar moeder, die haar 's avonds in bed had ingestopt en opmerkte dat haar dochter niet lekker in haar vel zat.

Ach, waar een vijftienjarige zich wel niet druk om kon maken! Olivia grinnikte zachtjes en aaide Joséphine over haar bol. Ze pinkte een traantje die over haar wang liep, weg en zei: "En als dat zo is, weet ik zeker dat jij later nog steeds gelukkig zal worden." Dat stelde Joséphine erg gerust en ze ging slapen. Olivia liep tevreden de kamer uit en doofde de lichten.

"Wat was er aan de hand?" vroeg Cees toen Olivia de kamer betrad. Blijkbaar sprak haar gezicht boekdelen, want Cees had meteen door dat er iets aan de hand was.

"Oh, niets. Joséphine 'ad een beetje liefdesverdriet."

Cees ging rechtop in bed zitten en keek boos. Geagiteerd zei hij: "Je gaat me toch niet vertellen dat die klojo van een Diederik het heeft uitgemaakt?" Cees voelde een woede in hem oplaaien op het moment dat het leek alsof iemand zijn dochter had pijn gedaan.

"Nee, nee, nee," zei Olivia snel. "Ze 'ebben elkaar gewoon een tijdje niet gezien. 'IJ gaat naar 'avo, en ze was bang dat 'ij misschien een andere vriendin zou vinden."

"En wat heb jij toen gezegd?" vroeg Cees opgelucht.

"Dat de, ook als ze 'em niet zou 'ebben, ze ook gelukkig zou zijn."

Cees glimlachte tevreden en deed zijn bedlampje uit. Het stel sliep gelukkig die nacht, en Joséphine ook. Lennard en Olivier waren, zoals gewoonlijk, de halve nacht aan het keten. Hoe kan het ook anders?

Diederik en Joséphine herenigden uiteindelijk toen hij besloot, misschien radeloos van verliefdheid, misschien uit educatief oogpunt, de laatste jaren van de havo op dezelfde school als Joséphine te genieten.

Toen ze hem op een dag in de hal zag lopen, in de tijd dat mobiele telefoons nog helemaal niet bestonden, liet ze haar boeken met een kreetje vallen en omhelsde hem innig. Beiden voelden het verlangen elkaar hartstochtelijk te kussen, maar deden dat niet omdat er minstens honderd roddelende pubers naar hen stonden te kijken.

"Ik ben zo blij je weer te zien!" zei Joséphine dolgelukkig tegen Diederik.

De jongen, die een beetje verstelt stond en niet zo goed wist wat hij moest zeggen, verviel in zijn oude, zwijgende gedrag. Gelukkig spraken zijn ogen boekdelen en leken de twee tortelduifjes een gesprek zonder woorden te voeren.

Toen ging de bel en moesten de twee weer hun eigen weg gaan. Joséphine leek te zweven en Diederik was op zijn zachtst gezegd flabbergasted.

"Kom vanmiddag naar mijn huis," zei Joséphine en ze liep glimlachend weg, de honderden enthousiaste vragen van haar vriendinnen die zich gedroegen als journalisten, negerend.

Diederik wreef verstrooid door zijn haar, zakte door zijn knieën en raapte Joséphines boeken die vergeten op de grond lagen, op. Hij wilde haar naroepen, maar zijn stembanden lieten het, zoals zo vaak, afweten. En dus moest hij achter zijn droomprinses aanrennen om haar de boeken te overhandigen.

Toen ze zich omdraaide om ze aan te pakken, leek ze mooier dan ooit in Diederiks ogen. Zijn wangen werden knalrood en hij wendde zijn ogen af. De grijns op Joséphines gezicht werd groter en groter, maar hij zag het niet.

De Geschiedenis van de Familie Fitzgerald ✓Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu